zaterdag 27 oktober 2007

Delhi - dag 2

Vandaag om 8 uur naar het restaurantje aan de achterzijde voor een ontbijt. Het buffet ziet er vandaag niet echt lekker uit dus besluiten we van de kaart te bestellen. Het kost 80 Rupees voor een continental breakfast met fruitsap, omelet, toast, cornflakes en thee. We krijgen te horen dat er geen fruitsap is. Wendy zegt hen dat dit OK is maar dat we dan wel geen 80 Rupees betalen. Prompt verandert hij van gedacht … er is wel fruitsap. Na een half uur hebben we nog niets op onze tafel staan maar in tussentijd zijn er al twee tafeltjes bezet met Indiërs die besteld en gegeten hebben. We worden een beetje ongeduldig dus Wendy gaat vragen hoe het zit. Ze krijgt weer te horen dat er geen fruitsap is waarop ze opnieuw zegt dat we dan geen 80 Rupees betalen. Even later krijgen we een kartonnetje mangosap dat ze waarschijnlijk ergens in een winkel zijn gaan halen. Onze omelet laat echter nog steeds op zich wachten. Ik ga vragen – op z’n Nadine’s, met stoom uit mijn oren dus – of ik even moet helpen in de keuken want dat het nu toch wel lang genoeg heeft geduurd. Ze zijn er aan bezig zo zegt de ober. Bijna een uur nadat we besteld hebben, komt alles op tafel en eten we snel snel alles op. Wanneer we willen afrekenen, vraagt de ober commissie maar dat is buiten ons gerekend. We hebben al gepast geld klaar – 160 Rupees en geen cent meer! Onze dag is dus al goed begonnen. Gelukkig hebben we vandaag een bustour geboekt langsheen alle bezienswaardigheden van Delhi en moeten we dus geen vervoer zien te regelen of onderhandelen met Indiërs. We krijgen een prachtige bus – die hadden we heel de reis wel willen hebben en een gids die echt wel zijn best doet maar een verschrikkelijk vervelende stem heeft. Alleen al in Delhi leven ruim veertien miljoen mensen en ze wonen verspreid over de twee delen van de stad: New Delhi en Old Delhi. Onze eerste stop is gelegen in het oude Delhi, namelijk de grootste moskee van India, de ‘Jama Masjid’, ook wel de ‘vrijdagmoskee’ genoemd. Deze is enkel open voor bezoekers buiten de gebedsuren. De inkom is gratis maar als je wil fotograferen kost je dat wel 200 Rupees. Slechts twee van de groep, Jorn en ikzelf, besluiten ons fototoestel mee te nemen. Het loont de moeite. Brede treden voeren ons naar de ingang. Hier moeten we weer onze schoenen uittrekken en krijgen we een doek, welke we om ons middel moeten dragen. Ik krijg er eentje in ruitjesmotief met oranje, welke zeer goed past bij mijn oranje sjaal.

Wanneer we de poort doorlopen, komen we op een immens binnenplein. Hier kunnen 20.000 mensen terecht voor het gebed maar op speciale dagen kan dit zelfs oplopen tot 45.000 mensen! De moskee werd gebouwd in 1650 op een rotsige heuvel, de ‘Juajapahar’. In vergelijking met de Hindoeïstische tempels is de moskee sober. De ommuring en de bijgebouwen zijn in rode zandsteen maar de centrale gebedsruimte wordt bekroond met drie witmarmeren koepels met aan weerszijde minaretten. Bij het buitenkomen, ritsen we onze schoenen uit de grote hoop en het lukt ons eens om deze keer niet te betalen. Niet ver van de moskee ligt het rode fort. We stoppen enkel om een foto te nemen maar gaan het niet echt bezoeken want het fort van Delhi is niet zo mooi als dat van Agra. Nochtans is het zeker een indrukwekkend bouwwerk. Het heeft muren van rode zandsteen die meer dan 30 meter hoog zijn. Vervolgens rijden we door naar de oevers van de Yamuna rivier. Daar bevindt zich de ‘Raj Ghat’ – het is een mooi park waar we het eenvoudige vierkante platform van zwart marmer bezoeken, de plek waar Mahatma (= grote ziel) Gandhi gecremeerd werd na zijn moord in 1948. Hier zijn er opvallend veel Indiërs aanwezig, die komen bidden aan zijn graf. Op de zijkant van het platform staan Gandhi’s laatste woorden geschreven: ‘He Ram’ (Oh Rama = Oh God). Rond het graf is er een mooi aangelegd grasveldje en iedereen is er even stil van dat er in een land waar zoveel armoede is, toch ook mooie plekjes te vinden zijn. De plek is al even sober als de levenswijze van de Vader van de Natie maar nog altijd komen veel Indiërs hier de held eer bewijzen.

We verlaten Old Delhi en rijden opnieuw naar New Delhi voor een bezoek aan ‘Humayun’s Tombe’, het praalgraf van ‘Humayun’, de tweede Moghul keizer. Deze werd gebouwd in het midden van de 16de eeuw door Humayun’s weduwe. Het is een voorbeeld van vroege Moghul architectuur. Het ontwerp inspireerde andere architecten, onder wie de bouwer van de ‘Taj Mahal’ in Agra. Om die reden besluiten sommige van de groep niet mee binnen te gaan. Ze hebben de mooiste tempel al gezien in hun ogen. Jammer want het loont meer dan de moeite. Het is een mooi gebouw ook weer opgetrokken in rode zandsteen en ingelegd met wit marmer. De 38 meter hoge koepel, de bogen, de symmetrie van de waterpartijen en de ommuurde tuin doen inderdaad denken aan de ‘Taj Mahal’ maar toch heeft het een eigen stijl. Het is er lekker rustig.

Daarna staat de ‘Lotus Tempel’ op ons programma. Deze wordt zo genoemd omdat hij de vorm heeft van een gigantische lotusbloem. De 27 ‘bloembladen’ zijn van wit marmer en om het gebouw liggen vijvers en prachtige tuinen. De architect Fariborz Sahba heeft deze tempel gebouw in 1986 en het doet een beetje denken aan de opera van Sydney. Het is een tempel van de Bahaï-geloofsgemeenschap, die vindt dat alle godsdiensten zich moeten verenigen. Elke religie heeft dan ook zijn eigen hoekje in dit gebouw. Halverwege het pad moeten we onze schoenen uitdoen. Er zijn zakken waar we alle schoenen in verzamelen en we kunnen ze dus integraal in bewaring geven. We moeten aanschuiven om de tempel te mogen betreden en fotograferen is ten strengste verboden. Het lukt me toch om een foto te nemen van de gebedsruimte. Deze is zeer indrukwekkend en enorm groot. Het volgende monument op ons lijstje is het ‘Qutab Minar Complex’, dat dateert uit de beginperiode van de Moslim heerschappij over India. Het is een fraai voorbeeld van vroege Afghaanse architectuur. De toegangspoort ‘Ala-ud-din's Alai Darwaza’ is de voornaamste entree tot het gehele complex. De poort is in 1310 gebouwd. Naast de toegangspoort bevindt zich de tombe van ‘Imam Zamin’. De ‘Qutab Minar’ zelf is een overwinningstoren die in 1193 is opgericht, onmiddellijk na de nederlaag van het laatste Hindoe koninkrijk in Delhi. De toren is 73 meter hoog en heeft vijf verdiepingen die elk gemarkeerd worden door een balkon. Tegenwoordig helt deze sierlijke toren een beetje, verder heeft ze de eeuwen echter opmerkelijk goed doorstaan. Het is een prachtig complex en ik vind het enorm jammer dat we er slechts 20 minuutjes in kunnen rondlopen. Als ik ooit terugkom naar India, staat de ‘Qutar Minar’ zeker opnieuw op mijn verlanglijstje.

We rijden door de straten van New Delhi en maken een fotostop bij het Presidentieel paleis ‘Rashtrapati Bhawan’, vroeger bewoond door de Britse onderkoningen en nu de officiële verblijfplaats van de Indische president. We zien ook het Parlement, symbool van de Britse overheersing. Hier zijn de lanen breed en is er geen enkele bedelaar te zien. Ook de armoede is ver te zoeken. Even verder zien we dan de 42 meter hoge ‘Gate of India’ of ‘Poort van India’ die gebouwd werd ter herinnering aan de 70.000 Indiase soldaten die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Deze poort lijkt wat op de Arc de Triomphe. Onze laatste stop is de ‘Laxmi Narayan temple’. Deze Hindoe tempel werd gebouwd in 1938 en is gewijd aan de godin ‘Laxmi’. Het was één van de eerste belangrijke Hindoe tempels welke ook de laagste kaste toeliet. Dat was één van de voorwaarden die Mahatma Ghandi stelde toen de tempel in gebruik werd genomen. Binnen in de tempel mogen geen foto’s genomen worden en dat is best jammer. In het complex bevinden zich kleine tempeltjes die gewijd zijn aan o.a. Shiva, Ganesha, Hanuman en Boeddha. Aangezien deze tempel ten westen van Connaught place ligt, vragen we onze gids of wij van hieruit de stad kunnen intrekken. We willen nog een laatste keer gaan shoppen. De meesten gaan echter mee terug naar het hotel. Jorn & Sophie, Ann & Nancy en ikzelf gaan op zoek naar kussenslopen en andere hebbedingetjes voor thuis. Deze keer weten we de weg dus we moeten ons al niet ergeren aan Indiërs die ons op de verkeerde weg zetten. Er zijn best veel leuke kledingwinkels voor mannen dus Jorn besluit even bij Pepe jeans binnen te wippen – jeans is hier naar Belgische normen heel goedkoop. Hij schaft zich twee exemplaren aan. We kopen ook de felgekleurde kussenslopen in Moorse stijl – goed voor als ik ooit mijn tuintje verder ga aanleggen. We onderhandelen over de prijzen alsof ons leven er van afhangt. Op de duur zijn we zelfs voor 0,1 euro aan het discussiëren en kunnen we onze lach bijna niet inhouden, maar we geven niet toe. Eén verkoopster komt ons zelfs twee blokken achternagelopen. De aanhouder wint. Wanneer het donker wordt, besluiten we terug naar het hotel te gaan met de tuktuk. Een allerlaatste keer trotseren we het hectische en gevaarlijke verkeer van Delhi. Het is spitsuur en het verkeer zit helemaal vast. Wanneer we op een kruispunt een agent tegenkomen, reageert onze tuktuk driver wel heel erg grappig. De agent zegt dat we rechtdoor moeten, onze tuktuk driver lacht en gaat toch naar links. Net op tijd arriveren we op de plaats van bestemming. Op onze laatste avond in Delhi gaan we nog eens allemaal samen dineren in een sjeik hotel. Het eten is zoals gewoonlijk heel erg lekker. We zitten buiten op het dakterras van het hotel en we genieten nog even van de aangename temperatuur en het vrolijke getoeter op de achtergrond. Na het avondeten ga ik nog snel even douchen en de rest van de koffer inpakken (cadeautjes wegsteken ….). Om 22:00 uur is iedereen klaar voor vertrek naar het vliegveld. Eén van onze vroegere chauffeurs komt het hotel binnen en maant ons aan om te vertrekken. Hij zorgt voor een riksja waar we onze bagage kunnen opleggen. De bus wacht om de hoek. Er reist een Nederlander mee die ook werkt voor Koning Aap. Hij gaat een nieuwe groep ophalen – vandaar waarschijnlijk het hectische vertrek. Onze reisleider is nergens te bespeuren dus vertrekt de bus zonder hem. Bij aankomst op de luchthaven ook geen reisleider te bekennen en de Nederlander laat ons ook alleen. De bus wordt leeggemaakt en daar staan we dan met al onze bagage. Wanneer we het luchthavengebouw binnenkomen, zien we de balie die we nodig hebben. We schuiven aan maar na ongeveer 20 minuten wordt ons gezegd dat we onze bagage moeten laten controleren. Wij dus terug uit de rij om onze bagage door een machine, die vooraan in het luchthavengebouw staat, te laten gaan. Als de bagage goedgekeurd is, krijgen we een lint eromheen waarop staat ‘approved’. Terug aanschuiven. Wendy en ikzelf willen samen zitten dus we bieden ons samen aan bij de balie. De dame in kwestie lacht vriendelijk en geeft ons de tickets. Enkele minuten later zien we pas dat we geen aanpalende stoelen hebben – erger zelfs, we zitten tientallen rijen uit elkaar. Het is een nachtvlucht dus op zich niet echt een probleem want iedereen zal wel slapen maar toch. Griet & Rik kunnen er niet echt om lachen dat ook zij uit elkaar worden getrokken. We gaan nog even naar de taxfree winkeltjes kijken maar besluiten dan maar om door de douane te gaan. Nelly heeft gehoord van een Indiër dat er na de douane ook nog winkeltjes en cafeetjes zijn. De handbagage wordt nagekeken en wijzelf worden wel heel erg ‘grondig’ gefouilleerd door een dame. Alle plaatsjes van het lichaam worden betast en dan bedoel ik écht betast. Aan de andere kant van de douane is er NIETS – enkel een klein stalletje met cola maar die is daar peperduur. We besluiten dan maar om een plaatsje te zoeken en ons nog een tweetal uurtjes neer te zetten. Dat is echter niet zo eenvoudig want alle stoeltjes zijn bezet. Enkel op de benedenverdieping zijn er nog enkele vrij. Aangezien ik in het vliegtuig straks niet samen zit met Wendy, besluit ik maar al mijn cadeautje te geven. Ik denk wel dat ze er blij mee is. Na twee uur wachten, wordt er afgeroepen dat we mogen inchecken. Weer een lange rij …. Bij aankomst aan de deur wordt er ons gezegd dat we niet door mogen want dat onze handbagage geen label heeft. Typisch Indisch! Dat label hadden we moeten krijgen bij de in-check van onze bagage maar de dame in kwestie is dit blijkbaar vergeten. Gelukkig is er ook een Indiër die niet door mag. We besluiten deze te volgen want hij spreekt de taal. Na wat over en weer geloop, bemachtigen we dan uiteindelijk de labels. Vlug vullen we deze in en dan moeten we opnieuw door de handbagage check. Ondertussen is al een groot deel van de passagiers ingecheckt. Wanneer we door de ticketcontrole zijn, staat er weer een lange rij. Na een kwartiertje komen we opnieuw aan een detector. Hier moet niet enkel de handbagage gecheckt worden, ook de schoenen worden gescand. Na al deze rompslomp vind ik uiteindelijk mijn plaatsje in het vliegtuig. Ik zit aan het gangpad en Clarissa aan het raam. Dat maakt dat er tussen ons in nog een dame zit. Ze wil echter niet van plaats wisselen. Voor we van de grond zijn, ben ik al in dromenland en ik word pas wakker als de stewardess met ontbijt langskomt. We landen 7,5 uur later in Brussel. Plaatselijke tijd is het dan ongeveer 7:08 uur, enkele minuutjes vroeger dan gepland. Ik stuur een sms naar ma en pa want zij komen me ophalen. Bij de bagage is het verdacht stil – iedereen zit met gemengde gevoelens; blij dat we eindelijk terug thuis zijn maar ook verdrietig omdat we afscheid moeten nemen van elkaar. Het valt me deze keer goed mee, alleen bij het afscheid van Wendy heb ik het even moeilijk – ja k’heb een klein hartje! Het waren 3 leuke weken met haar.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten