zaterdag 27 oktober 2007

Delhi - dag 2

Vandaag om 8 uur naar het restaurantje aan de achterzijde voor een ontbijt. Het buffet ziet er vandaag niet echt lekker uit dus besluiten we van de kaart te bestellen. Het kost 80 Rupees voor een continental breakfast met fruitsap, omelet, toast, cornflakes en thee. We krijgen te horen dat er geen fruitsap is. Wendy zegt hen dat dit OK is maar dat we dan wel geen 80 Rupees betalen. Prompt verandert hij van gedacht … er is wel fruitsap. Na een half uur hebben we nog niets op onze tafel staan maar in tussentijd zijn er al twee tafeltjes bezet met Indiërs die besteld en gegeten hebben. We worden een beetje ongeduldig dus Wendy gaat vragen hoe het zit. Ze krijgt weer te horen dat er geen fruitsap is waarop ze opnieuw zegt dat we dan geen 80 Rupees betalen. Even later krijgen we een kartonnetje mangosap dat ze waarschijnlijk ergens in een winkel zijn gaan halen. Onze omelet laat echter nog steeds op zich wachten. Ik ga vragen – op z’n Nadine’s, met stoom uit mijn oren dus – of ik even moet helpen in de keuken want dat het nu toch wel lang genoeg heeft geduurd. Ze zijn er aan bezig zo zegt de ober. Bijna een uur nadat we besteld hebben, komt alles op tafel en eten we snel snel alles op. Wanneer we willen afrekenen, vraagt de ober commissie maar dat is buiten ons gerekend. We hebben al gepast geld klaar – 160 Rupees en geen cent meer! Onze dag is dus al goed begonnen. Gelukkig hebben we vandaag een bustour geboekt langsheen alle bezienswaardigheden van Delhi en moeten we dus geen vervoer zien te regelen of onderhandelen met Indiërs. We krijgen een prachtige bus – die hadden we heel de reis wel willen hebben en een gids die echt wel zijn best doet maar een verschrikkelijk vervelende stem heeft. Alleen al in Delhi leven ruim veertien miljoen mensen en ze wonen verspreid over de twee delen van de stad: New Delhi en Old Delhi. Onze eerste stop is gelegen in het oude Delhi, namelijk de grootste moskee van India, de ‘Jama Masjid’, ook wel de ‘vrijdagmoskee’ genoemd. Deze is enkel open voor bezoekers buiten de gebedsuren. De inkom is gratis maar als je wil fotograferen kost je dat wel 200 Rupees. Slechts twee van de groep, Jorn en ikzelf, besluiten ons fototoestel mee te nemen. Het loont de moeite. Brede treden voeren ons naar de ingang. Hier moeten we weer onze schoenen uittrekken en krijgen we een doek, welke we om ons middel moeten dragen. Ik krijg er eentje in ruitjesmotief met oranje, welke zeer goed past bij mijn oranje sjaal.

Wanneer we de poort doorlopen, komen we op een immens binnenplein. Hier kunnen 20.000 mensen terecht voor het gebed maar op speciale dagen kan dit zelfs oplopen tot 45.000 mensen! De moskee werd gebouwd in 1650 op een rotsige heuvel, de ‘Juajapahar’. In vergelijking met de Hindoeïstische tempels is de moskee sober. De ommuring en de bijgebouwen zijn in rode zandsteen maar de centrale gebedsruimte wordt bekroond met drie witmarmeren koepels met aan weerszijde minaretten. Bij het buitenkomen, ritsen we onze schoenen uit de grote hoop en het lukt ons eens om deze keer niet te betalen. Niet ver van de moskee ligt het rode fort. We stoppen enkel om een foto te nemen maar gaan het niet echt bezoeken want het fort van Delhi is niet zo mooi als dat van Agra. Nochtans is het zeker een indrukwekkend bouwwerk. Het heeft muren van rode zandsteen die meer dan 30 meter hoog zijn. Vervolgens rijden we door naar de oevers van de Yamuna rivier. Daar bevindt zich de ‘Raj Ghat’ – het is een mooi park waar we het eenvoudige vierkante platform van zwart marmer bezoeken, de plek waar Mahatma (= grote ziel) Gandhi gecremeerd werd na zijn moord in 1948. Hier zijn er opvallend veel Indiërs aanwezig, die komen bidden aan zijn graf. Op de zijkant van het platform staan Gandhi’s laatste woorden geschreven: ‘He Ram’ (Oh Rama = Oh God). Rond het graf is er een mooi aangelegd grasveldje en iedereen is er even stil van dat er in een land waar zoveel armoede is, toch ook mooie plekjes te vinden zijn. De plek is al even sober als de levenswijze van de Vader van de Natie maar nog altijd komen veel Indiërs hier de held eer bewijzen.

We verlaten Old Delhi en rijden opnieuw naar New Delhi voor een bezoek aan ‘Humayun’s Tombe’, het praalgraf van ‘Humayun’, de tweede Moghul keizer. Deze werd gebouwd in het midden van de 16de eeuw door Humayun’s weduwe. Het is een voorbeeld van vroege Moghul architectuur. Het ontwerp inspireerde andere architecten, onder wie de bouwer van de ‘Taj Mahal’ in Agra. Om die reden besluiten sommige van de groep niet mee binnen te gaan. Ze hebben de mooiste tempel al gezien in hun ogen. Jammer want het loont meer dan de moeite. Het is een mooi gebouw ook weer opgetrokken in rode zandsteen en ingelegd met wit marmer. De 38 meter hoge koepel, de bogen, de symmetrie van de waterpartijen en de ommuurde tuin doen inderdaad denken aan de ‘Taj Mahal’ maar toch heeft het een eigen stijl. Het is er lekker rustig.

Daarna staat de ‘Lotus Tempel’ op ons programma. Deze wordt zo genoemd omdat hij de vorm heeft van een gigantische lotusbloem. De 27 ‘bloembladen’ zijn van wit marmer en om het gebouw liggen vijvers en prachtige tuinen. De architect Fariborz Sahba heeft deze tempel gebouw in 1986 en het doet een beetje denken aan de opera van Sydney. Het is een tempel van de Bahaï-geloofsgemeenschap, die vindt dat alle godsdiensten zich moeten verenigen. Elke religie heeft dan ook zijn eigen hoekje in dit gebouw. Halverwege het pad moeten we onze schoenen uitdoen. Er zijn zakken waar we alle schoenen in verzamelen en we kunnen ze dus integraal in bewaring geven. We moeten aanschuiven om de tempel te mogen betreden en fotograferen is ten strengste verboden. Het lukt me toch om een foto te nemen van de gebedsruimte. Deze is zeer indrukwekkend en enorm groot. Het volgende monument op ons lijstje is het ‘Qutab Minar Complex’, dat dateert uit de beginperiode van de Moslim heerschappij over India. Het is een fraai voorbeeld van vroege Afghaanse architectuur. De toegangspoort ‘Ala-ud-din's Alai Darwaza’ is de voornaamste entree tot het gehele complex. De poort is in 1310 gebouwd. Naast de toegangspoort bevindt zich de tombe van ‘Imam Zamin’. De ‘Qutab Minar’ zelf is een overwinningstoren die in 1193 is opgericht, onmiddellijk na de nederlaag van het laatste Hindoe koninkrijk in Delhi. De toren is 73 meter hoog en heeft vijf verdiepingen die elk gemarkeerd worden door een balkon. Tegenwoordig helt deze sierlijke toren een beetje, verder heeft ze de eeuwen echter opmerkelijk goed doorstaan. Het is een prachtig complex en ik vind het enorm jammer dat we er slechts 20 minuutjes in kunnen rondlopen. Als ik ooit terugkom naar India, staat de ‘Qutar Minar’ zeker opnieuw op mijn verlanglijstje.

We rijden door de straten van New Delhi en maken een fotostop bij het Presidentieel paleis ‘Rashtrapati Bhawan’, vroeger bewoond door de Britse onderkoningen en nu de officiële verblijfplaats van de Indische president. We zien ook het Parlement, symbool van de Britse overheersing. Hier zijn de lanen breed en is er geen enkele bedelaar te zien. Ook de armoede is ver te zoeken. Even verder zien we dan de 42 meter hoge ‘Gate of India’ of ‘Poort van India’ die gebouwd werd ter herinnering aan de 70.000 Indiase soldaten die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Deze poort lijkt wat op de Arc de Triomphe. Onze laatste stop is de ‘Laxmi Narayan temple’. Deze Hindoe tempel werd gebouwd in 1938 en is gewijd aan de godin ‘Laxmi’. Het was één van de eerste belangrijke Hindoe tempels welke ook de laagste kaste toeliet. Dat was één van de voorwaarden die Mahatma Ghandi stelde toen de tempel in gebruik werd genomen. Binnen in de tempel mogen geen foto’s genomen worden en dat is best jammer. In het complex bevinden zich kleine tempeltjes die gewijd zijn aan o.a. Shiva, Ganesha, Hanuman en Boeddha. Aangezien deze tempel ten westen van Connaught place ligt, vragen we onze gids of wij van hieruit de stad kunnen intrekken. We willen nog een laatste keer gaan shoppen. De meesten gaan echter mee terug naar het hotel. Jorn & Sophie, Ann & Nancy en ikzelf gaan op zoek naar kussenslopen en andere hebbedingetjes voor thuis. Deze keer weten we de weg dus we moeten ons al niet ergeren aan Indiërs die ons op de verkeerde weg zetten. Er zijn best veel leuke kledingwinkels voor mannen dus Jorn besluit even bij Pepe jeans binnen te wippen – jeans is hier naar Belgische normen heel goedkoop. Hij schaft zich twee exemplaren aan. We kopen ook de felgekleurde kussenslopen in Moorse stijl – goed voor als ik ooit mijn tuintje verder ga aanleggen. We onderhandelen over de prijzen alsof ons leven er van afhangt. Op de duur zijn we zelfs voor 0,1 euro aan het discussiëren en kunnen we onze lach bijna niet inhouden, maar we geven niet toe. Eén verkoopster komt ons zelfs twee blokken achternagelopen. De aanhouder wint. Wanneer het donker wordt, besluiten we terug naar het hotel te gaan met de tuktuk. Een allerlaatste keer trotseren we het hectische en gevaarlijke verkeer van Delhi. Het is spitsuur en het verkeer zit helemaal vast. Wanneer we op een kruispunt een agent tegenkomen, reageert onze tuktuk driver wel heel erg grappig. De agent zegt dat we rechtdoor moeten, onze tuktuk driver lacht en gaat toch naar links. Net op tijd arriveren we op de plaats van bestemming. Op onze laatste avond in Delhi gaan we nog eens allemaal samen dineren in een sjeik hotel. Het eten is zoals gewoonlijk heel erg lekker. We zitten buiten op het dakterras van het hotel en we genieten nog even van de aangename temperatuur en het vrolijke getoeter op de achtergrond. Na het avondeten ga ik nog snel even douchen en de rest van de koffer inpakken (cadeautjes wegsteken ….). Om 22:00 uur is iedereen klaar voor vertrek naar het vliegveld. Eén van onze vroegere chauffeurs komt het hotel binnen en maant ons aan om te vertrekken. Hij zorgt voor een riksja waar we onze bagage kunnen opleggen. De bus wacht om de hoek. Er reist een Nederlander mee die ook werkt voor Koning Aap. Hij gaat een nieuwe groep ophalen – vandaar waarschijnlijk het hectische vertrek. Onze reisleider is nergens te bespeuren dus vertrekt de bus zonder hem. Bij aankomst op de luchthaven ook geen reisleider te bekennen en de Nederlander laat ons ook alleen. De bus wordt leeggemaakt en daar staan we dan met al onze bagage. Wanneer we het luchthavengebouw binnenkomen, zien we de balie die we nodig hebben. We schuiven aan maar na ongeveer 20 minuten wordt ons gezegd dat we onze bagage moeten laten controleren. Wij dus terug uit de rij om onze bagage door een machine, die vooraan in het luchthavengebouw staat, te laten gaan. Als de bagage goedgekeurd is, krijgen we een lint eromheen waarop staat ‘approved’. Terug aanschuiven. Wendy en ikzelf willen samen zitten dus we bieden ons samen aan bij de balie. De dame in kwestie lacht vriendelijk en geeft ons de tickets. Enkele minuten later zien we pas dat we geen aanpalende stoelen hebben – erger zelfs, we zitten tientallen rijen uit elkaar. Het is een nachtvlucht dus op zich niet echt een probleem want iedereen zal wel slapen maar toch. Griet & Rik kunnen er niet echt om lachen dat ook zij uit elkaar worden getrokken. We gaan nog even naar de taxfree winkeltjes kijken maar besluiten dan maar om door de douane te gaan. Nelly heeft gehoord van een Indiër dat er na de douane ook nog winkeltjes en cafeetjes zijn. De handbagage wordt nagekeken en wijzelf worden wel heel erg ‘grondig’ gefouilleerd door een dame. Alle plaatsjes van het lichaam worden betast en dan bedoel ik écht betast. Aan de andere kant van de douane is er NIETS – enkel een klein stalletje met cola maar die is daar peperduur. We besluiten dan maar om een plaatsje te zoeken en ons nog een tweetal uurtjes neer te zetten. Dat is echter niet zo eenvoudig want alle stoeltjes zijn bezet. Enkel op de benedenverdieping zijn er nog enkele vrij. Aangezien ik in het vliegtuig straks niet samen zit met Wendy, besluit ik maar al mijn cadeautje te geven. Ik denk wel dat ze er blij mee is. Na twee uur wachten, wordt er afgeroepen dat we mogen inchecken. Weer een lange rij …. Bij aankomst aan de deur wordt er ons gezegd dat we niet door mogen want dat onze handbagage geen label heeft. Typisch Indisch! Dat label hadden we moeten krijgen bij de in-check van onze bagage maar de dame in kwestie is dit blijkbaar vergeten. Gelukkig is er ook een Indiër die niet door mag. We besluiten deze te volgen want hij spreekt de taal. Na wat over en weer geloop, bemachtigen we dan uiteindelijk de labels. Vlug vullen we deze in en dan moeten we opnieuw door de handbagage check. Ondertussen is al een groot deel van de passagiers ingecheckt. Wanneer we door de ticketcontrole zijn, staat er weer een lange rij. Na een kwartiertje komen we opnieuw aan een detector. Hier moet niet enkel de handbagage gecheckt worden, ook de schoenen worden gescand. Na al deze rompslomp vind ik uiteindelijk mijn plaatsje in het vliegtuig. Ik zit aan het gangpad en Clarissa aan het raam. Dat maakt dat er tussen ons in nog een dame zit. Ze wil echter niet van plaats wisselen. Voor we van de grond zijn, ben ik al in dromenland en ik word pas wakker als de stewardess met ontbijt langskomt. We landen 7,5 uur later in Brussel. Plaatselijke tijd is het dan ongeveer 7:08 uur, enkele minuutjes vroeger dan gepland. Ik stuur een sms naar ma en pa want zij komen me ophalen. Bij de bagage is het verdacht stil – iedereen zit met gemengde gevoelens; blij dat we eindelijk terug thuis zijn maar ook verdrietig omdat we afscheid moeten nemen van elkaar. Het valt me deze keer goed mee, alleen bij het afscheid van Wendy heb ik het even moeilijk – ja k’heb een klein hartje! Het waren 3 leuke weken met haar.

 

 

vrijdag 26 oktober 2007

Delhi

Wanneer het licht wordt moeten we toch nog een tijdje rijden. Vannacht zeker 7 keer uit bed gemoeten om te plassen. De toiletten waren deze keer niet zo leuk … er hing een verschrikkelijke stank en toiletpapier was er deze keer ook al niet. Rond 8:30 uur arriveren we in Delhi. De buitenwijken hebben een trieste aanblik met veel industrie en krottenwijken. Langzaam maar zeker komen we aan op New Delhi Central Station, een vrij druk station dus we verzamelen eerst op het perron. Onze gids vraagt of er iemand een kuier nodig heeft. Het tarief is hier een pak duurder maar ik aarzel geen moment. Gelukkig want op het perron krioelt het van de mensen en het is een hele klus om ons een weg naar buiten te banen. Buiten wachten er taxi’s en per vier rijden we naar ons hotel. We dachten dat we alles al gezien hadden wat het verkeer in India betreft maar hier is het nog erger. Er staan verkeerslichten (iets wat we elders in India niet gezien hebben) maar we hebben de indruk dat daar niet naar gekeken wordt. Een politieman probeert het verkeer in goede banen te leiden maar ook naar hem wordt er niet echt omgekeken. Ons hotel ligt net zoals het station in New Delhi dus het is niet zo erg ver rijden. Bij aankomst blijken de kamers nog niet allemaal klaar dus we besluiten eerst te ontbijten. Aan de achterkant van het hotel is er een kleine ontbijtruimte en er is een buffet voorzien. Toast en omelet met een tasje thee. Het smaakt goed maar iedereen is blij wanneer we eindelijk naar onze kamer mogen. Het hotel is pas een half jaartje open maar de kamers ogen niet echt geweldig. Wanneer Wendy onder de douche staat, merkt ze dat er geen handdoeken zijn. Ik ga er vragen aan een loopjongen die ik in de gang tegen kom. Even later komt hij met een stapeltje handdoeken de kamer binnen. Hij legt uit dat er een televisietoestel staat en hoe het werkt, dan expliceert hij uitvoerig hoe de airco werkt. Nadien is er niet veel meer dat hij kan zeggen en staat hij wat ongeduldig te draaien in de kamer. Het wordt me duidelijk … hij wil een tip …. Voor alles vragen ze hier geld dus ik besluit hem niets te geven – handdoeken zitten in de standaard service van het hotel dus ik gooi hem buiten. Beduusd druipt hij af. We nemen een frisse douche en spreken om 13 uur af in de lobby. We zouden met z’n allen naar de ‘government store’ gaan op Connaught Place maar vermits we niet allemaal in een tuktuk geraken, verspreiden we ons en spreken we af aan de ‘Apentempel’. Volgens onze gids ligt die net over de winkel. Onze tuktukdriver is maar een vies mannetje. Ik zit vooraan en hij laat geen enkele kans onbenut ‘toevallig’ over mijn borst te wrijven. Ik ben dan ook blij dat we er zijn. Hij zet ons af aan een groot standbeeld van een aap maar wanneer we uitsappen, zien we Clarissa in een tuktuk voorbijrijden. Vreemd maar misschien is die tuktukdriver wel verkeerd. Wanneer we na een kwartier wachten nog niemand gezien hebben, krijgen we toch onze twijfels. We besluiten dan maar de weg te vragen aan een voorbijganger. Hij ziet er deftig uit, heeft een malletje bij en spreekt goed Engels. Prompt wil hij ons ‘persoonlijk’ de weg wijzen hoewel dit de andere kant uit is. Wij ruiken onmiddellijk onraad en gaan er vandoor. Onderweg vragen we wel 5 keer de weg maar iedereen stuurt ons een andere richting uit. We zijn er nochtans van overtuigd dat we in de juiste buurt zitten. We zien een toeristen informatiebureau en gaan hier binnen. Ze wijzen ons de weg naar een winkel een beetje verderop. Wanneer we er binnenkomen, worden we echter onmiddellijk overspoeld door opdringerige verkopers en dat is toch wel wat vreemd want in dergelijke winkels kan je normaal niet afdingen en doen de verkopers dan ook niet zo veel moeite. Al snel beseffen we dat we niet juist zitten. We zoeken verder. Even denken we juist te zitten omdat we aan en brede laan komen met mooie winkels. Hier zien we een kleine patisserie en we besluiten even een pauze in te lassen. De appeltaart is hier heel erg lekker en ook de chocoladetaart is volgens Wendy heerlijk. Als ons buikje gevuld is, vertrekken we weer. Na ongeveer 3 uur ben ik het zoeken echt beu en ik word redelijk kwaad wanneer er weer eens een Indiër zegt ‘I am your friend and I will show you where it is’. Ik vraag hem of er ‘Stupid Tourist’ op mijn voorhoofd staat. Het blijkt iemand te zijn die al eens in België is geweest. De stoom komt uit mijn oren en ik probeer hem duidelijk te maken dat ik niet begrijp waarom Indiërs ons van het kastje naar de muur sturen want dat wij zoiets in België nooit zouden doen. ‘You are in India’ is zijn droge commentaar. Hij vertelt ons dat de Indiërs in bepaalde winkels commissie krijgen en ons bijgevolg steeds daar mee naartoe willen nemen … alsof we dat nog niet wisten! Gelukkig krijgen we hulp uit onverwachte hoek. De toeristenpolitie ziet dat we er niet gelukkig uit zien en spreekt ons aan. Wanneer hij ons vertelt dat we helemaal niet in de buurt van Connaught Place zitten, zakt de moed ons in de schoenen maar tegelijkertijd zijn we ook opgelucht dat er eens iemand de waarheid spreekt. Op het plannetje in Jorn zijn boek, duidt hij aan waar we ons nu bevinden en hoe we moeten wandelen. We besluiten geen tuktuk te nemen maar dat laatste eindje nu ook maar te voet te doen. Die extra kms zullen het nu ook niet maken en we willen niet het risico nemen weer ergens compleet anders te worden afgezet. Rond 16 uur zijn we eindelijk op onze bestemming. We hebben nog net de tijd om ze één voor één binnen te wandelen en onze inkopen te doen want om 18:30 uur hebben we afgesproken aan de ‘echte’ apentempel die inderdaad net over de winkels ligt! We horen van de rest dat ze ook wel wat hebben gezocht en slechts bij een paar heeft de tuktuk driver de juiste bestemming gekozen. Vanavond hebben we besloten om er eens goed in te vliegen en we kiezen één van de duurste restaurants van Delhi uit. In de trotter staat het restaurant ‘Zen’ heel hoog aangeschreven en we verwachten er dan ook veel van. Er is heel veel keuze en het duurste gerecht op de kaart kost slechts 12 euro! De meesten nemen vis want dat hebben we op deze reis eigenlijk nog niet gegeten maar als ik aan de Gagnes denk dan pas ik daar toch liever voor. Ik besluit voor een laatste maal een curryschotel te nemen. Zoals steeds is deze super lekker maar er zit wel wat koriander in …. Om dat te compenseren, neem ik dan maar een dessert; beignets van appel met ijs. Het is de laatste dag dus nu durf ik wel een risico te nemen. Niemand is ziek geweest op deze trip, behalve Sophie dan die wat last had van krampen. Dus ook al zegt men dat iedereen ziek wordt in Indië – onze groep heeft het tegendeel bewezen. We nemen een tuktuk terug naar het hotel en merken dan pas dat we echt wel ver gestapt hebben deze middag want het hotel ligt echt vrij ver van Connaught Place. Om 22:30 uur gaan we naar bed.

 

donderdag 25 oktober 2007

Chitwan – Gorakhpur - Nachtrein Delhi

Vandaag héél vroeg uit de veren! Om 2:30 uur wake up call en om 3uur vertrek. Ik prop nog snel mijn haardroger in de zak wanneer Sophie & Jorn aankomen. Gisteren heeft ze getracht hiermee haar rugzak wat droog te blazen. We krijgen een lunchpakketje mee. De chauffeur zet zijn voet flink op het gaspedaal en de meesten vallen in slaap. Wanneer ik na een tijdje mijn ogen open, zie ik een witte muur voor mij … mist! Ik ben er niet gerust in want de wegen in Nepal zijn niet echt om over naar huis te schrijven. Gelukkig trekt de mist snel op en wanneer het licht wordt, stoppen we in een klein dorpje voor ontbijt. Het lunchpakket ziet er niet erg smakelijk uit – een kleffe boterham met van die vieze, zoete confituur en een hard gekookt ei. Net op het moment dat we uitstappen, komt er een kindje bedelen. We geven hem een lunchpakket en hij is zo blij. Het is echt ontroerend als we zien hoe hij het boterhammetje smakelijk begint op te eten. Ik koop een pak chips als ontbijt en ga nog snel even naar het toilet – één van de meest ‘geurige’ van de vakantie. Maar nood breekt wet! Voor we met z’n allen de bus weer instappen, nemen we nog een groepsfoto en daarna zetten we onze reis weer verder.

We arriveren in een recordtempo aan de grens. Dit is voor iedereen veel te snel gegaan want het afscheid nadert en niemand wil afscheid nemen! Na het invullen van de gebruikelijke formuliertjes bij de Nepalese douane is het wachten op onze Indische gids want hij is te laat. Het is 8:30 uur en hij had er om 8 uur moeten zijn. Na enkele minuten komt hij er dan toch aan en iedereen heeft hetzelfde gedacht: een arrogante macho. Hij is vrij onvriendelijk tegen Ashok en dat schiet de meeste al in het verkeerde keelgat, want van onzen Ashok moeten ze afblijven hé! We nemen afscheid en dat verloopt vrij emotioneel. Vrijwel iedereen heeft een krop in de keel. Ashok regelt nog wat riksja’s voor diegenen die hun bagage niet te voet willen meesleuren. De Indiase grensformaliteiten gaan iets trager. Griet moet mee stempeltjes zetten want de mannen zien het niet meer zitten. Een grappig gezicht! Aan de Indiase kant van de grens staan jeeps op ons te wachten die ons naar Gorakhpur zullen brengen. Er is één oldtimer bij en die kiezen we. We zitten redelijk comfortabel – Jorn vooraan naast de chauffeur en Sophie, Wendy & ikzelf achteraan. We hebben een rit van 3 uur voor de boeg. Onderweg stoppen we even voor de gebruikelijke plaspauze en we arriveren rond de middag in Gorakhpur. Daar wordt onze ergste nachtmerrie werkelijkheid – ‘Hotel Gagnes’! Volgens de gids één van de beste hotel/restaurants in het stadje … mmmm dan wil ik de rest niet zien! We krijgen weer een kamer ter beschikking om ons op te frissen maar weer wordt daar enkel gebruik van gemaakt om te plassen. Onze magen beginnen te knorren. Vorige keer heb ik daar niet slecht gegeten dus ik denk ‘zal maar hetzelfde bestellen’. Maar ik heb grote honger dus besluit ik er toch nog maar een loempia bij te nemen. De bediening is slechter dan ooit. Na ruim drie kwartier krijgen we pas ons drinken. Dan komt het eten op tafel. De soep is deze keer veel te zout en niet te eten dus die laat ik staan. De loempia is gelukkig wel lekker. Wendy heeft haar favoriete gerecht, ‘pakora’ besteld maar wanneer het op tafel komt, schiet iedereen in de lach. Het is iets helemaal anders – een boterham met groenten die drijft in de olie en daarop nog een laagje confituur. Ook Vanessa heeft dit geweldige gerecht gekozen en beide besluiten om het maar te laten voor wat het is. Na het eten hebben we nog zeeën van tijd want we kunnen pas rond 16 uur naar het station. We nemen boven plaats in de zeteltjes want beneden is er te veel lawaai van het drukke kruispunt waar het hotel gelegen is. Bovendien is het daar ook heel erg heet. Boven valt de temperatuur mee en het is er lekker rustig. We spelen een spelletje en zo gaat de tijd langzaam maar zeker voorbij. Om 16 uur is het dan eindelijk zo ver en kunnen we vertrekken. Onze gids regelt enkele riksja’s en we rijden door de drukke straatjes naar het station. Wendy heeft medelijden met de bestuurder van de riksja want hij moet echt wel hard trappen om ons vooruit te krijgen – wat wil je twee flinke madammen en dan nog eens twee zware stukken bagage. Bij aankomst in het station is er een meningsverschil tussen onze arrogante gids en de riksjarijders. Blijkbaar wil hij minder betalen dan afgesproken want ze kunnen er niet om lachen. In het station aangekomen, lopen we achter Mister Macho aan die in een sneltempo naar het perron wandelt – hij vergeet dat mijn koffer bijna 20 kg weegt! Ik ben doodop en sta in het zweet wanneer we aankomen. We installeren ons en gelukkig kan ik even op Wendy’s rugzak gaan zitten om uit te rusten. Veel informatie krijgen we niet van onze gids, enkel dat we moeten wachten terwijl hij gaat informeren. We kijken geamuseerd toe naar de bedrijvigheid op het perron. Er hangen heel wat bedelaars en rare individuen rond dus we moeten wel opletten. Na ongeveer een uur komt Mister Macho terug en vertelt ons dat de trein redelijk op tijd zal zijn en inderdaad even later komt hij het station binnengereden. We gaan op zoek naar onze wagon en installeren ons. Wendy & ik delen de wagon met Vanessa & Katelijn, Tine & Anouk. Het is nog redelijk vroeg dus we blijven nog even rechtop zitten. Vanessa & Katelijn verdwijnen als eerste want zij slapen op de bovenste bedden. Wanneer er een chipsverkoper voorbij komt, besluiten we alvast een lekker pakje chips te nemen. Vanessa gooit haar eerste keuze terug naar beneden en vraag een ander smaakje. De verkoper heeft dit echter niet gezien en denkt dat ze twee pakjes heeft gekregen. Het kost ons heel wat moeite om hem duidelijk te maken dat ze slechtst 1 pakje heeft gehad. Hij komt dan ook tot 3 keer toe terug om te ontvangen. Uiteindelijk heeft hij het begrepen. Om 20 uur krijg ik ook mijn klopje en we besluiten de bedden al langs 1 kant van het compartiment te installeren zodat Tine & ikzelf ook al onder de wol kunnen kruipen. Wendy & Anouk zijn nog niet moe en willen nog wat bijpraten. Het was zo warm tijdens de dag dat ik liters water heb gedronken dus dat belooft voor vannacht! Ik ben al snel in dromenland.

 

 

woensdag 24 oktober 2007

Chitwan - dag 2

Wake up call (lees: klop op de deur) om 5:30 uur. We krijgen nog een lekker ontbijt en dan begint ons jungle pakket dat we geboekt hebben. Voor sommigen het hoogtepunt van de reis voor mij het absolute dieptepunt. Eerst gaan we kanovaren op de rivier.

We zien wat vogels en een krokodil. Ik geniet van de rust op het water en van de zonsopgang, ook al stelt die niet veel voor. Het is mistig en bijgevolg kleurt de hemel niet echt mooi. Na de boottocht maken we een tochtje door de jungle… brrrrr. In Kathmandu hebben we gepraat met een Nederlandse vrouw die deze tocht al gedaan had en zij vertelde ons dat er heel wat bloedzuigers zaten dus ik ben er niet echt gerust in. Sommigen van de groep lachen me een beetje uit wanneer ik mijn broek in mijn kousen steek, maar na enkele stappen heeft Koenraad het al zitten. Er zit er eentje op zijn been. Ook Tine heeft prijs. Zij treft er eentje aan op haar buik. Onze gids gooit wat zout op de beestjes en dan lossen ze. Ik ben ingepakt van kop tot teen en blijf er gelukkig van gespaard. Tijdens onze tocht zien we plots een neushoorn grazen. Ik heb het beestje mooi gefotografeerd met mijn telelens voordat het verdwijnt in de bossen en dat is voldoende voor mij. Dat is echter buiten de bewakers gerekend. Zij willen de neushoorn volgen. Ik ben er niet echt gerust in, wat als dat beest aanvalt …. Het lukt hen om de neushoorn terug op te sporen en we zien het beest in het water glijden. Iedereen kan foto’s nemen van op nog geen meter afstand.

Na de jungle tocht bezoeken we de ‘Elephant Breeding Farm’. Hier kopen we wat koekjes om aan de babyolifantjes te geven. Heel erg leuk om zien. En we kunnen de beestjes zelfs aaien. Daarna volgt er nog een spektakel aan de oever van de rivier. We kunnen er baden met de olifanten – een toeristische bedoening waar iedereen voor bedankt. We lunchen rond 12:30 uur in ons hotel en doen nadien een dutje tot 15:30 uur. Dan is het tijd voor onze olifantentocht door de rimboe. In jeeps worden we tot bij de vertrekplaats gebracht. Met z’n vieren, Jorn & Sophie, Wendy & ik, klimmen we via een hoge houten trap op de rug van onze olifant. Bij vertrek doen de andere olifantenrijders teken dat er iets niet juist zit. We zijn er niet gerust in want erg comfortabel zit zo’n bakje niet en ik zie al rampscenario’s voor me. Als dat beest valt, kunnen wij er nooit tijdig uit. Ik weet niet hoeveel een volwassen olifant weegt maar ik veronderstel dat er van ons niet veel zou overblijven als we er onder geplet zouden raken. Onze begeleider lacht de verontrusting van de anderen weg en maant de olifant aan verder te lopen. We voelen wel dat er iets niet juist zit – we hangen een beetje scheef. Na een tijdje wordt er dan toch wat getrokken aan het touw zodat dit wat vaster zit. Sophie voelt zich heel ongelukkig want net voor vertrek merkt ze dat de fles water die ze in het hotel heeft gekocht, een fit heeft. Heel de rugzak is nat. De telelens van Jorn kan ik nog wel bij in mijn zakje steken. Het is een grappig gezicht al die olifanten achter elkaar door de jungle. Een echt pad is er niet dus af en toe bevinden we ons tussen de bladeren van de bomen. Op een open plek in het bos komen alle olifanten samen – daar staat een neushoorn rustig te grazen en hij is het duidelijk gewoon want hij maakt geen aanstalten om zich uit de voeten te maken, hoewel er heel wat lawaai is. We worden behoorlijk door elkaar geschud en na een half uurtje begint mijn voet te slapen en heb ik al pijn tussen mijn billen. Dat belooft, want de tocht duurt uiteindelijk 2 uur. Wanneer we er eindelijk af mogen, is iedereen heel erg opgelucht. Waarschijnlijk staan we morgen vol blauwe plekken! In het hotel neemt iedereen een frisse douche en we zien elkaar terug aan het avondeten. Nepalees buffet alweer. Na het avondeten gaat iedereen buiten zitten want er komt een Nepalees dansgezelschap. Er is weinig licht en veel stelt dit niet voor. Ik ga zelfs voor het einde naar de kamer want ‘meedansen’ daar heb ik een grondige hekel aan. Wendy komt me vertellen dat Ashok nog een briefing gaat geven want het is onze laatste avond in Nepal. Hij is duidelijk geëmotioneerd en vertelt ons dat hij genoten heeft van de reis. Hij geeft ook een boekje door waarin we allemaal iets moeten schrijven. Dat doet iedereen met plezier want iedereen heeft Ashok in het hart gesloten – zo’n fijne man! De mannen van het hotel hebben samen met Ashok een kampvuur gemaakt en zijn bezig met het roosteren van kip. Iedereen gaat dus rond het kampvuur zitten en daar vatten we het plan op dat het toch misschien beter is om Ashok hier een kleine attentie te geven. Iedereen tast dus diep in z’n zakken, de centjes worden verzameld en in een enveloppe gestoken. Als ‘oudste’ van de groep geef ik een kleine toespraak. Ik bedank hem in naam van de groep voor de toffe tijd die we samen hebben beleefd. Hij is duidelijk heel erg ontroerd. Ik denk dat er niemand is die nu al Nepal wil verlaten. Iedereen ziet enorm op tegen het afscheid van Ashok morgen en die laatste twee dagen India. We gaan dan ook met een dubbel gevoel naar bed.

 

 

dinsdag 23 oktober 2007

Chitwan

Vandaag vertrekken we om 7 uur dus geen tijd voor ontbijt. Na 2,5 uur rijden stoppen we om te ontbijten. Diegenen die toast willen, hebben pech want er is geen brood meer in huis. Iedereen bestelt dus pannenkoeken met banaan of honing. Na nog eens 1,5 uur rijden komen we aan bij de vertrekplaats van de rafting. Tine & Anouk, Nelly & ikzelf hebben besloten niet mee te gaan. Op de vertrekplaats zou er een bus op ons wachten die ons zou meenemen naar Chitwan. Jammer genoeg is de bus niet gearriveerd dus Ashok moet wat telefoontjes doen. De bus waarmee we gekomen zijn, neemt ons nog 15 km mee maar dan moeten we overstappen in een jeep. De weg is hobbelig maar uiteindelijk komen we aan in Chitwan stad. Daar stappen we over in een nog slechter uitziende jeep die ons over een nog slechtere weg naar het hotel brengt. Ik zit vooraan en de stank is niet te harden. Een indringende benzinegeur kruipt in mijn neusgaten en ik hou mijn sjaal voor mijn gezicht. Ondertussen vliegt het stof in het rond dat het een lieve lust is. Helemaal verwaaid en onder het stof komen we aan bij de Rainbow Safari Lodge.

Hier worden we echter super ontvangen. De baas komt ons al tegemoet en brengt ons naar het restaurant waar we een heerlijke lunch voorgeschoteld krijgen. Tomatensoepje, groenteburger met frietjes en kokospap als toetje. Nadien worden we naar de kamers gebracht en de lodges zijn echt heel erg mooi. Er zijn wel veel spleten in het dak en bijgevolg zit er dus ook veel ongedierte – vooral de grote mieren baren me zorgen. Ik steek alvast mijn muggensteentje in het stopcontact. Gelukkig zijn er muskietennetjes over het bed gespannen. Om 16 uur doen Nelly en ik samen met een bewaker een wandeling door het park naar de rivieroever. We stoppen onderweg ook even bij een olifantenkamp. We drinken iets aan de rand van de rivier en zien hoe twee krokodillen liggen te zonnen op een zandbank. Rond 18 uur keren we terug naar het hotel waar ondertussen de rest van de groep is gearriveerd. Hier in Chitwan zit het eten inbegrepen in het Jungle pakket dat we hebben geboekt dus er is weer Nepalees buffet. We kruipen vroeg onder de wol want morgen moeten we vroeg uit de veren. Het is de eerste keer dat ik onder een muskietennet slaap en eigenlijk is dit geen overbodige luxe want ik voel me veilig in mijn coconnetje.

 

 

maandag 22 oktober 2007

Nagarkot – Bakthapur

Om iets voor 6 uur wordt er op de deur geklopt, wake up call voor de zonsopgang. Wendy gaat kijken maar ik besluit dat het toch beter is niet in de kou te gaan staan en blijf nog wat in bed. Maar om 6:30 uur ben ik klaarwakker en besluit er dan ook maar uit te komen. Het is koud dus een douche zie ik niet zitten. Dan maar een kattenwasje aan de lavabo want die vickx – die trouwens goed zijn werk heeft gedaan – moet er af. Ik voel me al iets beter maar de hoest is nog niet verdwenen. Het ontbijt is heel erg lekker. Er is veel keuze aan het buffet en ik neem een omelet met toast en heerlijke gebakken aardappeltjes met look en ui. Mijn darmpjes beginnen onmiddellijk te werken en ik kan eindelijk naar het toilet gaan. De groep neemt om 8 uur afscheid en ze beginnen aan hun afdaling. Rik, die last heeft van zijn knieën, Nelly en ikzelf gaan niet mee wandelen. Het feit dat de wandeling een afdaling is van twee uur langs een steile bergkam, doet me besluiten dat het ook voor mijn knieën geen deugd zou doen. Bovendien speelt de verkoudheid me nog steeds parten. Om 10 uur komt de bus ons ophalen. De koffers worden opgeladen en we vertrekken. Na enkele meters belanden we al bijna in een greppel wanneer er een tegenligger de berg op komt. Gelukkig loopt alles goed af. Ergens halverwege de berg laden we de moedige wandelaars op en rijden naar het ‘Sunny guest House’ in Bakthapur, dat heel idyllisch gelegen is aan ‘Durban Square’. De kamer is gezellig maar de lakens ruiken niet echt fris. Dat zijn zorgen voor later. We hebben honger en besluiten eerst samen te gaan eten. Op een dakterras bestellen we onze lunch maar die laat lang op zich wachten. Iedereen wordt ongeduldig want we hebben slechts 1 dagje in dit mooie stadje. Eindelijk wordt alles gebracht. Na de lunch neemt Ashok ons mee op verkenning van de stad. Bakthapur is één van de drie koningssteden in de Kathmanduvallei en is vrijwel de best bewaarde plaats. Doordat er tot nu toe weinig westerse invloeden zijn geweest is er vrijwel geen gemotoriseerd verkeer in het centrum toegestaan. Hier heb je dus maar weinig fantasie nodig om je in de Middeleeuwen te wanen. We kuieren door de straatjes en luisteren naar de verhalen van Ashok. Ook hier laat hij ons kennismaken met het echte leven.

Na de rondgang laat hij ons vrij om ons eigen ding te doen. We gaan uiteraard nog wat shoppen. Wendy kan er niet bij dat ik weer sjaals koop maar in één van de winkels begint de verkoper ook haar in te palmen. Ze is niet van plan te kopen en probeert af te dingen tot in het extreme … het lukt! Zo slaagt ze er in om 2 sjaals van 1000 Rupees het stuk, te kopen voor 250 want ze krijgt er twee voor 500 Rupees. Dat is me nog nooit gelukt! Waarschijnlijk omdat de verkopers wel zien wanneer ik echt iets wil. Wendy gaat alvast terug naar het hotel om zich te douchen terwijl ik nog even terug ga naar de winkelstraat om een geschenkje voor haar te kopen. Ze had even daarvoor een mooi armbandje gezien maar niet gekocht dus ga ik dat even halen. Ik koop ook een kaartje waarop ik dan nadien een gedichtje wil zetten. ’s Avonds gaan we weer met z’n allen samen eten. Ashok gaat richting terras maar ik protesteer want ik wil niet nog zieker worden. Nadat er toch nog enkele protesteren, verhuist heel de groep naar een tafel binnen. We eten weer voortreffelijk en nemen nog een dessert. Na het eten neemt Ashok ons nog even mee om typische kruiden te kopen. Dat heb ik vanmiddag al gedaan maar ik heb ze weer 10x duurder betaald. Ah ja …. That’s life!

 

 

zondag 21 oktober 2007

Nagarkot

Om 7:30 uur staan onze koffers al in de lobby en neemt Ashok ons mee naar een binnenplaatsje om te ontbijten. We moeten heel erg lang wachten want er is veel volk. De meeste restaurantjes zijn gesloten omdat het vandaag de belangrijkste dag is van het festival. Om 10 uur vertrekken we richting Nagarkot, een op 2000 m hoogte gelegen dorp. Het is slechts 1 uurtje rijden maar we staan doodsangsten uit. In de bergen is de weg slechts breed genoeg voor 1 voertuig en de afgronden zijn steil en diep. Maar eens boven op de top loont het echt de moeite. Het hotel ‘View Point’ biedt een adembenemend uitzicht op 8 van de 10 hoogste toppen van Nepal.

Achter de groene rijstterrassen tekenen de witte pieken van het Himalayagebergte zich af. We voelen onmiddellijk het temperatuursverschil als we uit de bus stappen. Het is er aanzienlijk frisser dan in Kathmandu. We krijgen onze kamers en deze blijken niet echt veel voor te stellen, piepklein en niet echt proper. Vermits Nancy klaagt over astma en er vloerbekleding ligt in hun kamer besluiten Wendy & ikzelf onze kamer te verwisselen. Later zou blijken dat dit niet zo’n goed idee was. We lunchen op het dakterras en nemen deel aan een kleine welkomstceremonie. We krijgen een banaan om te eten, een tika (rode stip) op ons voorhoofd, wat sprietjes tussen onze oren en bloemblaadjes op ons hoofd. Het is geen gezicht maar wel leuk. Bij de meesten valt de tika er quasi onmiddellijk af. Na de lunch maken we een wandeling door de natuur. Al na enkele minuten beklaag ik het me dat ik ben meegegaan. De weg is prachtig maar ik heb bijna geen lucht. Mijn verkoudheid is in alle hevigheid losgebarsten en ik hoest dat het een lieve lust is. Ashok ziet dat ik het moeilijk heb en koopt onderweg wat muntjes – de schat – ze zetten mijn longen open en de klim terug naar het hotel gaat iets gemakkelijker. Onderweg bezoeken we een klein kaasfabriekje waar momenteel niemand aan het werk is. De geur alleen al maakt me misselijk. We komen voorbij een huisje waar Ashok ons even laat binnenkijken. Zo zien we hoe de Nepalezen hier leven. De benedenverdieping is gereserveerd voor de beesten en zij slapen boven. We komen ook veel kleurrijke mensen tegen en kindjes met zwaar opgemaakte zwarte ogen. Dit is om kwade invloeden af te weren.

Ze bekijken ons argwanend maar zijn zeer vriendelijk. Hier op het platteland worden we overal spontaan met ‘namaste’ begroet, een woord dat zowel hallo, als bedankt als tot ziens betekent. De kindjes hebben de tijd van hun leven nu, want gedurende het festival kunnen ze genieten van een schommel. In heel Nepal worden er voor het festival schommels gemaakt van bamboe en touw. We vinden het wel sneu voor hen dat ze hier enkel van kunnen genieten gedurende veertien dagen – daarna wordt de schommel onherroepelijk afgebroken. Het is ons een raadsel dat het ding blijft staan maar één ding is zeker; het is een echt spektakel en de kinderen willen steeds maar hoger en hoger de lucht in. We komen terug in het hotel rond 16 uur maar moeten nog wachten tot 19 uur om te eten. Het is ondertussen flink koud geworden en mijn fleece is niet echt voldoende om het warm te krijgen. We besluiten dus binnen te gaan zitten en een theetje te drinken. Ik vraag of we geen knabbeltje kunnen krijgen en even later komt de ober terug met een schaaltje pindanootjes. De smaak is apart … iedereen denkt onmiddellijk aan eieren maar we smullen er toch van want we hebben honger. Om 19 uur mogen we dan eindelijk aan tafel. Het buffet is redelijk uitgebreid en alles is heel erg lekker. Ook al voel ik me ellendig, na het eten ga ik toch nog even mee aan de open haard zitten. Jorn heeft Vanessa en Katelijn al heel de dag bang gemaakt voor de zogenaamde springende spinnen die hier in Nagarkot zouden zitten. Wanneer iemand een dode spin naar hen gooit, springen ze dan ook al gillend van hun stoel en Katelijn eindigt op mijn schoot. Niet netjes maar er wordt toch hartelijk om gelachen. Voor het dessert ga ik naar bed. Nelly bezorgt me een potje vickx zodat ik mijn borst goed kan insmeren. Rillend van de kou kruip ik om 21:30 uur onder de wol. Ik heb moeite om in slaap te vallen wegens ademnood. Waarschijnlijk doet die vloerbekleding er nu ook geen goed aan en komt ook mijn astma toch een beetje opzetten.

 

 

zaterdag 20 oktober 2007

Kathmandu - dag 3

Vandaag mogen we eindelijk eens uitslapen. Gisteren werd beslist dat niemand de facultatieve uitstap naar ‘Durban Square’ en Patan zou meedoen wegens te duur (15 euro). Ashok bood echter aan om ons wel naar ‘Durban Square’ te brengen als we om 9 uur aan de receptie zouden staan. Wendy en ik twijfelen geen seconde maar ik heb wel één voorwaarde – ik wil mijn dag goed beginnen met een lekker ontbijt en ik wil dus opnieuw naar de ‘Pumpernikel’. We worden vergezeld door Nancy & Ann, Griet & Rik. Al de anderen trekken er zelf op uit. Mijn ontbijt bestaat uit een lekker broodje met omelet, een appeltaartje (want dat was gisteren zo lekker) en vers sinaasappelsap. Daarna brengt Ashok ons via smalle straatjes naar een klein tempeltje waar Nepalezen hun offers brengen en aan een gebedsmolen draaien. Op de weg naar ‘Durban Square’ komen we via winkeltjes, leuke huisjes en pleintjes. We komen ook voorbij een gezellig marktje waar Nepalezen hun koopwaar aanbieden. Iedereen is blij want we zien nu echt wel meer van het dagelijkse leven. Ashok brengt ons in contact met de plaatselijke bevolking en laat ons zien hoe de Nepalezen wonen. Hij legt ons het principe uit van de binnenpleintjes. Hier komen steeds verschillende deuren op uit. Wanneer er een kleurstof is aangebracht aan de zijkant van de deur wil dat zeggen dat er daar een Nepalees gezin woont. Vaak wonen er op zo’n pleintjes dus meerdere gezinnen bij elkaar. Ook legt hij ons de rituelen uit die gepaard gaan met het Dashain-festival. De auto’s bijvoorbeeld worden gezegend met bloed van geslachte dieren. Mensen zorgen er ook voor dat hun huis tip top in orde is, en we zien dan ook velen hun huis schoonmaken en/of schilderen. Wanneer we aan ‘Durban Square’, ook wel het koningsplein genaamd aankomen, zien we dat het er erg druk is. We betalen een bijdrage (200 Rupees) om het plein te mogen bezichtigen. Dit is het kloppend hart van Kathmandu en er staan maar liefst 50 tempels en andere religieuze monumenten, waarvan de meeste 3 à 4 eeuwen oud zijn. Dit plein is vooral een ontmoetingplaats en het is er de hele dag een komen en gaan van toeristen, pelgrims en bedelaars. Ashok legt ons uit hoe we terug bij het hotel geraken en neemt afscheid. We wandelen wat rond en zijn getuige van het feestritueel. Eén buffel en twee geiten worden voor onze ogen geslacht en geofferd. Een bloederig tafereel maar eigen aan de Nepalese cultuur.

Wanneer we van de schok zijn bekomen, nemen we een taxi naar Patan, ook wel ‘de stad der schoonheid’ genoemd. De weg er naartoe is er eentje met veel bulten en kuilen. Bij aankomst op het ‘Durban Square’ van Patan zijn we aangenaam verrast want het is er veel rustiger dan in Kathmandu. Ook hier betalen we onze bijdrage (250 Rupees) terwijl we eigenlijk gewoon zouden kunnen rondlopen maar het is er zo mooi dat we het er wel voor over hebben. Dankzij de toeristische bijdragen kunnen ze het plein en de monumenten blijven onderhouden. Het oude gedeelte van Patan heeft nog meer tempels en kloosters dan Kathmandu en het is hier aangenaam vertoeven. We verkennen het plein en na een tijdje merken we dat we Griet & Rik zijn kwijtgespeeld. We lopen door de kleine, smalle straatjes van Patan en gaan op zoek naar ‘The Hiranya Varna Mahabihar’, ook wel ‘The Golden Temple’ genoemd, welke één van de mooiste van Patan zou zijn. Bij aankomst besluit Nancy niet mee binnen te gaan, jammer want het loont echt de moeite. Enig nadeel is dat de 3 verdieping hoge pagode op een binnenpleintje staat waar honderden duiven zitten. Reden hiervan is dat de gelovigen hier eten geven. We moeten opletten voor de vallende uitwerpselen. De pagode werd in de 12de eeuw gebouwd en is mooi uitgewerkt met hout en bladgoud. Ook hier zien we de steeds terugkerende gebedsmolens. We eindigen deze culturele dag bij de ‘Mahabuddha temple’, ook wel ‘de tempel van de 1000 Boeddha’s’ genoemd.

Deze boeddhistische tempel is opgetrokken in terracotta en staat verscholen op een binnenplein ergens in een klein steegje. Hierdoor komt deze tempel niet tot z’n recht want hij is echt wel heel erg mooi. Hij dankt zijn naam aan de duizend mooi uitgewerkte Boeddha’s waarmee de gevel is versierd. We nemen een taxi terug en gaan nog wat souveniertjes kopen. Om 19 uur hebben we met de hele groep afgesproken in de lobby want we gaan gezamenlijk eten in een ‘trekkersrestaurant’. Hier kunnen we allemaal onze stempel drukken op een prachtige reis. Het restaurant hangt vol met grote kartonnen voeten waarop allerlei zaken geschreven staan. Wij krijgen er ook eentje en Jorn die het meeste tekentalent van ons allemaal heeft, maakt een prachtige tekening. Iedereen zet er zijn naam onder en daarna wordt het voetje opgehangen. Ashok en Jorn kiezen een mooi plekje uit aan de ingang van het restaurant. Ik heb Wendy beloofd dat ik na het eten nog mee iets ga drinken en belofte maakt schuld. We trekken naar een bar waar er net een rockbandje aan het spelen is. We kunnen elkaar niet echt verstaan want de muziek staat hard maar is gelukkig niet slecht. De cocktail stijgt naar mijn hoofd en ik besluit er dus maar eentje te drinken. Samen met Clarissa ga ik terug naar het hotel. De anderen blijven nog wat hangen.

 

 

vrijdag 19 oktober 2007

Kathmandu - dag 2

Opnieuw vroeg uit de veren voor onze vlucht boven de Himalaya. Vrijwel iedereen heeft deze excursie geboekt want het zou een uniek spektakel zijn. Vermits ik niet van plan ben ooit de Mount Everest te beklimmen, is dit een goed alternatief. We worden per jeep naar de luchthaven gebracht. Het is een klein half uurtje rijden en bij aankomst moeten we eerst de luchthaventaksen betalen – de excursie zelf betaalden we al aan Koning Aap. Daarna door de douane – ja zelfs voor een uurtje vliegen worden we uitgebreid gefouilleerd. En dan is het zo ver … in het kleine vliegtuigje heeft iedereen een zitplaatsje bij het raam. Eenmaal in de lucht hebben we een prachtig uitzicht over Kathmandu en al snel verschijnt het Himalaya gebergte.

Na een kleine twintig minuten vliegen stijgt de spanning: Mount Everest in zicht! Iedereen mag een blik werpen op de top vanuit de cockpit. Fantastisch! We vliegen pal boven de besneeuwde toppen en iedereen probeert zo veel mogelijk foto’s te nemen. Na een klein uurtje zit de vlucht erop. Het was letterlijk en figuurlijk één van de hoogtepunten van deze vakantie. Na deze spectaculaire ervaring gaan we weer op stap met Ashok en ik kijk er wel naar uit want hij is echt een goede gids. Hij neemt ons mee naar een bakkerij ‘The Pumpernikel’ waar we kunnen genieten van een lekker ontbijt op een gezellig binnenpleintje. Mijn keelpijn is verergerd en ik besluit dus maar een hot lemon te nemen. Dat met een lekker appeltaartje en een croissant doet de pijn snel vergeten. Onze eerste culturele stop is de ‘Swayambunath Stupa’, ook wel de ‘Monkeytemple’ genoemd omdat het vol aapjes zou zitten. Daar hebben we zo onze bedenkingen bij want dat werd ons ooit nog eens gezegd en toen zagen we geen enkele aap. Maar bij aankomst zien we wel degelijk aapjes.

We zien ook 3 felgekleurde Boeddha’s die in een meditatiepositie zitten. Heel indrukwekkend! We moeten vervolgens 300 trappen beklimmen en komen dan aan bij het eigenlijke tempelcomplex. Gebedsvlaggetjes, nieuwe en oude steken mooi af tegen de helblauwe lucht en wapperen vrolijk boven ons hoofd. Op de achtergrond horen we de typische Tibetaanse muziek. Overal zien we Tibetaanse gebedsmolens waarin duizenden Tibetaanse Boeddhistische gebeden zitten. Boeddhisten geloven dat ze een betere positie zullen hebben in een volgend leven door het opzeggen van zoveel mogelijk gebeden en mantra’s en wanneer ze aan het wiel draaien zullen al de gebeden hiervan opgezegd worden en naar de hemel gaan. De mooie Stupa heeft een witte koepel met een vergulde spits en is één van de bekendste Boeddhistische heiligdommen in Nepal. De mysterieuze ogen die aan alle vier de kanten zijn geschilderd vertegenwoordigen de ogen van Boeddha en zien de vier windrichtingen. Tussen elk paar ogen staat er een vraagteken. Boeddha heeft geen mond want hij die alles ziet en weet, spreekt nooit.

We wandelen langsheen de vele pagodes en winkeltjes en genieten ook van het prachtige uitzicht over de vallei. We dalen terug af langs de andere kant van de berg. Met de bus rijden we vervolgens naar de ‘Boudhanath Stupa’, de grootste en indrukwekkendste van Nepal en het symbool van het Boeddhisme. Kenmerkend voor dit bouwwerk zijn opnieuw de ogen van Boeddha die over de omgeving lijken te waken en de gelovigen tegen kwade invloeden beschermen. De Stupa van Budha rust op drie trapsgewijs oplopende terrassen. De pelgrims lopen rechtsom omhoog en draaien al biddend aan de gebedsmolens. Ashok brengt ons naar een dakterras van waaruit we een prachtig zicht hebben op de stupa. Hier lunchen we (heerlijke wortelcake als dessert!) en nadien krijgen we uiteraard nog wat tijd om op verkenning te gaan. Nadien wandelen naar de Hindoe tempel ‘Pashupatinath’. Deze tempel trekt jaarlijks duizenden pelgrims aan maar als niet-Hindoe mag je deze tempel niet betreden. Ashok neemt ons via een trap langs de zijkant van de tempel mee naar het complex en hier staan vele aan de God Shiva gewijde tempeltjes waar we wel mogen rondlopen. Voor mij is dit het hoogtepunt van Nepal. Jammer genoeg hebben we hier slechts 10 minuutjes de tijd maar ik zou er uren kunnen in ronddwalen. De tempels zijn mooi uitgewerkt en er hangt een mystieke sfeer.

Langs de oevers van de heilige rivier de ‘Bagmati’ komen de Hindoes samen voor de lijkverbrandingen. De crematies vinden plaats in de ‘Ghats van Pashupatinath’ en de resten van de lichamen worden vervolgens in de heilige rivier gegooid zodat de as van de dode meegevoerd wordt door de stroom. De ‘Bagmati’ is heilig omdat hij uitmondt in de Gagnes. Van boven op de heuvel, kunnen we deze trieste crematies aanschouwen. Eens we de trappen hebben afgedaald richting rivier, is de geur niet te harden, de rook dringt diep in onze neusgaten en ik wil maar één ding, zo snel mogelijk weg van deze ghats. Sadhu’s, bizar beschilderde in oranje gewaden gehulde bedelmonniken met wilde kapsels vertonen hier hun kunsten, de één als slangenbezweerder, de ander als bedelaar. Van zodra je een fototoestel boven haalt, vragen ze geld. We laten ze dus links liggen en wandelen door naar de andere kant van de oever. Daar wachten we op Ashok.

We wandelen verder door het dorp en eindigen deze prachtige dag met een heerlijk diner in het Thais restaurant ‘Yin Yang’, niet ver van ons hotel. Slechts een deel van de groep gaat mee maar iedereen is meer dan tevreden. Echt een aanrader!

 

donderdag 18 oktober 2007

Kathmandu

Om 5:30 uur loopt de wekker af. Ik heb Wendy niet horen binnenkomen dus ik moet onmiddellijk in slaap gevallen zijn. Om 6 uur vertrekken we richting Kathmandu. We hebben deze keer terug een grote bus met iets meer beenruimte. We moeten ongeveer 7 uur rijden door een heuvelig landschap. Wanneer we bij een grote brug komen moet iedereen uit de bus. We moeten namelijk te voet naar de overkant. We voelen de brug trillen onder onze voeten wanneer er een auto over rijdt. Aan de andere kant wacht de bus ons op om ons terug op te pikken. Omdat het festival bijna begint zijn er veel mensen die de stad uittrekken om op familiebezoek te gaan. De bussen zitten overvol en als er geen plaats meer is in de bus, dan kruipen ze er maar bovenop.

Het is een gek gezicht, maar Vanessa & Katelijn, alsook Clarissa willen wel eens zelf ervaren hoe het is om op de bus te zitten en vragen aan Ashok of dat kan. De drie meiden klimmen op het dak en genieten van het prachtige uitzicht en de wind door hun haren. Hilariteit alom wanneer de Nepalezen 3 vrouwen op het dak zien van een bus die maar half gevuld is! We stoppen voor ontbijt bij een gezellig restaurantje met een mooi terras en ditto uitzicht. Pannenkoek met banaan … t’wordt een klassieker maar t’is oh zo lekker. Daar komen we de Nederlandse reisleidster opnieuw tegen en zij vertelt ons dat Ashok en zijzelf in Pokhara nog naar de politie zijn geweest om die man aan te geven die hem een klap had gegeven. Ondertussen had Ashok zijn zonnebril afgedaan en zijn oog was wel wat gezwollen maar gelukkig niet blauw. Wendy probeert het hele voorval te vergeten. Twintig kilometer voor Kathmandu komen we in een monsterfile terecht. Blijkbaar zijn er op de bergkam twee autobussen tegen elkaar gebotst. De meisjes boven op het dak genieten van het zonnetje en wij zitten in de oververhitte bus verveeld en ongeduldig te wachten tot er eindelijk opnieuw wat beweging in komt. Vermits ik weer heel dringend naar het toilet moet, heb ik geen keuze dan de bus even te verlaten en aan de kant mijn ding te doen. Dit is echt grenzen verleggen ….. terwijl honderden ogen me aanstaren, zet ik me, sluit mijn ogen en geniet als ik eindelijk kan plassen en verlost ben van de pijn in mijn buik. Omstreeks 17:30 uur bereiken we dan eindelijk de vallei van Kathmandu, 3 uur later dan gepland. De meisjes kloppen hevig op het dak want ze willen eraf. Het is dan ook levensgevaarlijk daarboven met al de telefoon en elektriciteitskabels die heel laag over de weg hangen.

Kathmandu, de hoofdstad van Nepal is bekend om zijn vele Boeddhistische tempels en paleizen. Op het eerste gezicht is het een drukke en vervuilde wereldstad maar ons hotel is gelegen in een klein straatje. Aangezien de bus er niet in kan, moeten we een klein stukje te voet doen. De bagage wordt gebracht met jeeps. Bij aankomst in het hotel ‘Moon Light’ zijn we aangenaam verrast. De lobby is mooi en buiten is er een leuk terras aangelegd. Maar ons geluk is van korte duur. Blijkbaar zijn ze overboekt en moet een deel van onze groep naar een ander hotel. Drie kamers zijn er te weinig. Na een soort trekking kunnen Wendy & ikzelf opgelucht ademen. Wij mogen blijven. Vanessa & Katelijn, Clarissa & Nelly alsook Koenraad moeten naar het andere hotel. Onze kamer is vrij mooi en de badkamer is te doen. Ik neem alweer een koude douche maar blijkbaar heb ik de verkeerde kraan opengedraaid. Wendy heeft nadien wel warm water. ’s Avonds gaan we eten bij een Brit die hier een restaurant heeft geopend. Blijkbaar een populair adresje bij de toeristen en het eten is inderdaad heel erg lekker. Wel duur naar Nepalese normen. Na het avondeten ga ik weer slapen want ik voel me niet echt lekker- mijn keel voelt aan als schuurpapier … maar ons Wendy gaat er nog eentje pakken.

 

woensdag 17 oktober 2007

Pokhara

Om 6:30 uur spoed ik me naar beneden om nog snel mijn ontbijt voor 7 uur te bestellen. Er is niemand te bespeuren maar ik vind wel het blad waarop iedereen zijn bestelling heeft doorgegeven. Snel zet ik mijn keuze er ook op. Om 7 uur staat mijn ontbijt dan ook klaar en dat is maar goed ook want we hebben een lange dag voor de boeg. Vandaag hebben we ons ingeschreven om een uitstap te doen met Ashok. Wanneer Ashok aankomt, zien we dat hij een donkere bril opheeft. Wendy is er niet gerust in en vraag of alles ok is met hem – hij bevestigt. We rijden eerst naar een Tibetaans vluchtelingenkamp en op de weg daar naartoe zien we overal kuddes geiten. Deze arme beestjes zullen straks allemaal geslacht worden voor het grote festival dat binnen enkele dagen plaatsvindt. Nepalezen offeren de geiten namelijk aan de goden. Het is alsof de beestjes het weten want vele krijsen alsof ze levend gevild worden. Nu zien we al overal de voorbereidingen van dit festival.

De bevolking komt naar de tempels om te offeren, te bidden en rond het gebedswiel te wandelen. Wendy heeft het moeilijk – ik zie tranen in haar ogen en heb echt met haar te doen. Ze maakt zich zorgen om Ashok want hij heeft nog steeds zijn bril niet afgezet. Ze vreest dan ook dat zijn oog er niet echt fraai uitziet en voelt zich schuldig. Ze wil er niet over praten dus laat ik het maar zo …. We vervolgen onze weg naar Sarankot, een typisch Nepalees dorp. Daar begint onze prachtige wandeling. Het landschap met in de verte de besneeuwde bergtoppen is adembenemend mooi en af en toe komen we een huisje tegen. Na 3 uur stappen arriveren we boven op een bergtop. Moe maar voldaan. Als oudste van de groep heb ik het toch niet zo slecht gedaan. We lunchen daar op de top van de berg en genieten van het uitzicht.

De eigenaar van het restaurantje wil met mij op de foto en ik moet beloven dat ik de foto zal opsturen. Daarna dalen we opnieuw af. Beneden is het hele dorp van de partij op een volleybalwedstrijd. Wat een prachtige locatie om aan sport te doen! Met de bus, rijden we vervolgens naar een natuurlijke waterval in de vallei. Niet echt spectaculair. Na deze mooie dag rijden we terug naar het hotel waar we nog even de tijd hebben om te shoppen. De sjaals zijn hier heel erg goedkoop dus koop ik verschillende exemplaren. Om 19 uur spreken we af voor het avondeten. Ik ben doodmoe en ga samen met Clarissa naar het hotel terwijl Wendy nog iets gaat drinken. Omstreeks 22:30 uur kruip ik in bed.

 

dinsdag 16 oktober 2007

Baihrawa - Pokhara

We ontwaken dus in het donker en zoeken onze spullen bij elkaar met de zaklamp. We hadden onze eerste dag in Nepal wel helemaal anders voorgesteld. Om 8 uur zouden we moeten vertrekken maar het giet pijpenstelen – echt noodweer. Het is dus geen optie om de bagage op het dak te leggen. Ashok besluit om alle koffers achteraan in de bus te leggen. We zijn het gewend om ieder een eigen zetel te hebben maar nu moeten we toch per twee zitten. De bus is vochtig, stinkt verschrikkelijk en hier en daar regent het binnen. Bovendien zit ze ook niet echt comfortabel. Het belooft een verschrikkelijke rit te worden want we hebben 8 uur rijden voor de boeg. Het eerste half uur schieten we goed op maar dan verlaten we de grensstad en rijden we de bergen in. Langzaam verandert het landschap. Ik zit zoals steeds voorin in de bus en bij het zien van het glibberige en modderige wegdek begin ik toch lichtjes te panikeren. Ik ben er niet echt gerust in want modder, regen en bergen is geen goede combinatie! Gelukkig verandert het wegdek na enkele km. Ashok vertelt ons veel over de omgeving en af en toe stoppen we in kleine bergdorpjes. We eten in een klein plaatselijk restaurantje en krijgen allemaal hetzelfde – de Nepalese dagschotel, bestaande uit rijst met die vieze saus (gelukkig afzonderlijk geserveerd), boontjes en kip voor de niet vegetariërs. Het is redelijk pikant. De Nepalezen eten met hun handen maar wij krijgen wel een lepel, gelukkig want ik vind het echt geen gezicht …. Na het eten zoek ik het toilet op – het stinkt er verschrikkelijk. Even overweeg ik of het toch niet beter zou zijn om in de vrije natuur te gaan zitten – dat heb ik deze reis al zo vaak gedaan… ja je verlegt je grenzen telkens weer maar ik moet zo dringend dat ik besluit het er toch maar op te wagen. We bezoeken een klein tempeltje onder begeleiding van een horde kindjes die ons overal volgen en vertrekken dan opnieuw.

Het is een mooie tocht door de bergen maar ik kijk toch liever voor me dan opzij want de afgronden zijn vaak heel erg stijl en diep. Ondertussen is de lucht opgeklaard, de zon is er weer en de temperatuur is erg aangenaam, zo’n 25°C. We maken nog een tussenstop om de typische Nepalese thee te proeven met veel melk, suiker en kruidnagel. Het heeft een aparte smaak maar is niet echt slecht. Omstreeks 18 uur komen we aan in Pokhara. Ondanks de gammele bus zijn die 8 uur voorbij gevlogen. Iedereen hoopt op een goed hotel en we worden beloond! Het hotel ‘Raraa’ is klein maar heel erg gezellig en er is warm water! Dus ik besluit snel mijn haar te wassen. We spreken even later af op het dak van het hotel om naar de zonsondergang te kijken. Het stadje ligt in een vallei en is omringd door hoge bergen. In de verte zien we de besneeuwde toppen van het Annapurna massief en het uitzicht is dan ook prachtig! De meest opvallende is de ‘Machhapuchhe’, het Nepalese woord voor ‘Fish tail’ of ‘vissenstaart’.

We ontmoeten een Nederlandse reisleidster van Koning aap die hier met een vriendin rondtrekt. Ze komen al van Tibet en gaan later ook naar Kathmandu. Het is een heel leuke dame waar ik alvast wat tips van krijg betreffende mijn reis naar Tibet één van de komende jaren. Ze kent Ashok goed en besluit mee te gaan eten met ons. Het stadje is heel erg gezellig en er heerst een drukte van jewelste, aan het grote ‘Phewameer’ zijn er tal van souvenirwinkeltjes, cafeetjes en restaurantjes. We genieten van de rust want hier worden we niet elke 5 seconden aangeklampt en dat is een echte verademing. Er zijn ook wel bedelaars en verkopers maar ze zijn minder opdringerig. Het restaurantje ‘Rainbow’ dat Ashok heeft uitgekozen heeft een dakterras en is echt gezellig. Iedereen laat zich eens goed gaan. De meesten nemen een cocktail maar ikzelf kies voor vers ananassap. Het eten is voortreffelijk en ik besluit dan ook nog maar een dessert te nemen, pannenkoeken met banaan en honing. Om duimen en vingers af te likken … de toon voor de komende week is gezet. Na het eten gaan Nancy & Ann terug naar het hotel en ik besluit met hen mee te gaan. De anderen gaan nog wat drinken in de Bizzie Bee, een cafeetje met life music. Gelukkig maakt Wendy er geen probleem van. We kuieren nog wat langs de souvenirwinkeltjes en we kopen alle drie een CD met Tibetaanse muziek. Uiteindelijk ben ik pas rond 23:30 uur terug in het hotel. Wendy komt een stuk later aan en als ze merkt dat ik nog wakker ben, wil ze haar verhaal kwijt. Blijkbaar had ze aantrek van een Nepalees die een beetje te opdringerig werd. Ashok had deze man aangesproken hierover en plotseling kreeg hij een slag in zijn gezicht. Dit moet vrij hard geweest zijn want Wendy en de rest van de groep schrokken er echt van. Het was op slag gedaan met de pret. Wendy zat er wel erg mee verveeld. Plotseling besef ik ook dat ik helemaal vergeten ben om voor morgenvroeg ontbijt te bestellen.

 

maandag 15 oktober 2007

Varanasi - Bhairawa

Ondanks de harde woorden van Raj gisteren, weer geen wake up call. Om 4:30 uur loopt onze wekker af en om 5 uur arriveren we gepakt en gezakt beneden in de lobby. Daar is het verdacht rustig. De mannen liggen nog te slapen op de zetels en schrikken wakker als ze ons horen. Vlug, vlug loopt één ervan naar de receptie en belt iedereen op. De wake up call is wel héél erg laat maar gelukkig heeft iedereen er nu wel rekening mee gehouden en kunnen we vertrekken richting Nepalese grens, een tocht van 450 km. Iedereen is blij dat we Varanasi achter ons laten. Deze stoffige en chaotische stad heeft niet echt een positieve indruk achtergelaten. Langzaam maar zeker verandert het landschap. We rijden door landbouwgebied en zien mensen werken op hun velden.

Onderweg stoppen we in Gorakhpur bij ‘Hotel Gagnes’ om te lunchen. Het is een groezelig hotel en de verlichting is zo miniem dat je niet kan zien hoe vuil het er eigenlijk is. Toch heb ik honger dus ik besluit maar een kippennoedelsoepje te bestellen. Het is eigenlijk best lekker maar terwijl ik me inbeeld hoe de keuken er uit ziet, maak ik me de bedenking om vanavond een extra slok whisky te nemen. Rond 7:30 uur arriveren we aan de grens. De bus stopt enkele meters voor de eigenlijke grensovergang en van daaruit moeten we onze koffers zelf dragen want de bus mag de grens niet over. Het worden de meest vermoeiende meters van deze reis. De weg is vol putten en losliggende stenen dus mijn koffer rollen is uitgesloten. Uitgeput en bezweet kom ik, enkele minuutjes later dan de rest, aan bij de douane. Eerst moeten we laten vaststellen dat we India verlaten. Papiertjes worden ingevuld en vervolgens weer stappen tot aan de grens waar we opnieuw papieren moeten invullen om ons visum voor Nepal te krijgen. De mannen daar zijn heel vriendelijk en maken grapjes. Alles verloopt vrij vlot.

We nemen afscheid van Raj en maken kennis met onze Nepalese gids Ashok. Onmiddellijk wordt duidelijk dat Ashok een geweldige gids is, wat een verschil met Raj! We moeten nog zo’n 10 minuutjes met de bus naar ons hotel. De bagage wordt op het dak geladen en ‘there we go’! De bus is niet echt geweldig – weinig beenruimte en tot op de draad versleten maar iedereen is te moe om er zich druk over te maken. Bovendien belooft onze gids dat de bus van morgen veel beter zal zijn. Ashok vertelt ons ook dat we best niet te veel licht aansteken eens we in onze kamers arriveren want dat het hotel nogal last heeft van ongedierte …. Dat belooft! Bij aankomst is iedereen blij dat we hier maar 1 dagje blijven. De elektriciteit is uitgevallen en we moeten dus alles met de zaklamp doen. De kamer op zich is groot en ruikt muf maar de badkamer is nog erger. Overal dode vliegen en ander ongedierte …. Ik ben echter zo vuil, bezweet en oververhit dat ik besluit om een douche te nemen. Ik spoel alle vieze beestjes door en ga in het bad staan – koud water en een miezerig straaltje, maar ik ben blij met de verfrissing. De handdoeken zijn hard, ruw en naar mijn mening vuil maar ik voel me toch stukken beter. Even later briefing in het restaurant. De elektriciteit is terug in orde maar er staan kaarsjes op de tafels. Dit is heel romantisch maar het is er zo warm dat we toch liever de fan willen opzetten – na enige minuutjes zijn alle kaarsjes dan ook uit. Ashok vertelt ons wat de mogelijke excursies zijn en er is wat commotie betreffende de fooienpot. Ashok stelt voor om ieder 20 Euro te geven waarmee hij dan heel de week alle fooien en dergelijk zal betalen. Een deel van ons is het daar niet mee eens. We zullen morgen een stemming houden. Ashok is lief maar hij heeft zo’n zwaar Nepalees accent dat bijna niemand hem begrijpt. Redelijk vervelend maar het zal wel wennen zeker. We krijgen een buffet voorgeschoteld en we maken kennis met de Nepalese keuken. Rijst en kip zoals in India maar met een linzensaus die naar mijn gevoel te bloemig smaakt en niet echt lekker is. Gelukkig is er ook nog een groenteschotel en chowmein (een noedelgerecht). Na het diner besluit Wendy toch ook maar snel te douchen. Ook zij trotseert dus het ongedierte. Hier ontdek ik dat de speciale vrucht die ik gekocht had in Varanasi, nog steeds in mijn rugzak zit – gelukkig in een plastiek zakje want ze is helemaal plat en niet meer te eten. Ik zal dus nooit weten of ze lekker was! Wanneer we eindelijk gaan slapen, besluiten Wendy en ik in onze lakenzak te kruipen want de lakens zijn ook niet echt heel proper. We hebben op deze reis onze grenzen al wel verlegd maar dit is er toch echt wel over! Midden in de nacht begint het te regenen, te donderen en te bliksemen en de elektriciteit valt weer uit.

zondag 14 oktober 2007

Varanasi - dag 2

Geen wake-up call vanmorgen, hoewel Raj dat uitdrukkelijk had gevraagd. Gelukkig hebben we de wekker gezet. Om 5 uur is iedereen in de lobby behalve Sophie en Jorn. Die hebben zich overslapen. Uiteindelijk zijn ze om 5:30 uur toch beneden en vertrekken we opnieuw richting Gagnes voor een boottochtje over deze heilige rivier bij zonsopgang. Een paar meisjes verkopen kleine bloemstukjes met een kaarsje erin, dat je op de Gagnes weg kan laten drijven. Het zou geluk brengen. Raj koopt voor ieder van ons zo’n kaarsje en we besluiten het noodlot niet te tarten dus doen we met z’n allen een wens en laten het drijven. Het water is rustig en we kijken naar de ochtendrituelen van de Indiërs: ze poetsen hun tanden en wassen zich in het vuile water.

Wat verderop wordt de was gedaan in datzelfde water. Sommigen zitten in gebed verzonken met hun blik op oneindig. Het is een kleurig schouwspel. Ook hier hebben we last van de vele verkopers. Ze zijn volledig aan de situatie aangepast en hebben hun bootjes volgepropt met souvenirs. Om beurten proberen ze vervolgens de toeristenbootjes te benaderen. Aan de oever zien we prachtige gebouwen, bouwvallige paleizen, hier en daar afgewisseld met guesthouses die er tussenin geklemd liggen. Dit alles wordt onderbroken door nauwe steegjes met honden, geiten, eenden en koeien. Na een tijdje komen we in de buurt van de lijkverbrandingen. Hier is het streng verboden foto’s te nemen. We zien dat de eerste lichamen van de overledenen al aangestoken zijn want er is een enorme rookontwikkeling. Toch wel een akelig gevoel. Omdat de Hindoes geloven in een vergankelijk lichaam en een onsterfelijke ziel cremeren zij de doden zo snel mogelijk. Nadat het lichaam in een doodskleed gewikkeld is, wordt het naar een crematorium gedragen aan de rand van de Gagnes. Tijdens het aansteken van de brandstapel, spreekt men gebeden uit de heilige teksten uit om de ziel vrede te schenken. Na de crematie worden de assen, bloemen en botten verzameld om deze vervolgens in de rivier te verstrooien. Aan de oever, op de Main Ghat zitten tientallen bedelaars te smeken om Rupees zodat ze hun begrafenis / verbranding zouden kunnen betalen. In India bestaat er een soort kastensysteem. Dit is een eeuwenoud systeem dat mensen verdeelt in verschillende groepen. Deze groepen hebben een bepaalde positie en rol in de maatschappij. Een belangrijk gegeven van het kastensysteem in India, is dat de kasten erfelijk zijn en dat dus voor de geboorte al wordt bepaald welke positie iemand zal hebben in de maatschappij. De volgorde van de kasten gaat van rein naar onrein. Mensen in de hoge kasten krijgen goede banen, mensen in de lage kasten daarentegen, kunnen alleen de minderwaardige en vieze baantjes krijgen, zoals het vuilnis ophalen, de lijken verbranden, straten vegen of leer bewerken. Zij mogen ook niet, al zouden ze dat kunnen, leren voor een goed beroep. Hindoes geloven dat de kaste waarin iemand geboren wordt, afhankelijk is van de karma uit de vorige levens, m.a.w. als je goed geleefd hebt, zal je opnieuw geboren worden maar dan in een betere kaste.

Rond 8 uur komen we terug aan in het hotel en iedereen heeft wel zin in een lekker kopje koffie. We trekken dus naar het winkelcentrum, maar bij aankomst blijkt dat het nog gesloten is. Terug naar het hotel dan maar. Onderweg koop ik nog wat sinaasappelen en een vreemde vrucht die ik wel eens wil proeven. Dit is het eerste hotel waar er een zwembad is, dus we besluiten daarvan te profiteren en we nemen een duik in het warme water. Na die lange treinreis en het vroege opstaan, doet dit wonderen. De sinaasappelen zijn erg lekker en hopelijk kan ik daarmee opnieuw naar het toilet gaan want dat is me sinds de aankomst in India nog niet gelukt. Na deze leuke onderbreking gaan we ons wat opfrissen en besluiten opnieuw naar het winkelcentrum te gaan om iets te eten. We worden gefouilleerd en mogen geen foto’s nemen in het winkelcentrum. Het krioelt er van de kinderen – de rijkere klasse welteverstaan. We worden weer bekeken maar zijn dat ondertussen al gewend. Boven zijn er verschillende restaurantjes en ik besluit opnieuw voor de tikka massala te gaan – lekker maar pikant.

We nemen nadien een tuktuk naar de ‘Durga tempel’. Deze tempel werd gebouwd in de 18de eeuw en wordt ook wel de ‘apentempel’ genoemd omdat er vroeger heel veel aapjes rondliepen. Die tijd is echter voorbij want de apen werden weggehaald. De tempel is normaal tijdens een festival niet toegankelijk voor niet Hindoes maar gelukkig ontmoeten we aan de ingang een Indiër die ons aanmaant om binnen te gaan. We moeten wel weer onze schoenen uitdoen en dit is deze keer niet zo leuk want binnen in de tempel is de vloer bezaaid met bloemblaadjes en bovendien is het er nat. Er staat een man met een spuit de vloer zuiver te maken, maar hierdoor wordt hij net smeriger. Het offerfeest is net bezig dus het loont zeker de moeite. Jammer genoeg mogen we geen foto’s nemen. Na het bezoek aan deze tempel wil iedereen de oude stad in. Een deel gaat te voet maar Jorn & Sophie, Katelijn & Vanessa en Wendy & ikzelf willen liever met een tuktuk. Bij de ingang van de tempel staat er eentje waar we met 6 in kunnen. Na wat onderhandelen, zijn we het eens over de prijs en vertrekken we richting oude stad. Het wordt een helse rit! Onze tuktuk heeft geen claxon dus slaat hij regelmatig een kreet uit die deze claxon kan vervangen. Hij zet er vaart achter en rijdt zigzaggend over de weg, door kuilen en rakelings langsheen auto’s, riksja’s, koeien en mensen. Onze ‘driver from hell’ brengt ons zonder kleerscheuren op onze bestemming. We kuieren wat door de oude stad en kopen heel wat sjaals, stoffen en souvenirs voor thuis.

Al wandelend ontdekken we een gezellig binnenpleintje met een kleine maar prachtige tempel. Hier is er het cafeetje ‘Sami’ waar we even kunnen ontspannen. Na deze tussenstop gaan we terug naar het hotel om nog snel te douchen. Niemand heeft echt zin om opnieuw de stad in te gaan want Varanasi is niet echt een aangename stad. Over ons hotel hebben we gezien dat er een sjeik restaurant is dus besluiten we dat te proberen. Een goede keuze! Zelfs de plaatselijke bevolking komt hier eten en dat is altijd een goed teken. De bediening is voor een keertje eens echt perfect en het eten is super lekker en goedkoop. Met een tevreden gevoel kruipt iedereen om 23:30 uur in bed.

 

zaterdag 13 oktober 2007

Varanasi

Bij aankomst in Varanasi omstreeks 10 uur, komt de hitte ons tegemoet van zodra we het perron betreden. Overal zitten en hangen mensen en brengen verkopers hun waar aan de man. We worden omringd door dragers die ook hier voor weinig geld onze koffers willen dragen. Ik maak er opnieuw graag gebruik van terwijl de rugzakdragers moedig zelf hun bagage meesleuren. Van zodra we in de bus zitten, wordt het ons duidelijk dat iedereen stikkapot is. Er is geen airco en we hebben een rit van 1 uur voor de boeg. Raj doet de briefing in de bus maar bijna niemand heeft het gehoord want iedereen slaapt. De bus kan niet door de smalle straatjes dus moeten we het laatste eindje naar het hotel te voet afleggen. Het hotel ‘Siddharth’ ziet er op eerste zicht best leuk uit. We worden op traditionele wijze ontvangen met bloemenkrans, rode stip met rijst en muziek. Iedereen heeft honger dus na een korte opfrissing in onze kamer, besluit iedereen om onmiddellijk het restaurant van het hotel uit te proberen. Dat was geen goed idee zou later blijken. Voordat iedereen besteld heeft, is er toch al bijna 40 minuten voorbij. De bediening is op z’n zachts gezegd erbarmelijk en bovendien spreken ze geen Engels waardoor het vrij moeilijk is om aan hun verstand te brengen dat we honger hebben en het bestelde graag op tafel zien komen. Alles komt met mondjesmaat maar twee van ons blijven op hun honger zitten. Nadat ze het zo’n 4 keer gevraagd hebben, is de maat vol. Sophie zegt dat ze de rijst kunnen houden … net dan komt het gerecht uit de keuken maar ze houdt voet bij stuk. Gelukkig heeft ze van ons al wat kunnen mee-eten. Na de lunch gaan sommigen zwemmen, andere gaan wat slapen maar Wendy en ikzelf besluiten een lekkere douche te nemen. Die hebben we wel verdiend. Om 17 uur spreken we af in de lobby om naar de Gagnes te gaan waar de avondgebeden plaatsvinden aan de Main Ghat (trappen die naar de Gagnes leiden).

Elke devote Hindoe wenst Varanasi ten minste één keer in zijn leven te bezoeken en zich te baden in de Gagnes, de heilige rivier die alle onzuiverheden en ziektes opheft. We wandelen door de straten en kijken onze ogen uit. ‘De doden liggen hier zomaar op straat’; had men mij gewaarschuwd. Dat blijkt gelukkig niet waar te zijn. Zoveel volk bij elkaar hebben we echter nog niet gezien, nog meer verkeer en nog meer armoede. We proberen de mannen te ontwijken die voor geld een tika (rode stip) op ons voorhoofd willen zetten. Deze zou geluk brengen en is gemaakt van een soort roze-rode rijst en boter, maar ik vind het maar een vieze bedoening. Aan de Gagnes gekomen nemen we met z’n allen een bootje zodat we het spektakel van op het water kunnen bekijken. Na een uurtje keren we terug naar het hotel want het wordt andermaal een zeer korte nacht.

 

vrijdag 12 oktober 2007

Agra - dag 2

Lekker uitgeslapen en pas om 9 uur afgesproken in de koffieshop naast het hotel. Eerst brengen we de koffers naar beneden want we moeten om 12 uur van de kamer. Vermits we nog naar het Rode Fort willen en niet weten of we op tijd terug zullen zijn, worden de koffers nu maar al in een kamertje gestockeerd. In de koffieshop probeer ik de koffie verkeerd en deze is uitzonderlijk lekker ook al ben ik dan normaal geen koffiedrinker. De temperatuur is zalig – zo zou het de hele dag moeten zijn. Rond 10:30 uur ontmoeten we Raj in de lobby van het hotel. Hij geeft ons een briefing over de naderende treinreis. Vanavond moeten we vertrekken om 20 uur i.p.v. 22 uur want er zou ergens een brug ingestort zijn en file is dus niet uitgesloten. Dat maakt dat er niet heel veel tijd over is. We besluiten dus onmiddellijk te vertrekken naar het Rode Fort. We gaan te voet want het zou slechts 3 km zijn. In het begin vallen de tuktuk en riksja drivers ons wel lastig maar op de duur laten ze ons met rust omdat we tegen de rijrichting in gaan lopen. Bij aankomst vinden we niet onmiddellijk de ingang en wandelen door een soort park naast het fort, waar we een hele hoop spelende kinderen aantreffen; waarschijnlijk scholieren die hier hun lunchpauze doorbrengen. Via de zijkant van het fort wandelen we naar de ingang. Daar aangekomen zien we een massa kleurrijke personen.
Na het betalen van de inkom (250 Rupees = 5 euro), vragen er enkele Indische vrouwen of ze met ons op de foto mogen. Wij zijn hier een attractie. Ook binnen in het park komen er mensen vragen of ze met ons op de foto mogen. Vooral Tine & Anouk zijn erg geliefd met hun blonde haren. Het fort van Agra is echt wel de moeite. Het is een ommuurde stad vol paleizen en het belangrijkste fort van India. Het werd gebouwd in opdracht van keizer Akbar om zichzelf en de hoofdstad Agra te beschermen. Sinds 1983 staat het ook op de werelderfgoedlijst van Unesco. Genietend kuieren we onder koele gaanderijen, nemen we de tijd om wat te ontspannen en bezoeken we de kleine maar oh zo mooie marmeren moskee.
Na ons bezoek besluit een deel van de groep om te gaan zwemmen maar vermits we maar één dagje in Agra blijven wil ik toch liever nog wat cultuur opsnuiven. Gelukkig zijn er nog mensen van dat gedacht: Nancy & Ann en Tine & Anouk. We lopen via de sloppenbuurt naar de oude stad, gelokt door het geluid van een gebed. De moskee is echter gesloten en in de straten rondom de moskee zitten er duizenden mensen te bidden. We kuieren door de smalle straatjes, heel erg leuk om te zien maar de armoede is hier echt wel duidelijk zichtbaar. We worden bekeken, aangeraakt en nagestaard maar toch hebben we niet echt een onveilig gevoel. We komen bij een brug die over de rivier gaat. Deze moeten we over om bij ‘The Tomb of Etimad Ud Doulah’ te geraken, een prachtig mausoleum. Op de brug is het een drukte van jewelste, tuktuks, riksja’s, auto’s, brommers, fietsen, karren, koeien – alles rijdt en loopt hier door elkaar. Langs weerskanten van de brug is er een wandelpad. We maken ons nog de bedenking dat we niet graag tussen het hectische verkeer op de brug zouden staan. Bij het mausoleum aangekomen, moet ik dringend naar het toilet. Een Indiër brengt me naar een toilet dat hij met de sleutel ontgrendeld. Dit is een Europees toilet en heel erg proper. Uiteraard verwacht hij hiervoor een kleine tip. Met 10 Rupees is hij gelukkig. Nancy is doodop en wil niet mee naar binnen. Jammer … het mausoleum is prachtig en er heerst een ongelofelijke rust want we zijn bijna de enige bezoekers. Het is een tempel die gebouwd werd tussen 1622 en 1628 voor de dochter van de eerste minister Mirzah Ghiyas. Zij zou later de keizer huwen en dan Nur Jahan (Licht van de Wereld) worden genoemd. De tombe wordt ook wel de ‘Baby Taj’ genoemd omdat ze erg lijkt op de Taj maar veel kleiner is. We wandelen door de tuinen en bekijken de mooie moskee. Het marmeren inlegwerk is net zo perfect als dat van de ‘Taj Mahal’ maar is veel rijker gedecoreerd.
We zijn best een beetje moe na onze vermoeiende dag en besluiten een tuk tuk terug te nemen naar het hotel. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Aan deze kant van de rivier zijn er niet zo veel en dat resulteert uiteraard dat ze extreem hoge prijzen vragen (200 Rupees = 4 euro per persoon terwijl we normaal slechts 10 Rupees per persoon betalen). Na lang onderhandelen, mogen we met 5 personen in de tuktuk voor 80 Rupees. Met een dergelijke hitte is dit echter niet zo evident. We zitten opeengepakt – letterlijk en figuurlijk – en bovendien moeten we over de bewuste brug die we zo-even te voet hebben gedaan. Vooraleer we op de brug geraken, moeten we bumper aan bumper rijden en wringen want er zijn 5 rijvakken die op 1 rijvak moeten overgaan. Daar doen we 20 minuten over. Eens op de brug is het zo’n drukte dat we heel wat vuile uitlaatgassen inademen maar we zitten en onze vermoeide voeten komen even tot rust. Wanneer we bij het hotel aankomen, besluiten we nog even op zoek te gaan naar ‘The Government store’. Vandaag is Vanessa jarig en de groep heeft samen besloten om een cadeautje te kopen voor haar. We hebben een budget van 140 Rupees en in de regeringswinkels zijn het vastgestelde prijzen dus daar moeten we niet onderhandelen. De Indiërs zijn echter niet erg loslippig als we de weg naar deze winkel vragen. Ook al staat er ‘approved by the government’ op de ramen, telkens zijn het weer gewone winkels waar zij commissie krijgen. Daarom besluiten we geen tuktuk te nemen en een juwelierszaakje binnen te gaan vlak bij het hotel. We kiezen een zilveren enkelbandje voor de prijs van 210 Rupees (waarschijnlijk weer te veel betaald), dus iedereen zal 5 Rupees moeten bijleggen. Na ons shopping avontuur gaan we naar de pizzahut waar we de rest van de groep terug tegenkomen voor ons gezamenlijke avondmaal. Iedereen ziet er uitgerust en fris uit in tegenstelling tot Tine & Anouk, Nancy & Ann en ikzelf. Wij hebben ons niet kunnen wassen en moeten dus smerig de bus op straks. Iedereen is een beetje nerveuzer dan anders want we hebben een lange treinreis naar Varanasi voor de boeg. Deze zou ongeveer 13 uur duren. Om 19:30 uur is het dan zo ver. Op de bus roept Raj Vanessa even naar voren en iedereen zingt uit volle borst ‘Lang zal ze leven’. Ze krijgt haar cadeautje en is merkbaar ontroerd. Ik besluit niet te slapen op de bus want het is maar een uurtje rijden naar het station en ik wil kunnen slapen op de trein. Het is al donker wanneer we bij het station aankomen en we moeten even in de bus blijven wachten tot Raj terugkomt met nieuws. Bij zijn terugkomst zien we al aan zijn gezicht dat het geen goed nieuws is. De trein die normaal om 22:40 uur zou komen heeft al vertraging. Hij wordt verwacht rond 1 uur. Een teleurstelling want iedereen is doodmoe, maar ja we moeten er het beste van maken. Raj zorgt voor enkele dragers die onze bagage opstapelen op hun hoofd voor 20 Rupees, weinig geld in mijn ogen want ik had er nog wel wat meer voor over gehad. Mijn bagage weegt nu toch al zo’n 20 kg. Ze lopen de trappen op richting wachtzaal en wij lopen er achteraan. Het treinstation is redelijk rustig, afgezien van enkele vreemde individuen die zich op het perron bevinden. In de wachtzaal zijn er enkele stoeltjes maar de meesten gaan op de grond zitten voor een spelletje weerwolf om de tijd te doden. Om middernacht komt Raj zeggen dat de trein nog meer vertraging heeft opgelopen en dat hij er pas rond 2 uur zal zijn. De stemming verandert, optimisme maakt plaats voor pessimisme. Op het perron zien we vaak treinen passeren en het is wel even slikken als we de uitpuilende wagons zien, maar al snel vernemen we dat dit de tweede klas zitplaatsen zijn. Wij hebben echter slaapplaatsen in een airco wagon dus dat zal wel meevallen. Rond 2:30 uur komt Raj ons zeggen dat we naar het perron mogen gaan. Weer wordt onze bagage voor 20 Rupees gedragen door de dragers. Wanneer de trein eraan komt, zoekt iedereen zijn plekje op. Wendy en ikzelf slapen in dezelfde wagon als Nelly & Clarissa, Vanessa & Katelijne. Het lijkt een beetje op de Europese couchettes, al is er geen afscheiding met het gangpad en heeft men aan de andere kant van het gangpad ook nog wat slaapplaatsen gecreëerd. We verankeren onze bagage met sloten en kettingen aan de zetels en installeren ons. De banken zijn redelijk zacht en we krijgen een set lakens en een hoofdkussen. Stoppen in de oren, schoenen uit en onze slaapzak in. Het wordt een korte nacht maar ik slaap toch behoorlijk, ondanks de airco die uiteraard recht in mijn gezicht blaast. De toiletten, die ik ook van naderbij heb bekeken, vallen al bij al best mee. Ik had er rampscenario’s van in mijn hoofd maar ze zijn redelijk proper en er is zelfs toiletpapier!