vrijdag 10 juni 2005

Playa del Carmen - Berchem

We hebben lekker geslapen maar wanneer we opstaan, dringt het tot ons door dat de vakantie er nu wel echt bijna op zit. Ik heb geen zin om naar huis te gaan. Gelukkig is het weer wel goed dus we trekken opnieuw naar het strand om nog een paar uurtjes te genieten van de warme zon. Wanneer we moeten vertrekken staat Augustin ons op te wachten. Het is een blij weerzien. Hij zal ons samen met Adriaan naar de luchthaven brengen. Linda en Martijn blijven nog een weekje langer en nemen afscheid.

Op de luchthaven duurt het inchecken lang maar Adriaan wacht geduldig. Wanneer onze bagage aan boord is, nemen we afscheid en beloven elkaar dat we vlug een bijeenkomst zullen organiseren. Iedereen is enthousiast dus benieuwd of iedereen er ook daadwerkelijk zal zijn. We stijgen op en na een vlucht van 9 uur landen we veilig in Schiphol. Na nog een uurtje met de trein bereiken we Berchem. Het eindpunt van een geslaagde reis. 

donderdag 9 juni 2005

Playa del Carmen

We slapen lekker lang uit en besluiten na het ontbijt naar het hagelwitte strand te trekken. Onder een palmboom parasol genieten we van een boekje op een ligbed en af en toe nemen we een duik in het water. De golven zijn hoog en de zee is best wild. Nadat ik een borrel binnen krijg, hou ik het voor bekeken. We lunchen in de regen. De weergoden zijn ons deze keer niet goed gezind. Heel de namiddag blijft het overtrokken en de zon komt maar af en toe piepen. We lopen dan maar wat rond in het bruisende stadje en breken ons hoofd over een gedichtje voor Adriaan. We willen in stijl afscheid nemen.

's Avonds dineren we in een gezellig restaurantje en we bestellen uiteraard weer een cocktail. Wanneer de over vraagt: ‘large or medium’, zeggen we overmoedig ‘large’. De super grote cocktails die worden aangedragen, verrassen iedereen. Ilse en Jeroen hadden nog een huwelijkscadeau tegoed en Adriaan zorgde ervoor dat hun hotelkamer versierd werd met rozenblaadjes. In het restaurant zelf worden ze getrakteerd op een heuse serenade. Een groepje muzikanten komt de tent wat opfleuren tijdens het dessert. Er is gezorgd voor een chocolade taart en er wordt gesmuld.

Na het eten nemen we plaats in een strandbar waar ze een vuurshow opvoeren. Daar lezen we ons gedichtje voor, ieder om beurt een strofe. Iedereen passeert de revue want alle elementen van de reis zijn er in verwerkt. Jammer genoeg is het erg lawaaierig maar we hebben de tekst opgeschreven zodat Adriaan het in alle rust nog eens kan nalezen. Hij is in ieder geval blij verrast. Met z’n allen nog eens op de foto. De jeugd blijft nog verder feesten maar wij houden het voor bekeken en gaan via het strand terug naar het hotel voor onze laatste nacht in Playa del Carmen.

woensdag 8 juni 2005

Tulum - Playa del Carmen

In de ochtend gaat iedereen zwemmen. Het water is al lekker warm maar verfrist tegelijkertijd want het is weer bloedheet. De mooie kleur van het water blijft ons verwonderen en we genieten nog even van deze prachtige omgeving. Het hotel heeft veel weg van Euro Disney. De grappige opbouw doet me echt denken aan een sprookje.

We rijden in de late voormiddag naar Tulum. Deze archeologische site is zeker niet de grootste maar des te charmanter. Ze ligt aan de Caraïbische oceaan en het is bijgevolg een prachtige locatie. De ommuurde stad strekt zich in de lengte uit over de rotsen met aan zijn voeten de azuurblauwe zee en een mooi palmenstrand. Het lijkt wel een reclamefolder om toeristen te lokken. In El Castillo staken de Maya’s een vuur aan. Het licht scheen door twee openingen in de muur aan de zeezijde. Het doel hiervan was om de zeelui veilig tussen de vele rotsen door te loodsen. Het is hier echt adembenemend mooi. De azuurblauwe zee die tegen de rotsen slaat, de oranje warme gloed van de zon, de jungle aan weerszijden en dan de ruïnes zelf. De verschillende geluiden van tientallen kleurrijke vogels maken het nog magischer. Ik wou dat ik dit met jullie kon delen. Dit is onbeschrijflijk. De voor mij mooiste archeologische site die we gezien hebben, bestaat uit verschillende gebouwen, het ene al mooier dan het andere. De fraai uitgewerkte gezichten in de stenen, kijken je aan en spreken tot de verbeelding. Hier kunnen we uren in rondlopen.

De vele hagedissen zitten op de warme stenen te genieten van de zonnestralen en hebben geen schrik van de toeristen. Het is er heerlijk vertoeven ook voor ons. Na een frisse duik, ontdekken we prachtige baaien en het uitzicht is echt geweldig. Iedereen vindt het jammer dat de dag bijna om is. Op deze magische plek, nemen we van iedereen van de groep nog een mooie foto. Rond 17 u rijden we verder naar Playa del Carmen. Bij aankomst nemen we afscheid van Augustin. Plots is de Spaanse macho een sterke vent met een klein hartje want er vloeien heel wat traantjes. Hij heeft het heel moeilijk en mijn voorbereide speech valt helemaal in het water want ook ik kan mijn tranen moeilijk bedwingen. Ik haat afscheid nemen en beloof ‘mi amor’ zoals hij me steeds lachend noemde, de foto’s zeker op te sturen.

In Playa del Carmen moeten we onze bagage vervolgens zelf naar het Hotel Cabanas Bananas dragen want de bus mag niet in de straat rijden. Playa del Carmen is een drukbezochte badplaats op het Mexicaanse schiereiland Yucatán en is een prima plek om onze laatste dagen door te brengen. Om de indrukken van de reis te laten bezinken om simpelweg te genieten van zon, zee en strand aan de azuurblauwe Caribische zee of om de laatste souvenirs te kopen in de vele winkeltjes. De mannen en sommige vrouwen proeven de plaatselijke tequila. Daarna maken we nog een strandwandeling. We sluiten af met een laatste cocktail in een lounge café op een prachtig dakterras met jacuzzi, alvorens te gaan slapen.

dinsdag 7 juni 2005

Laguna Bacala

Vroeg uit de veren voor alweer een lange busreis die ons via Belize terug naar Mexico zal brengen. Het water valt met bakken uit de hemel maar gelukkig hebben we geen stops onderweg. Het is net of de weergoden gewacht hebben met de regen tot wij er geen last van hebben. Jammer genoeg regent het binnen in de bus. In een mum van tijd is mijn T-shirt vochtig. De airco staat op en het is koud.

De grensovergang van Guatemala naar Belize gaat zonder problemen. De communicatie verloopt voor de meesten onder ons nu iets vlotter want de voertaal in Belize is Engels. Het merendeel van de inwoners is Creools. Normaal lunchen ze bij Summum onmiddellijk over de grens maar Augustin heeft zichzelf overtroffen en het is pas 11 u wanneer we de grens over rijden. We besluiten dus nog wat verder te rijden en naar een ander restaurantje uit te kijken. Maar in Belize zijn er niet zo veel restaurantjes open en die die wel open zijn, meestal Chinese, zien er niet echt hygiënisch uit. Na drie kwartier rondrijden vinden we dan uiteindelijk een goede lunchplaats. Het is bijna half 3 wanneer we eten voorgeschoteld krijgen en we zijn uitgehongerd.

Later dan voorzien, bereiken we dan de grens Belize – Mexico. Hier doen ze wel even moeilijk. We moeten onze bagage zelf de grens over dragen en wat denk je? Ik word er uitgekozen om mijn bagage te openen. Ze kijken er vervolgens eens vluchtig in en besluiten dan dat ik toch wel een eerlijk meisje ben. Na de archeologische ruïnes van de Maya’s en de kleurrijke indianenmarkten van Guatemala is het tijd voor ontspanning. Tegen de avond bereiken we Laguna Bacala vlakbij de kust van Yucatán. Het is gelukkig gestopt met regenen en het Hotel Laguna is prachtig gelegen aan de rand van het appelblauwzeegroene zoetwatermeer. Iedereen neemt nog een duik in het heldere water alvorens te eten in het hotel.

maandag 6 juni 2005

Flores - Tikal

Vanmorgen kunnen we ook niet uitslapen want voor ons bezoek aan Tikal moeten we nog ongeveer een uur rijden. We ontbijten op de bus want deze toeristische attractie trekt uiteraard veel volk en we willen de massa voor zijn. De antieke, oude stad Tikal ligt te midden van het regenwoud. Dit was ooit het machtigste Maya bolwerk op aarde. Omstreeks 900 gaat deze stad ten onder en in 1848 wordt ze overwoekerd teruggevonden. Sommige tempels steken net boven de jungle uit. Ongeveer 30 jaar geleden is men begonnen met de restauratie werkzaamheden en er is nog maar een klein gedeelte blootgelegd, veel bouwwerken zijn nog helemaal bedekt en zien er uit als heuvels. Het werd in 1979 door de Unesco tot cultureel erfgoed van de wereld verklaard.

We nemen een plaatselijke gids en wandelen door het uitgestrekte complex op zoek naar een combinatie van natuur en cultuur welke het karakter van Tikal bepaalt. Prachtige watervogels met blauwgroene veren en lange poten alsook felgekleurde kalkoenen lopen hier voor je voeten. In de bomen hangen indrukwekkende nesten. We slaan het af- en aanvliegen van de prachtige vogels gade en genieten van de omgeving. De ‘Ceiba’ ook wel de ‘kapokboom’ genoemd, met zijn enorme stam is de heilige boom van de Maya’s. Hemel, aarde en onderwereld vormden het universum en waren met elkaar verbonden door de levensboom. De ceiba stond model voor dit mythologische aspect. De wijdvertakte kroon van de ceiba representeerde de hemel, de naakte stam de aarde en de dikke wortels die in de bodem verdwijnen vormden de schakels met de onderwereld. Elke dag als de zon onder ging en het licht aan de hemel verdween, leek voor de Maya’s de wereld letterlijk op zijn kop te staan. In de nacht hing de duistere onderwereld dreigend boven hun hoofd. Opgelucht en met respect begroetten ze elke morgen opnieuw de zon, het levenslicht. Tikal is niet enkel een genot voor plantenliefhebbers. Verscholen in de jungle zien we ook prachtige bloemen. De ene al mooier dan de andere.

Na een fikse regenbui, klaart de hemel op en besluiten we één van de piramides te beklimmen om zo over de jungle uit te kunnen kijken. De houten trap die naast de piramide werd gebouwd, teneinde de échte piramide niet nog meer te belasten, is glad door de regen maar het lukt ons toch om veilig boven te komen. Ook al geeft de foto niet weer hoe het écht was, het uitzicht was spectaculair. Van op de ‘Templo IV’ heb ik een mooi zicht op de ‘Templo del Gran Jaguar’, welke ik de meest indrukwekkende vind. Deze tempel is genoemd naar een reliëf met een afbeelding van dit roofdier. De piramide bestaat uit 9 terrassen en dit is niet toevallig, want 9 is voor de Maya’s een heilig getal. Aan de hand van een mooi bewaard gebleven steen legt de gids ons ook het rekensysteem van de Maya’s uit. Zo perfect en ingenieus als het Maya schrift is, zo simpel is hun rekensysteem. Een stip stond voor 1, een horizontaal balkje voor 5 en met deze twee tekens werd gecombineerd. Ze gebruikten een soort rijtjes. De positie van de stipjes en de streepjes gaf de waarde aan. Met dit eenvoudig systeem konden ze desondanks bijna tot in het oneindige rekenen. Dat de Maya’s het ongebruikelijke 20-talstelsel gebruikten, wordt simpel verklaard: tellen met handen en voeten schijnt hier aan de grondslag te liggen. Adriaan is vrij avontuurlijk aangelegd en wanneer hij een holte in één van de rotsen ziet, moet en zal hij een kijkje nemen. Wanneer hij de holte terug uit komt vliegt er ook een vleermuis mee. Gelukkig dat wij vrouwen niet mee gingen kijken want dat vinden we maar niks.

We slenteren van het ene piramidecomplex naar het andere en genieten van het prachtige natuurschoon. Na de regenbui lijkt het groen nog groener. Wanneer we in ons hotel aankomen zijn we dan ook moe maar voldaan. ‘ Avonds eten we in een Italiaans restaurantje en de pasta is er heerlijk.

zondag 5 juni 2005

Flores

Vandaag ruilen we de koele hooglanden voor de tropische petén-regio van Guatemala. In plaats van een vermoeiende, lange busrit over slechte wegen, gaan we met een rechtstreekse vlucht van Guatemala stad naar Flores, waar Augustin ons zal opwachten. Om 20 voor 5 loopt de wekker af want om 5 uur wordt het busje verwacht. Om 20 na 5 is dit echter nog steeds niet gearriveerd. Adriaan wordt zenuwachtig want we mogen ons vliegtuig niet missen. Gelukkig halen we het toch nog tijdig en na een vlucht van 3 kwartier staan we in Flores, gelegen op een heuvelachtig eilandje in het meer, Lago Petén Itzá. Augustin is blij ons te zien want de lange rit van 8 uur zonder ons was vermoeiend en helemaal niet leuk zegt hij. De hitte komt ons al tegemoet. Dat zijn we niet meer gewoon en we beginnen weer onmiddellijk te zweten.

We arriveren in Hotel Petén en na het ontbijt maken we een kleine wandeling in Flores. Aan het meer spelen wat kinderen met een kanobootje maar verder is er niemand te zien. Iedereen zoekt de koelte op. Het dorpje bestaat uit een wirwar van hellende straatjes en een hoger gelegen kerkplein maar het lijkt wel een spookstadje zo zonder mensen. Onze hotelkamer is niet heel erg luxueus de minst goede kamer van de rondreis tot nu toe maar toch blijven we daar even relaxen want het is er koel door de airco, die trouwens enorm veel lawaai maakt.

In de namiddag gaan we met de bus naar Yaxha, een kleine archeologische site maar volgens Adriaan een hele mooie. Aanvankelijk dachten we dat Adriaan niet echt een geweldige gids was maar ondertussen hebben we hem beter leren kennen en weten we dat hij echt alles weet over de Maya’s en de verschillende sites die we bezoeken. Nadat we hem lieten weten dat we echt wel geïnteresseerd zijn, veranderde zijn attitude en begon hij uitgebreid te vertellen. Heel erg fijn! Onderweg worden we tegengehouden door de plaatselijke kinderen, althans dat is wat ze proberen. Ze spannen een touw over de weg om zo de automobilisten te doen stoppen en tol te laten betalen. Augustin rijdt echter gewoon door. Wanneer we bijna aan de ingang zijn, stopt hij toch. Dit keer ook voor een touw maar het zijn geen kinderen, wel mannen uit het dorp. We betalen een kleine som en mogen verder rijden. Aan de ingang moeten we opnieuw betalen. Augustin parkeert de bus onder de bomen en wij trekken het oerwoud in.

We horen het scherpe geluid van de vele krekels, het gebrul van de apen en het tokken van de toekans. Dit is pas écht avontuur en het klinkt ons als muziek in de oren. We kijken dan ook meer omhoog dan recht voor ons omdat we het schouwspel van de brulapen die van boom tot boom springen hoog boven ons niet willen missen. We zien ook vele voor ons onbekende bomen zoals de ‘Arból de Turista’ ook, wel ‘Indo Desnudo’ genoemd. Deze boom lijkt wel te vervellen. We bewonderen de fauna en flora van Yaxha en staan verwonderd te lijken naar een vreemd insect met een prachtige groene kleur.

Laat in de namiddag besluiten we de hoofpiramide te beklimmen. Best vermoeiend maar het loont wel de moeite. Boven hebben we een mooi uitzicht over de twee meren. Hier blijven we vol verwondering minutenlang voor ons uit staren alvorens opnieuw af te dalen. Beneden maakt Martin nog even een filmshot van deze mooie piramide en zegt: ‘Hier op deze piramide heb ik Linda ten huwelijk gevraagd’. Even is het stil maar dan beseft iedereen wat hij zojuist gezegd heeft en nadat we vernemen dat Linda weldegelijk ja heeft gezegd, worden er felicitaties en zoenen uitgewisseld. Een mooie afsluiter van een prachtige dag.

’s Avonds genieten we nog van een prachtige zonsondergang aan het meer. De kleuren zijn zo mooi dat iedereen er stil van wordt. We zijn wel allemaal afgepeigerd van het vele trappen klimmen en van het vroege tijdstip dat we ons bed uit moesten. Vandaag maar eens vroeg onder de wol zodat we er morgen weer tegenaan kunnen.

zaterdag 4 juni 2005

Antigua

Vandaag hebben we een dagje vrij dus we slapen een beetje langer en gaan rond 9 uur ontbijten met Betsie en Joop in een nabijgelegen etablissementje. De vulkanen Aguatenago (water), Fuego (vuur) en natuurlijk de actieve vulkaan Pacaya met zijn vele erupties van roodgloeiende lava vormen het sfeervolle achtergronddecor van de stad. De andere groepsleden zijn vanmorgen vroeg opgestaan voor een wandeling naar deze vulkaan maar vermits wij niet het juiste schoeisel bij hebben voor een dergelijke klim, moeten we het met het uitzicht doen.

Antigua werd diverse keren zwaar getroffen door aardbevingen en erupties en staat tegenwoordig op de lijst van Unesco als monumentaal werelderfgoed. Het koloniale verleden blijkt uit de talloze kerken en de mooie barokke gebouwen. We bezoeken eerst de ‘Iglesia de nuestra señora de la Merced’ ook wel de ‘suikerkerk’ genoemd vanwege de barokke façade. Hier wordt een viering gehouden voor een meisje dat de huwbare leeftijd heeft bereikt, nl. 15 jaar. Ze is gehuld in een roze jurk en wordt bijgestaan door haar ouders. We lopen langs de ‘Arco de Santa Catalina’ en komen bij een kleurrijk marktje waar we alweer onze centjes boven halen. Het decor is ook adembenemend. De uitgewerkte kerk is een lust voor het oog.

Het oude klooster ’Las Capuchinas’ ook wel ‘Convento de nuestra señora del Pilar de Zaragoza’ genoemd, werd gesticht door 5 nonnen uit Madrid. Het bestaat uit een ronde patio waar 18 kamers op uitkomen. We wandelen door de prachtige tuinen waar het heerlijk rustig is. ’s Middags lunchen we op een gezellig tuinterras en besluiten nadien langs de Mac Donalds te gaan. Volgens Adriaan is hier de tuin prachtig aangelegd en de moeite om eens te bekijken. Uiteraard stribbel ik niet tegen want ik denk al aan de lekkere appelgebakjes – benieuwd of ze dat hier ook hebben. Door een miscommunicatie, zijn mijn medereizigers me kwijt. Ik sta aan te schuiven voor mijn gebakje terwijl zij reeds buiten staan. De tuin viel ons een beetje tegen maar het appelgebakje maakt alles goed.

Tijdens onze wandeling door de straten van Antigua ontdekken we leuke patio’s, mooie pleintjes en schattige tafereeltjes. Een veel gebruikt vervoermiddel zijn de rasta paarden. Ze zien er leuk uit met hun vlechtjes. Ook prachtig gekleurde bussen sieren het straatbeeld. Het zijn eigenlijk omgevormde schoolbussen die geplaatst werden op een middelzwaar onderstuk. Ze worden ook wel ‘chicken bus’ genoemd om twee redenen, omdat de bussen vaak volgepakt zijn met passagiers zoals in een vrachtwagen die kippen vervoert en omdat de inwoners uit het gebied ook af en toe levende dieren meenemen op de bus. Ik kan er maar niet genoeg van krijgen. De vrolijke kleurtjes passen perfect in het straatbeeld. Aan het station staan ze in lange rijen opgesteld, een heel bijzonder gezicht. De pracht van het busstation zet zich voort in de stad zelf. Antigua blijkt een zeer mooie, koloniale plaats te zijn. Er ligt geen vuil op straat en er zijn geen half afgebouwde gebouwen zoals elders in Guatemala. Wel zijn er veel kleurrijke, goed onderhouden huizen met rode pannendaken, oude kerkjes, een grote markt, straten met keien en veel leuke winkeltjes en restaurantjes. Het is leuk om door het stadje te dwalen en straatjes te ontdekken waar niet veel toeristen komen.

In het park van de stad rusten we even uit bij de fontein en genieten van de gezelligheid die daar heerst. We bezoeken ook de oude kathedraal. Deze is helemaal vervallen maar je moet niet veel verbeelding hebben om te zien hoe prachtig het vroeger geweest moet zijn. De pilaren zijn mooi uitgewerkt met heiligbeelden en ornamenten. ’s Avonds voor het diner drinken we nog met z’n allen een whisky cola. Brigit wil zich haasten maar struikelt over de verhoogde steen en valt. Haar knie ziet er niet zo goed uit, helemaal geschaafd. We kruipen vroeg in ons bedje.

vrijdag 3 juni 2005

Santiago de Atitlan - Antigua

’s Morgens aan het ontbijt vertelt Joop ons enthousiast dat hij gezellig is gaan wandelen in het dorp na het vallen van de avond. Adriaan wordt bleek …. Hij geeft Joop er flink van langs en herinnert hem er nog eens aan dat Guatemala echt wel een gevaarlijk land is en dat het af te raden is om alleen ’s nachts over straat te wandelen. Joop is een echte arrogante Hollander en repliceert dat hij daar niets over te zeggen heeft. De stoom komt uit Adriaans oren want hij is wel diegene die bij problemen alles moet oplossen. Hij vertelt ons een verhaal van enkele jaren geleden toen hij in een overval terecht kwam en dat was op klaarlichte dag. Alles moest hij afgeven – enkel zijn onderbroek had hij nog. Hij spreekt dus uit ervaring en wij besluiten dat we zijn raad maar gaan opvolgen. Na dit kleine oponthoud, gaan we aan boord van een klein bootje waarmee we het Lago Atitlán gaan verkennen. Dit wordt beschouwd als het mooiste bergmeer ter wereld. In feite is het meer een krater met een doorsnede van 18 km en een diepte van 320 meter, ontstaan door een vulkaanuitbarsting ruim 85.000 jaar geleden. We varen rustig over het azuurblauwe kratermeer en bezoeken enkele zogenoemde aposteldorpjes aan de rand van het meer. Augustin is vandag ook van de partij en hij is super gelukkig dat hij mee mag.

Onze eerste stop is Santa Cruz waar we langs de oevers van het meer een mooie wandeling maken. Op de vruchtbare hellingen rondom het meer wordt de terrasbouw bedreven en je hebt fantastische uitzichten over de vulkanen en het water, dat al naar gelang de inval van het zonlicht van kleur verandert. Aan de oevers van het meer zien we prachtige huizen. Blijkbaar is er toch rijkdom in Guatemala. We varen verder naar Santiago de Atitlán aan de zuidelijke oever van het meer. De klederdracht van de vrouwen is ook hier heel kleurrijk. Ze dragen een hoed waarvan de boord bestaat uit zeer lange oranje linten die opgerold zijn tot een brede band. Ook in dit dorp wordt er markt gehouden. We kopen een tropische vrucht die niemand van ons ooit heeft gezien. Het blijkt een ‘pitaya’ te zijn, ook wel ‘dragon fruit’ genoemd. Het vruchtvlees heeft een prachtige fuchsia kleur en de talloze zwarte zaadjes mag je mee opeten. Ze smaakt zoet en is super lekker. Jammer genoeg kochten we er maar eentje.

’s Middags picknicken we aan de rand van het meer bij onze gids thuis. Er worden hangmatten gehangen om wat te rusten en er wordt hartelijk gelachen wanneer Augustin door de hangmat valt. Het uitzicht is er prachtig en de plaatselijke bevolking doet de was in het meer. Enkele onder ons besluiten het hippiedorp San Pedro de Lagune te verkennen en wandelen er naartoe langs de oever van het meer. De boot komt ons daar oppikken. Tijd om opnieuw naar Panajachel te varen want aan het eind van bijna elke morgen verandert het water van het meer in woelige baren als gevolg van de ‘xocomil’. Dit betekent de wind die de zonde weg waait. Deze wind komt van de kust en zorgt ervoor dat er schuimkoppen op het water komen. Tijdens de picknick heeft Augustin voor mij prachtige, wilde bloemen geplukt. Deze krijg ik van zodra we terug aan boord gaan.

We rijden door naar Antigua en checken in. Hotel Posadita is het mooiste hotel tot nu toe. Onze kamer is echt prachtig en we voelen ons onmiddellijk thuis. Onze gastheer ontvangt ons in typische klederdracht. ’s Avonds voor het diner staat het hotel in rep en roer want ze hebben onze bus aangereden. Een slimme chauffeur van een stadsbus dacht dat hij wel kon passeren maar de doorgang was veel te smal met als gevolg dat de twee bussen klem komen te zitten in de straat. Na heel wat trekken en duwen slaagt Augustin er in om veilig weg te komen. De reeds gehavende bus heeft er dus nog wat deuken en schrammen bij maar gelukkig is het niet zo erg want Augustin vertrekt vroeg in de morgen naar Flores met al onze bagage. Wij blijven nog wat langer en zullen pas een dag later naar Flores vliegen. ’s Avonds eten we in een gezellig restaurantje.

donderdag 2 juni 2005

Chichicastenango

’s Morgens één uur te vroeg uit de veren. De avond voordien bij het binnenrijden van Guatemala zei Adriaan ons dat het hier een uurtje vroeger is. Brigit verzette haar horloge maar onze wekker waren we compleet vergeten waardoor we om 6 uur bijna aan het ontbijt zitten. Gelukkig kijkt Brigit nog even op haar horloge wanneer we de kamer willen verlaten. Dan maar terug ons bedje in om nog 1 uurtje de ogen te sluiten. Na het ontbijt vetrekken we naar Chichicastenango, een magische plaats omdat hier de traditionele religieuze gewoontes van de indiaanse bevolking nog duidelijk zijn. Verder is het beroemd om zijn spectaculaire markt. Twee keer per week trekt een stoet boeren vanuit de bergen naar Chichicastenango. Eén dag reizen (vaak te voet) en opbouwen, de marktdag zelf en vervolgens afbreken en weer terug naar huis. De meeste families slapen in hun marktkraam omdat ze buiten de stad wonen en zich geen hotel kunnen veroorloven. Deze markt is voor hen de enige manier om een inkomen te verkrijgen. Ze strekt zich uit rond de kerk Santo Tómas, welke door de Dominicanen gebouwd werd op de fundamenten van een Maya heiligdom. Op de trappen van deze kerk zwaaien ‘chuchkajaus’ een soort sjamanen met hun wierookhouder om de goden toegang te vragen alvorens de kerk binnen te gaan. De naam Chichicastenango betekent plaats van de brandende bladeren vanwege een veel voorkomende brandnetel.

Eerst bezoeken we de overdekte fruit- en groentemarkt. We zijn getuige van een prachtig schouwspel. Het is echt één groot kleurenpalet. Vooral rood en oranje komen veel voor in de kledij van de plaatselijke bevolking. Daarna kuieren we door de smalle straatjes waar de plaatselijke bevolking en de indianen uit de nabije dorpjes hun koopwaar aanbieden. Handbeschilderde houten maskers, geweven huipiles (bloezen) en bijpassende ceinturen, dekentjes en omslagdoeken, bloemen en planten. Zo’n beetje alles wordt hier te koop aangeboden. Uiteraard kopen we hier weer mooie dingen voor thuis. Alles is ook spot goedkoop! De bloemenverkopertjes zitten op de trappen van de kerk en beschermen zich voor de zon onder grote gekleurde paraplu’s. Hun kledij is al even kleurrijk als de bloemen die ze aanbieden. Kinderen worden gedragen in grote, ook kleurrijke, doeken zolang ze nog borstvoeding krijgen. Nadien moeten ze zelf lopen. Daar de armoede in Guatemala zeer groot is, krijgen de kinderen daar gemiddeld 3 keer langer borstvoeding dan de baby’s bij ons. We zetten ons op een bankje en genieten even van al de bedrijvigheid om ons heen. Stil zitten we alles in ons op te nemen, ieder met z’n eigen gedachten en gevoelens. De mensen die hier voorbijgaan zijn bijna allemaal traditioneel gekleed. Vooral de vrouwen met hun zelf-gewoven en in bonte kleuren geborduurde blouses aan en met eenzelfde gekleurde band in hun diepzwarte haar gevlochten, zijn prachtig om te zien. Hun rok is een langwerpig gewoven doek strak om het onderlichaam gebonden, vaak in grijs/bruine tinten.

Na een steile klim komen we boven op de berg waar zich een eeuwenoud heiligdom bevindt, Pascual Abay, waar de marktkooplui de goden gunstig proberen te stemmen voor een goede marktdag. Een zandpad leidt ons door tuinen en zelfs binnenplaatsen van de boerderijen naar de juiste plek. Op de top van een heuvel zien we een aantal mensen binnen een kring van stenen staan. Een ceremonie is al in volle gang. We blijven op afstand om deze mensen niet te storen in hun rituelen. Desondanks hebben we een goed zicht op de gebeurtenissen. Een priester in vol ornaat loopt druk wierook zwaaiend, heen en weer. Bij een grote steen plaatsen twee boeren enkele offers. Wij kunnen niet precies zien wat hun offers aan de Maya goden zijn, maar er liggen veel bloemen, pakjes sigaretten en blikjes Coca-Cola. Er hangt een mystieke sfeer. Van hieruit hebben we ook een adembenemend zicht op het kerkhof van de stad. De pastelkleurige grafzerken steken kleurig af tegen de groene heuvels.

Door de bergen rijden we richting Panajachel, een dorpje idyllisch gelegen aan de noordelijke oever van Lago Atitlán, tegenover de 3 vulkanen San Pedro (3020 m), Tolimán (3158 m) en Atitlán (3537 m). Vanwege de vele buitenlandse toeristen die er komen en de buitenlanders (gringos) die er wonen, wordt Panajachel ook wel ‘Gringotenango’ genoemd. In de namiddag besluiten we nog even naar het dorpje te gaan. Het kleine centrum bestaat uit restaurantjes, hotels, winkeltjes en kraampjes van boven tot beneden vol met textiel en andere souvenirs. Alles zeer toeristisch maar het straalt charme uit! Het hangt hier ook vol met gehaakte mutsen van de volksheld ‘Marcos’. Jammer dat we net gegeten hebben want de eetstalletjes bieden lekkere dingen aan. Te voet slenteren we door smalle, onooglijke steegjes vol keien, langs huisjes die kleiner zijn dan de gemiddelde caravan. We bukken voor waslijnen die dwars over de weg zijn gespannen, behangen met de kleurrijke kleding die het trotse volk zo typeert. Spelende kinderen bekijken ons geamuseerd, volwassenen knikken vriendelijk vanuit hun keukentjes of woonkamertjes.

woensdag 1 juni 2005

Panajachel - Lago Atitlan

’s Morgens vraag ik aan de balie van het hotel of er alsnog iets werd afgeleverd maar het antwoord is negatief. De moed zakt ons in de schoenen. Augustin staat ook aan de balie en vraagt ons een opsomming te doen van de kledingstukken want ze moeten ze dan maar opsturen zegt hij. Daar komt niets van – denk ik – maar we beginnen toch vlijtig alles te dicteren en Augustin schrijft op. Daarna gaan we naar het ontbijt. Adriaan verneemt van Augustin wat er is gebeurd en verdwijnt. Een uur later daagt hij weer op met in zijn kielzog de eigenaar van de wasserette. Hij doet het woord want verder dan de normale omgang met mensen gaat mijn Spaans nog niet. Adriaan geeft de eigenaar er goed van langs die er wat ongelukkig bij staat. Hij zegt dat hij er de dag voordien niet was omdat z’n vader gestorven is. We krijgen er bijna medelijden mee. Hij betaalt Adriaan het geld terug dat we reeds betaalden en nog wat extra voor de taxi’s. Blijkt dat Adriaan heel de stad heeft doorkruist op zoek naar de man. We zijn overgelukkig dat we onze spullen terug hebben en beloven dat we iedereen die avond zullen trakteren op Tequila Sunrise omdat we zo’n vertraging hebben opgelopen.

De lange busrit richting Guatemala begint dus één uur later dan voorzien maar Augustin zet er vaart achter. In no time arriveren we aan de grens. Daar gaat alles veel vlotter dan verwacht. We moeten zelfs onze bagage niet dragen, die blijft gewoon op de bus. Na een vermoeiende tocht over de prachtige hooglanden van Guatemala, via haarspeldbochten en onverharde wegen komen we aan in Panajachel. Het adembenemende uitzicht over het Lago Atitlán doet iedereen de busrit snel vergeten.

Het Hotel Cacique Inn heeft een prachtige tuin en ook de kamer is vrij luxueus. En wij maar denken dat de hotels in Guatemala vanwege de grote armoede niet zo spectaculair zouden zijn. Niets is minder waar! ’s Avonds eten we in het stadje en kopen nadien in de plaatselijke superette een fles tequila en fruitsap. Grenadine is nergens te vinden dus het wordt een tequila sunrise zonder. Op het terras aan onze kamer trakteren we zoals beloofd iedereen op een borrel. Het is later dan gewoonlijk wanneer iedereen onder de wol kruipt.