vrijdag 3 juni 2005

Santiago de Atitlan - Antigua

’s Morgens aan het ontbijt vertelt Joop ons enthousiast dat hij gezellig is gaan wandelen in het dorp na het vallen van de avond. Adriaan wordt bleek …. Hij geeft Joop er flink van langs en herinnert hem er nog eens aan dat Guatemala echt wel een gevaarlijk land is en dat het af te raden is om alleen ’s nachts over straat te wandelen. Joop is een echte arrogante Hollander en repliceert dat hij daar niets over te zeggen heeft. De stoom komt uit Adriaans oren want hij is wel diegene die bij problemen alles moet oplossen. Hij vertelt ons een verhaal van enkele jaren geleden toen hij in een overval terecht kwam en dat was op klaarlichte dag. Alles moest hij afgeven – enkel zijn onderbroek had hij nog. Hij spreekt dus uit ervaring en wij besluiten dat we zijn raad maar gaan opvolgen. Na dit kleine oponthoud, gaan we aan boord van een klein bootje waarmee we het Lago Atitlán gaan verkennen. Dit wordt beschouwd als het mooiste bergmeer ter wereld. In feite is het meer een krater met een doorsnede van 18 km en een diepte van 320 meter, ontstaan door een vulkaanuitbarsting ruim 85.000 jaar geleden. We varen rustig over het azuurblauwe kratermeer en bezoeken enkele zogenoemde aposteldorpjes aan de rand van het meer. Augustin is vandag ook van de partij en hij is super gelukkig dat hij mee mag.

Onze eerste stop is Santa Cruz waar we langs de oevers van het meer een mooie wandeling maken. Op de vruchtbare hellingen rondom het meer wordt de terrasbouw bedreven en je hebt fantastische uitzichten over de vulkanen en het water, dat al naar gelang de inval van het zonlicht van kleur verandert. Aan de oevers van het meer zien we prachtige huizen. Blijkbaar is er toch rijkdom in Guatemala. We varen verder naar Santiago de Atitlán aan de zuidelijke oever van het meer. De klederdracht van de vrouwen is ook hier heel kleurrijk. Ze dragen een hoed waarvan de boord bestaat uit zeer lange oranje linten die opgerold zijn tot een brede band. Ook in dit dorp wordt er markt gehouden. We kopen een tropische vrucht die niemand van ons ooit heeft gezien. Het blijkt een ‘pitaya’ te zijn, ook wel ‘dragon fruit’ genoemd. Het vruchtvlees heeft een prachtige fuchsia kleur en de talloze zwarte zaadjes mag je mee opeten. Ze smaakt zoet en is super lekker. Jammer genoeg kochten we er maar eentje.

’s Middags picknicken we aan de rand van het meer bij onze gids thuis. Er worden hangmatten gehangen om wat te rusten en er wordt hartelijk gelachen wanneer Augustin door de hangmat valt. Het uitzicht is er prachtig en de plaatselijke bevolking doet de was in het meer. Enkele onder ons besluiten het hippiedorp San Pedro de Lagune te verkennen en wandelen er naartoe langs de oever van het meer. De boot komt ons daar oppikken. Tijd om opnieuw naar Panajachel te varen want aan het eind van bijna elke morgen verandert het water van het meer in woelige baren als gevolg van de ‘xocomil’. Dit betekent de wind die de zonde weg waait. Deze wind komt van de kust en zorgt ervoor dat er schuimkoppen op het water komen. Tijdens de picknick heeft Augustin voor mij prachtige, wilde bloemen geplukt. Deze krijg ik van zodra we terug aan boord gaan.

We rijden door naar Antigua en checken in. Hotel Posadita is het mooiste hotel tot nu toe. Onze kamer is echt prachtig en we voelen ons onmiddellijk thuis. Onze gastheer ontvangt ons in typische klederdracht. ’s Avonds voor het diner staat het hotel in rep en roer want ze hebben onze bus aangereden. Een slimme chauffeur van een stadsbus dacht dat hij wel kon passeren maar de doorgang was veel te smal met als gevolg dat de twee bussen klem komen te zitten in de straat. Na heel wat trekken en duwen slaagt Augustin er in om veilig weg te komen. De reeds gehavende bus heeft er dus nog wat deuken en schrammen bij maar gelukkig is het niet zo erg want Augustin vertrekt vroeg in de morgen naar Flores met al onze bagage. Wij blijven nog wat langer en zullen pas een dag later naar Flores vliegen. ’s Avonds eten we in een gezellig restaurantje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten