dinsdag 26 oktober 2010

Rongbuk (Mount Everest)

Tegen 6u loopt de wekker af en nog steeds hoor ik muziek op straat ... stiller weliswaar maar toch! Ocharme al diegenen die geen oorstopjes bij hebben, denk ik nog. Aan het ontbijt wordt me echter verteld dat bijna niemand de muziek gehoord heeft. Ik lag blijkbaar aan een andere kant van het hotel.... Het ontbijt is redelijk sober; toast met confituur. Dit keer gaat het supersnel want we hebben het gisteren al besteld. Vandaag vertrekken we immers naar Rongbuk en we moeten vertrekken om 7u omdat de gids graag vandaag nog het base camp van de Everest wil aandoen. In 20 km stijgen we duizend meter en het valt ons op dat de omgeving steeds ruiger en desolater wordt. Uiteindelijk bereiken we de 5220 m hoge Gyatso-La. Van hieruit krijgen we het eerste panorama over de noordzijde van 's werelds hoogste bergen. De wind heeft hier vrij spel en het is dus ijzig koud. Ondanks de felblauwe hemel en een stralende zon, hebben we dus allemaal onze mutsen, sjaals en handschoenen boven gehaald. Ik moet ondertussen weer naar het toilet. Ik hoor het mijn bomma nog zeggen ' Ga nooit met uw gat in de wind staan want dan krijg je een kou op uw water'. Wel bomma - als dat het geval zou zijn, dan liep ik hier constant met een blaasontsteking rond! Je moet je voorstellen ... een beschut huisje met enkele gaten in de grond met daaronder open ruimte. Hierdoor blaast de wind met volle kracht. Ik kan je verzekeren ... leuk is anders. Enfin, kleine anekdote alvorens ik jullie verder laat meegenieten van deze immense natuur en geweldige indrukken. We lunchen op een prachtige plek met op de achtergrond de indrukwekkende toppen van de Himalaya met als hoogtepunt uiteraard de Mount Everest. De Tibetanen noemen hem Qomolangma ofwel ‘Moeder God’.

Na de lunch bereiken we de ingang van het Qomolangma Nature Reserve, het park waarin de 8848 m hoge Mount Everest ligt. Door het park lopen alleen onverharde paden. De rit van iets meer dan 100 km duurt dan ook ongeveer 5 uur. Zwaar, maar zeker de moeite waard. We genieten van elk moment - dit is waarvoor we naar Tibet zijn gekomen. We passeren kleine dorpjes en vragen ons af hoe de mensen hier kunnen leven in dit barre, droge, boomloze, prehistorische landschap. Uiteraard zien we ook af en toe een kudde yaks. Yaks wedijveren met kamelen om de titel van meest efficiënt lastdier ter wereld. De yaks voorzien de nomaden in bijna al hun behoeftes: boter, melk en vlees als voeding, wol voor kleding en tenten, uitwerpselen als brandstof en bouwmateriaal. Zij worden tevens als vervoersmiddel gebruikt. De yak komt niet voor onder de 3500 meter. Ondertussen hebben we al kunnen proeven van het yakvlees, dat heel wat weg heeft van rundsvlees. Het wordt hier heel hard gebakken en is best lekker. Bij aankomst in Rongbuk zijn we aanvankelijk aangenaam verrast ... we slapen niet in tenten of in het klooster, want er is onlangs een nieuw hotel opgericht. Bij nader inzien, stelt het eigenlijk niet zo veel voor - enkele kamers met daarin telkens 4 bedden en geen toilet - dat is buiten. Agnes, Annelies, Rina en ikzelf delen vannacht de kamer. We droppen onze koffers en vertrekken naar het Base Camp. Dat gebeurt in drie groepen. Miranda, Patrick en Marcel - de 3 sportievelingen van de groep - besluiten om de volledige wandeling te doen = 8 km vanaf het hotel. De rest doet de 5 km = vanaf het tentenkamp. Agnes en ikzelf kiezen voor het luxe pakket en gaan met de bus. Wij komen dus eerst aan op het Base Camp. Wanneer we uit de bus stappen voelen we de wind snijden ... mijn oren vriezen er bijna af - gelukkig heb ik mijn warme muts nog! Eerst moeten we ons aanmelden en ons paspoort tonen bij het checkpunt. Daarna kunnen we aan de mooie klim beginnen .... met die ijle lucht is dat geen sinecure! Maar eens de top van het Base Camp bereikt, staan Agnes en ik te genieten - ik krijg er bijna de tranen van in de ogen. Het is berekoud op het dak van de wereld maar dat lijkt me niet te deren ... ik krijg er geen genoeg van. Dit is letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van de reis.

Terwijl Agnes terug afdaalt, blijf ik meer dan een half uur wachten op de groep - het is echt indrukwekkend ... de Mount Everest bijna binnen handbereik - ik kan hem écht bijna aanraken. Hij steekt prachtig af tegen de felblauwe lucht. Jammer genoeg is er geen enkel tentje te bespeuren in het base camp want het is al te laat op het jaar en alle expedities zijn reeds voorbij. De temperaturen zijn in deze tijd van het jaar te laag om te klimmen. Wanneer de anderen arriveren zijn ook zij onder de indruk maar ze moeten even bekomen van hun wandeling want iedereen had het toch een beetje onderschat. 's Avonds eten we in het hotel terwijl de zon langzaam ondergaat boven de Himalaya. Het restaurant is een slecht verlichte kamer met daarin een grote kachel die de hele ruimte zou moeten verwarmen. Deze zorgt echter voor zo veel rook dat de deuren en ramen open moeten blijven, waardoor de warmte uiteraard ook verdwijnt. We zitten dan ook met handschoenen, sjaal en muts een noedelsoepje te eten. Gelukkig lopen er ook enkele vriendelijke Tibetaanse meisjes rond die constant warme thee bijschenken (deze is gratis) – jammer genoeg voor Annelies moet de oploskoffie wel betaald worden. We besluiten vrij snel onder de wol te kruipen in de hoop wat op te warmen want die koude is niet echt aangenaam. Dat valt echter tegen ... de temperatuur is ondertussen ver onder 0 gedaald en iedereen kruipt met al z'n kleren in bed. Ik heb 2 donskes en 2 dekens op me liggen en nog krijg ik het niet warm. Ik moet bovendien tot 3 keer toe naar het toilet - pfffff wat zal ik blij zijn als deze nacht voorbij is!

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten