zondag 10 oktober 2010

Kathmandu

Vandaag gaan we alvast Kathmandu verkennen. De typische Hindu muziek schalt uit de luidsprekers, de vrouwen lopen in kleurige sari’s en we rijden links van de weg. In tegenstelling tot de vorige keer, wordt er nu wel besloten om de bezienswaardigheden in groep te doen. Onze persoonlijke bus brengt ons dus eerst naar de Swayambhunath. Dit is de oudste, boeddhistische tempel van Kathmandu en wordt ook wel de apentempel genoemd omdat er zo veel apen bivakkeren. Ik weet van de vorige keer dat je de beestjes best niet in de ogen kijkt want dat kunnen ze als bedreigend beschouwen. We blijven dus op gepaste afstand. De tempel ligt op een heuvel dus beginnen we aan de steile klim naar de stoepa boven. Deze is pas enkele maanden geleden gerestaureerd dus in tegenstelling tot 2 jaar geleden, heel veel goud en glitter. Op de enorme stoepa zien we de ogen van Boeddha. Het vraagteken tussen de ogen zou het cijfer 1 voorstellen in het Sanskriet en symboliseert de bevestiging van de goddelijke eenheid in het hindoeïstische veelgodendom. Een mond zie je niet, dat komt omdat Boeddha die alles ziet en weet, nooit praat. Rond de stoepa laten de gelovigen de gebedsmolens draaien waarin heilige teksten zitten. Telkens de gelovigen aan een gebedsmolen draaien, voert de wind het gebed of mantra mee en zorgt er zo voor dat hun gebeden naar de hemel gaan. We krijgen wat vrije tijd om rond te dwalen in dit boeddhistisch heiligdom en genieten van de speciale sfeer die er hangt. Op de achtergrond spelen ze nog steeds de mantra ‘Om Mani Padme Hum’ dat toch weer in mijn hoofd blijft hangen. Daarna rijden we naar Bodhnath aan de rand van de stad - dwars door Kathmandu en ik kan jullie verzekeren dat het verkeer er op die 2 jaar niet minder op geworden is. Onze chauffeur verdient dan ook een pluim - zo rakelings langs al die brommers en fietsen pffff .... doodsangsten zou ik uitstaan mocht ik daar moeten rijden. Bij aankomst in Bodhnath is het lunchtijd dus gaan we eerst op zoek naar een terrasje dat uitzicht heeft op de enorme stoepa. De chowmein heb ik echt gemist dus ik moet geen twee keer nadenken! Het is super lekker en met een volle maag gaan we Bodhnath verkennen. De inwoners zijn vooral Tibetanen die naar Nepal zijn gevlucht na de Chinese invasie. Op het middenplein staat een hele grote stoepa met een omtrek van 100 m en deze bestaat uit 5 terrassen. Twee jaar geleden konden we deze nog beklimmen maar nu is enkel het eerste en tweede terras geopend voor het publiek. We zien hoe de Tibetanen hun pelgrimsronde lopen met de klok mee - de stoepa moet steeds aan je rechterkant liggen. Rond de stoepa vind je tal van souvenirwinkeltjes. Hier nemen we een kijkje in de schilderschool waar ze mandala’s maken. Mandala’s zijn symbolische weergaves van het hemelse paleis van een heiligheid. Sommige van deze mandala’s zijn 3D voorstellingen maar de meesten zijn gewoon geschilderd op een thangkha. Mandala is het Sanskriet voor cirkel. Een mandala, en in het bijzonder het midden, kan tijdens de meditatie worden gebruikt als object om de aandacht op te richten. De symmetrisch, geometrische vorm zorgt ervoor dat de aandacht automatisch op het midden wordt gericht. Het is een zenuwslopend werkje om de hele dag mandala’s te schilderen – hier zijn echt geniën aan het werk. De prijzen zijn dan ook navenant! Na Bodhnath rijden we richting Pashupatinath aan de oevers van de Bagmati, die uitmondt in de Gagnes en dus ook een heilige rivier is. Hier kunnen we de lijkverbrandingen aanschouwen welke wel iets minder indrukwekkend zijn dan die in Varanasi. De brandstapels liggen op vierkante stenen en de lichamen worden gericht naar het noorden, in de richting van de Himalaya, de wieg van de goden. Anil geeft ons een heel verhelderende uitleg over het rituele verbranden van de lijken. De oudste zoon steekt de brandstapel van zijn overleden vader aan na eerst water in zijn mond te hebben gegoten. Is de overledene de moeder dan voert de jongste zoon het ritueel uit. Er worden goud en muntstukken in de mond van de overledene gestoken. Nadat het lichaam verbrand is, dat duurt ongeveer 4 uur, worden de resten in de rivier gegooid. Waarop de armen in het water springen om de muntstukken en het goud te zoeken. Luguber maar dat is het leven hier! Pashupati is één van de vele namen van de grote god Shiva. Annelies en ik trotseren de 300 trappen naar de hoger gelegen Shiva tempeltjes die ik absoluut nog een keer wou zien. Vermoeiend maar het loont de moeite en tenslotte moeten we wat oefenen voor Tibet. Boven gekomen zijn ze net de aapjes die ook hier talrijk aanwezig zijn, aan het voederen - een leuk tafereel! Er lopen heel wat saddhu’s op bedevaart rond – of moet ik zeggen bedelaars met een neus voor zaken? De prachtig versierde mannen willen tegen betaling wel op de foto. Gelukkig is een gewaarschuwd mens er twee waard en laat niemand zich hieraan vangen. Tegen 6 uur keren we terug naar het hotel. We eten vanavond in het trekkers restaurant midden in Thamel. Hier had ik 2 jaar geleden het afscheidsdiner met de India/Nepal groep. Toen hebben we ook een voet beschilderd en opgehangen maar ik kan deze jammer genoeg niet meer vinden. Later vertelt Anil me dat het restaurant verplaatst is … vandaar.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten