vrijdag 29 oktober 2010

Kathmandu – Delhi – Londen - Brussel

We willen uitslapen maar vermits het uurverschil ons parten speelt, zijn we wakker om half 7. We besluiten dan maar te douchen en lekker te gaan ontbijten. Na het ontbijt is het tijd om onze koffers in te pakken - een hele onderneming om al die geschenkjes weg te stoppen! Daarna gaan we nog wat lezen aan het zwembad en genieten van de heerlijke temperatuur en de zon op ons toch nog bleke velletje. Om half 2 komt de bus ons ophalen. In Kathmandu checken we samen met Paula de grote bagage in. Agnes heeft 2 koffers en zal waarschijnlijk moeten bijbetalen voor de vlucht van Londen naar Brussel. Dat worden dure sjaals .... Voor de handbagage moeten we 2 keer door de controle .... alles wordt uit de handbagage gehaald en nagekeken - de douanebeambte vraagt me naar een reçu voor mijn beeldje .... tja als je dat op een markt koopt in kathmandu heb je uiteraard niks in handen. Uiteindelijk laat ze me door. Het vliegtuig richting Delhi is meer dan een uur te laat. We hebben echter tijd want in Delhi zullen we maar liefst 9 uur moeten wachten op onze verbinding naar Londen. In Delhi slapen we wat in de transitzone en vrij snel krijgen we onze boardingpassen. Daarna is het vloeken ... Indiërs pffffff wat een rotvolk ..... iedereen is het op dat punt ondertussen met me eens. Maar liefst 4 keer moeten we in Delhi door de controle en wordt onze handbagage helemaal onderzocht. Op het vliegtuig naar Londen kan ik gelukkig wat slapen. Er is ook een heel ruim aanbod aan recente films dus ik kijk ook nog een filmpje en zo gaat de tijd snel voorbij. Na ongeveer 7 uur landen we in Londen. Hier moeten we opnieuw door de controle en moeten we opnieuw 6 uur wachten op onze verbinding met Brussel. Agnes heeft ondertussen haar extra tas betaald - 50 dollar ocharme! Bovendien wordt er nog hartelijk gelachen met haar overgewicht .... Alles bij elkaar zijn we meer dan 25 uur onderweg geweest. Iedereen is dan ook heel opgelucht wanneer we voet zetten op Belgische bodem. Het was een schitterende reis en een toffe groep. Hopelijk komen we elkaar nog eens tegen ....

 

donderdag 28 oktober 2010

Kodari - Kathmandu

We moeten weer zeer vroeg uit de veren want vandaag nemen we afscheid van Tibet. Een wonder is geschied: het was een geweldige nacht want voor de allereerste keer in jaren heb ik heel de nacht doorgeslapen – geen plaspauzes dus! Ik bedenk me dat ik vaker naar grote hoogtes moet reizen en dan afdalen ... denk dat het daarmee te maken heeft. Om er voor te zorgen dat we als eerste aan de douane staan, besluiten we dan ook om snel te ontbijten. Tegen 8 uur zit iedereen in de bus en rijden we via de prachtige bergweg helemaal naar het dal van Zhang Mu. Het landschap verandert langzaam - alles wordt opnieuw groener want we komen dichter bij Nepal. De weg is op sommige plaatsen heel moeilijk berijdbaar en op een gegeven ogenblik besluit iedereen uit de bus te stappen, bij het zien van een landverschuiving voor ons. De buschauffeur manoeuvreert zijn bus over het stukje weg en pikt iedereen een eindje verder weer op. Hoe dichter bij de grens, hoe meer vrachtwagens er opzij aan de weg staan geparkeerd. De grens gaat pas open om 10 uur en iedereen staat te wachten. Omdat de bus op een gegeven ogenblik niet meer verder kan, nemen we afscheid van onze Tibetaanse chauffeur en lopen met onze bagage verder de helling af. Toch nog een stevige wandeling ..... Maar het loont, want we komen als eerste aan bij de Chinese grenspost. We nemen plaats voor de deur en wachten een uurtje alvorens de deuren opengaan.

Vrij snel is iedereen door de controle. Af en toe wordt er een koffer geopend maar echt streng zijn ze niet. Aan de andere kant, nemen we afscheid van Kalsan en lopen door niemandsland naar de Friendship brug. Zo bereiken we de Nepalese grenspost Kodari. Hier moeten uiteraard weer de obligatoire briefjes ingevuld worden alvorens we een stempel krijgen in ons paspoort. Aan de overkant wacht de Nepalese gids ons al op. De bagage wordt op het dak gelegd en we nemen plaats in een gammele bus. Wat een verschil met Tibet! De weg die rond de bergen slingert, ligt er heel slecht bij en we worden dan ook door elkaar geschud. Gelukkig is het hier aangenaam warm en is er de vorige dagen geen regen gevallen. We stoppen af en toe voor een foto en lunchen op een adembenemende plek. Onder ons een riviertje - naast ons de rijstvelden waar kleurrijke vrouwtjes op staan te werken. Het buffet is heerlijk! We rijden kort na de middag verder richting Kathmandu. Onderweg zien we echter een prachtig gelegen restaurantje waar we plaatsnemen op het terras met uitzicht over Nagarkot. Dit keer hebben we wel een goed zicht op de vallei en de omringende Himalaya.

Het is hier prachtig en niemand heeft nog zin om opnieuw in de bus te stappen. Patrick houdt een kleine speech voor Paula en we overhandigen hier onze bijdrage voor haar. Uiteindelijk rijden we verder en net voor Kathmandu komen we in en monsterfile terecht. Vermist ik weer moet plassen, niet echt ideaal. De weg is opgebroken en het gaat maar mondjesmaat vooruit. Uiteindelijk stopt de chauffeur ergens omdat ik het niet meer uit hou. Ik plaats me aan de kant van de weg ... ja grenzen verleggen! We komen tegen 4 uur aan in ons hotel in kathmandu en hebben een luxekamer ter onzer beschikking. Annelies, Wieland en ikzelf nemen onmiddellijk een riksja naar Thamel om onze laatste roepies uit te geven aan geschenkjes. De anderen luieriken wat aan het zwembad. Wij beslissen dat morgen te doen op onze laatste vrije voormiddag. In Thamel kopen we nog wat sjaals, yakdekentjes, beeldjes enz .... We drinken nog iets lekkers bij de Pumpernikel en gaan dan naar het restaurant waar we met de groep ons laatste groepsdiner zullen hebben. 's Avonds gaan we moe maar voldaan slapen.

 

woensdag 27 oktober 2010

Zhang Mu

Ik heb de wekker gezet om 5 voor 6 maar ik word wakker door de commotie in de vrouwenkamer. Blijkbaar beweert Agnes dat het al 10 na 6 is. Ik ben er echter gerust in .... en inderdaad het is nog maar net 10 voor! We zijn sowieso blij dat het tijd is om op te staan want iedereen heeft het berekoud gehad en niemand heeft goed geslapen. De wagens en bussen op de parking werden vannacht ook een paar keer gestart om er voor te zorgen dat de benzine niet zou bevriezen. In het restaurantje wordt er gezorgd voor het ontbijt: pannenkoeken met banaan.

De kachel rookt weer heel fel dus de deuren staan weer open .... niemand geraakt echt opgewarmd. De thermometer in de bus geeft ondertussen -9°C aan. Pas rond 8 uur komt de zon er door en kan iedereen weer een beetje opwarmen. De verwarming in de bus is stuk.... dat blijkt na enkele uren. Annelies merkt dat haar rugzak nat is .... De linkerkant van de bus staat volledig onder water. Wanneer we lunchen in het kleine dorpje Tingri, wordt de bus nagekeken en gerepareerd. Na de lunch wandelen we nog wat in het dorpje - we merken op dat er hier enorm veel wilde honden rondlopen. De mensen hebben het hier niet zo begrepen op honden en schoppen ze als ze ongewenst in de buurt komen. Er is net een hond aangereden en de andere honden geven een serenade van jewelste. Heel ontroerend om te zien. De inwoners maken er echter niet veel van ... een man sleurt de bloederige hond de struiken in - opgeruimd staat netjes. Iedereen is er stil van. We gaan weer verder op pad via de Friendship Highway. Deze rit is de mooiste van heel de reis. We steken eerst de La Lung La op 5124 m en daarna de Tong-La op 5120 m over. Dit is echt wel de mooiste pas die we tot op heden hebben gezien ... we hebben van hieruit wederom een magnifiek uitzicht op de toppen van de Himalaya. Pelgrims hebben ook hier overal gebedsvlaggen opgehangen. Jammer genoeg is dit het laatste contact met het Tibetaans plateau.

Daarna rijden we naar Zhang Mu via duizelingwekkende haarspeldbochten – het is prachtig weer en de weg er naartoe is echt betoverend. We zien zelfs prachtige watervallen! Wanneer we in de late namiddag Zhang Mu bereiken is iedereen heel blij verrast met het luxehotel. Eindelijk een warme douche na 2 dagen stinken. De mensen van het hotel zijn niet zo gelukkig met onze komst … wanneer onze koffers uit de bus worden gehaald, zijn ze stoffig en ze zien er echt vies uit. Ja die tocht via de onaangelegde wegen van het natuurreservaat eist z’n tol! Een bediende van het hotel krijgt de opdracht om elke koffer afzonderlijk af te stoffen – ocharme. Zhang Mu zelf is niet echt om over naar huis te schrijven – een vies grensstadje met overal louche hotelletjes, Tibetaanse zakenmannen die hun waar proberen in te klaren, hoertjes voor de deur… We eten in het restaurantje aan de overzijde van het hotel. Iedereen is snel bediend behalve diegenen die een steak hebben besteld.... die moeten ze volgens mij nog ontdooien want het duurt echt lang. Na het avondeten kunnen we bij de plaatselijke geldwisselaars onze yuans inruilen tegen roepies.

 

 

dinsdag 26 oktober 2010

Rongbuk (Mount Everest)

Tegen 6u loopt de wekker af en nog steeds hoor ik muziek op straat ... stiller weliswaar maar toch! Ocharme al diegenen die geen oorstopjes bij hebben, denk ik nog. Aan het ontbijt wordt me echter verteld dat bijna niemand de muziek gehoord heeft. Ik lag blijkbaar aan een andere kant van het hotel.... Het ontbijt is redelijk sober; toast met confituur. Dit keer gaat het supersnel want we hebben het gisteren al besteld. Vandaag vertrekken we immers naar Rongbuk en we moeten vertrekken om 7u omdat de gids graag vandaag nog het base camp van de Everest wil aandoen. In 20 km stijgen we duizend meter en het valt ons op dat de omgeving steeds ruiger en desolater wordt. Uiteindelijk bereiken we de 5220 m hoge Gyatso-La. Van hieruit krijgen we het eerste panorama over de noordzijde van 's werelds hoogste bergen. De wind heeft hier vrij spel en het is dus ijzig koud. Ondanks de felblauwe hemel en een stralende zon, hebben we dus allemaal onze mutsen, sjaals en handschoenen boven gehaald. Ik moet ondertussen weer naar het toilet. Ik hoor het mijn bomma nog zeggen ' Ga nooit met uw gat in de wind staan want dan krijg je een kou op uw water'. Wel bomma - als dat het geval zou zijn, dan liep ik hier constant met een blaasontsteking rond! Je moet je voorstellen ... een beschut huisje met enkele gaten in de grond met daaronder open ruimte. Hierdoor blaast de wind met volle kracht. Ik kan je verzekeren ... leuk is anders. Enfin, kleine anekdote alvorens ik jullie verder laat meegenieten van deze immense natuur en geweldige indrukken. We lunchen op een prachtige plek met op de achtergrond de indrukwekkende toppen van de Himalaya met als hoogtepunt uiteraard de Mount Everest. De Tibetanen noemen hem Qomolangma ofwel ‘Moeder God’.

Na de lunch bereiken we de ingang van het Qomolangma Nature Reserve, het park waarin de 8848 m hoge Mount Everest ligt. Door het park lopen alleen onverharde paden. De rit van iets meer dan 100 km duurt dan ook ongeveer 5 uur. Zwaar, maar zeker de moeite waard. We genieten van elk moment - dit is waarvoor we naar Tibet zijn gekomen. We passeren kleine dorpjes en vragen ons af hoe de mensen hier kunnen leven in dit barre, droge, boomloze, prehistorische landschap. Uiteraard zien we ook af en toe een kudde yaks. Yaks wedijveren met kamelen om de titel van meest efficiënt lastdier ter wereld. De yaks voorzien de nomaden in bijna al hun behoeftes: boter, melk en vlees als voeding, wol voor kleding en tenten, uitwerpselen als brandstof en bouwmateriaal. Zij worden tevens als vervoersmiddel gebruikt. De yak komt niet voor onder de 3500 meter. Ondertussen hebben we al kunnen proeven van het yakvlees, dat heel wat weg heeft van rundsvlees. Het wordt hier heel hard gebakken en is best lekker. Bij aankomst in Rongbuk zijn we aanvankelijk aangenaam verrast ... we slapen niet in tenten of in het klooster, want er is onlangs een nieuw hotel opgericht. Bij nader inzien, stelt het eigenlijk niet zo veel voor - enkele kamers met daarin telkens 4 bedden en geen toilet - dat is buiten. Agnes, Annelies, Rina en ikzelf delen vannacht de kamer. We droppen onze koffers en vertrekken naar het Base Camp. Dat gebeurt in drie groepen. Miranda, Patrick en Marcel - de 3 sportievelingen van de groep - besluiten om de volledige wandeling te doen = 8 km vanaf het hotel. De rest doet de 5 km = vanaf het tentenkamp. Agnes en ikzelf kiezen voor het luxe pakket en gaan met de bus. Wij komen dus eerst aan op het Base Camp. Wanneer we uit de bus stappen voelen we de wind snijden ... mijn oren vriezen er bijna af - gelukkig heb ik mijn warme muts nog! Eerst moeten we ons aanmelden en ons paspoort tonen bij het checkpunt. Daarna kunnen we aan de mooie klim beginnen .... met die ijle lucht is dat geen sinecure! Maar eens de top van het Base Camp bereikt, staan Agnes en ik te genieten - ik krijg er bijna de tranen van in de ogen. Het is berekoud op het dak van de wereld maar dat lijkt me niet te deren ... ik krijg er geen genoeg van. Dit is letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van de reis.

Terwijl Agnes terug afdaalt, blijf ik meer dan een half uur wachten op de groep - het is echt indrukwekkend ... de Mount Everest bijna binnen handbereik - ik kan hem écht bijna aanraken. Hij steekt prachtig af tegen de felblauwe lucht. Jammer genoeg is er geen enkel tentje te bespeuren in het base camp want het is al te laat op het jaar en alle expedities zijn reeds voorbij. De temperaturen zijn in deze tijd van het jaar te laag om te klimmen. Wanneer de anderen arriveren zijn ook zij onder de indruk maar ze moeten even bekomen van hun wandeling want iedereen had het toch een beetje onderschat. 's Avonds eten we in het hotel terwijl de zon langzaam ondergaat boven de Himalaya. Het restaurant is een slecht verlichte kamer met daarin een grote kachel die de hele ruimte zou moeten verwarmen. Deze zorgt echter voor zo veel rook dat de deuren en ramen open moeten blijven, waardoor de warmte uiteraard ook verdwijnt. We zitten dan ook met handschoenen, sjaal en muts een noedelsoepje te eten. Gelukkig lopen er ook enkele vriendelijke Tibetaanse meisjes rond die constant warme thee bijschenken (deze is gratis) – jammer genoeg voor Annelies moet de oploskoffie wel betaald worden. We besluiten vrij snel onder de wol te kruipen in de hoop wat op te warmen want die koude is niet echt aangenaam. Dat valt echter tegen ... de temperatuur is ondertussen ver onder 0 gedaald en iedereen kruipt met al z'n kleren in bed. Ik heb 2 donskes en 2 dekens op me liggen en nog krijg ik het niet warm. Ik moet bovendien tot 3 keer toe naar het toilet - pfffff wat zal ik blij zijn als deze nacht voorbij is!

 

 

maandag 25 oktober 2010

Sakya

Ik pas wat het ontbijt betreft – gisteren niet zo lekker en ik wil nog wat internetten. Zal wel wat koekjes eten onderweg. We vertrekken stipt op tijd naar Sakya. Onderweg passeren we weerom een hoge pas, de Tso-La (4950 m) Boven op de berg hebben we een prachtig uitzicht en ook hier flapperen er weer honderde, gekleurde gebedsvlaggen.

Ik heb het gevoel al goed gewend te zijn aan de hoogte. Yves die in Lhasa bijvoorbeeld geen last had, zegt nu dat hij al buiten adem is van gewoon te zitten. Zo zie je maar dat het toch voor iedereen verschillend is. Wanneer we in Sakya aankomen is het tijd om te lunchen. We zijn aangenaam verrast door de ruime keuze en de snelle bediening. Na de lunch gaan we dit slaperige, prachtig gelegen dorpje verkennen. Vanuit de vlakte torent een ommuurd gebouw omhoog dat in eerste instantie op een fort lijkt: Het Sakya klooster. Het klooster van de vroeger machtige Sakyapa Sekte is de vernielingen in de zestiger en zeventiger jaren grotendeels bespaard gebleven. We wandelen in het klooster zelf en op de lange kloostermuur waardoor we een goed beeld krijgen van dit dorpje.

Sakya betekent 'grijze aarde'. Het klooster en de gebouwen eromheen zijn allemaal grijsblauw geschilderd met brede verticale witte en rode strepen. In het klooster zien we ook mensen de aarde mengen met de 3 verschillende kleurstoffen. De vrouwen doen zoals meestal hier in Tibet, het zware werk. Ze roeren in de baden met al hun kracht. Na het klooster lopen we uiteraard ook nog de Kora. Dit keer opnieuw héél vermoeiend! Hij duurt ongeveer anderhalf uur en gaat stijl omhoog tegen de rotswand. Klimmen, klimmen, klimmen ... iedereen komt dan ook buiten adem boven. Daar bevindt zich een nonnenklooster - het stelt niet zo heel veel voor maar zoals steeds is het uitzicht prachtig.

Yves, Wieland en Guy staan soms doodsangsten uit door hun hoogtevrees maar ze zijn toch alle drie fier dat ze het gehaald hebben. Gelukkig heb ik van hoogtevrees geen last ... 's Avonds eten we in het hotel ... weer buffet ... dit keer niet echt mijn smaak maar het vult de maag. Marcel vertelt ons dat hij van kamer veranderd is want bij het binnenkomen zag hij een grote rat. Paula heeft er geen probleem mee want ratten zijn bang van mensen zegt ze en zij wil die kamer wel. Later horen we dat ook zij het huisdiertje is tegengekomen en dat ze uiteindelijk samen met Kalsan, de chauffeur en bijrijder de rat gevangen heeft. Mijn kamer ziet er prima uit en ben geen ongedierte tegengekomen. Er is zelfs een verwarmingsdeken - geen overbodige luxe bij deze koude nachttemperaturen. Ik kruip vroeg in bed met 2 donskes en het verwarmingsdeken op 2. Ik besluit de verwarming nog maar even te laten opstaan tot aan de eerste plaspauze want tegen dan zal mijn bedje wel helemaal warm zijn. 's Nachts verandert dit slaperige dorpje in een disco. Vanaf 10u begint er niet ver van het hotel muziek te weerklinken. Dat blijft zo de hele nacht doorgaan.

 

 

zondag 24 oktober 2010

Xigaze - dag 2

Vandaag ontbijtbuffet voor 25 yuan maar dat stelt niet veel voor ... Vooral warm eten waar eigenlijk niemand zin in heeft. Gelukkig brengen ze nog wat toast en roerei. Na het ontbijt gaan we naar het imposante Tashilumpo klooster. Tashilumpo, ‘de plek die goede dingen belooft’, werd in 1447 gesticht door de eerste Dalai Lama. Sindsdien is het de zetel van de Panchen Lama’s die van de vierde tot de tiende, hier allemaal hebben gewoond en begraven zijn. Het is een echt doolhof en we zijn dan ook blij dat Kalsan ons vergezelt.

We bewonderen de pracht en praal binnen in de verschillende tempeltjes. We zien een zesentwintig meter hoge met 300 kg goud overgoten Maitreya Boeddha. Wat ons mateloos stoort is de geldklopperij.... Verzaken aan materiële zaken is ver te zoeken in Tashilumpo! De entree van de kloosters is sowieso al redelijk duur maar eens binnen moet je per tempeltje nog eens 75 yuan = 7,5 Euro betalen als je een foto wil nemen - en er zijn zo'n tientallen tempeltjes ..... een duur affaire. Filmers hebben het nog slechter - die betalen 1700 yuan = 170 euro per tempel om te mogen filmen ( sorry Robert - nog meer sparen was een nulletje vergeten). Heb geen enkele filmer gezien! Ik neem ook enkel foto's van de buitenkant en af en toe - als de monniken het niet zien, neem ik een stiekeme foto. Bij het buitenkomen uit het klooster worden we plots omringd door zeer brutale bedelaars. We moeten onze zakken goed dichthouden want hun vieze handjes graaien in het rond. Kalsan grijpt in en jaagt ze weg. Eerst gaan we naar de bank en daarna besluiten Marcel, Rina, Annelies en ik om de Kora, ondanks dat er aangeraden wordt deze ’s morgens vroeg of ’s avonds laat te doen, toch te proberen. Deze gaat omhoog langs de steile bergwand. De zon brandt dus alle warme kledij laten we achter in het hotel. Over het Tashilumpo klooster werd er een groot plein aangelegd met enkele leuke standbeelden – een westers meisje dat een Tibetaans vrouwtje fotografeert, een westerling op en mountainbike… We nemen er enkele foto’s tot groot jolijt van enkele Tibetanen. Aan het begin van de enorme Thanka muur komen we 4 pelgrims tegen die ons op sleeptouw nemen. Ze geven ons wat samba, een soort gemalen gerst dat ze offeren aan de goden. We moeten het in de lucht gooien in de richting van de gebedsmolens en overal waar een houtkacheltje brandt in de stoepa's, mogen we ook wat poeder ingooien. Het is echt leuk hoe ze zonder 1 woord Engels te kunnen, toch met ons trachten te converseren. Boven op de top van de berg nemen we afscheid van hen want we besluiten gewoon wat te genieten op een rotsblok met uitzicht over de stad – een echt kippenvel moment! Dan pas zien we hoe hoog we zijn geklommen.

We zijn de hoogte nu echt gewoon want niemand is buiten adem. Wanneer we afdalen nemen we alle 4 een stukje leisteen mee waarop in het Sanskriet een tekst geschreven staat - wat er staat ... weet niemand maar ze zijn wel mooi. Een leuke herinnering voor thuis! Beneden drinken we nog iets op een terrasje en gaan dan richting hotel om ons op te frissen. 's Avonds eten we samen met Guy en Jenny in een ongelofelijk proper restaurantje - een verademing tegenover al die vieze etablissementen die we voorheen bezocht hebben. Ik was al aan het denken dat in heel Tibet geen proper restaurant te vinden is. De kip tikka masala is trouwens heerlijk!

 

 

zaterdag 23 oktober 2010

Xigaze

Heerlijk ontbijt in het restaurant van het hotel - omelet met homemade bread dat nog lekker warm is. We zijn nog vrij tot 2 uur dus Annelies en ik trekken de oude stad in. We hebben de afgelopen dagen zo veel kloosters gezien dat we er even genoeg van hebben. We besluiten dan ook om gewoon wat rond te slenteren. De stoffige straatjes wekken de indruk dat we in het oude, wilde westen zijn beland - er lopen dan ook heel veel paarden en ezels door de straten. De hoofdstraat van Gyanze leidt naar het Palkhor Klooster maar het is achter die hoofdstraat dat het échte Tibetaanse leven zich afspeelt. De inwoners wonen er in hun huisjes die geïsoleerd zijn met yakmest – het stinkende goedje kleeft op en tegen de muren, een koe houdt meestal de wacht. Hier zien we maar weinig buitenlanders en we gaan echt op in de omgeving. Kinderen kijken ons verbaasd aan en wanneer we hen een snoepje willen geven, zijn ze toch verlegen en terughoudend.

De vrouwen werken hier even hard als de mannen. Het is wel opletten geblazen want de open riolen zijn levensgevaarlijk. Nu begrijpen we hoe het komt dat onze chauffeur enkele dagen geleden in de riool is gevallen. Toen het ons verteld werd, werd er hartelijk gelachen want iedereen dacht ... ‘die zal wel te diep in het glaasje hebben gekeken’. Maar een kleine onoplettendheid in Tibet kan dus grote gevolgen hebben - het kan je in de riool doen belanden! We lunchen opnieuw bij onze vriend van gisteren maar het is druk vandaag. Annelies en ik hebben gisteren zoveel reclame gemaakt dat nu bijna de hele groep in het restaurantje zit. Wanneer Yves binnenkomt, zegt hij me dat hij vandaag nog bij me op bezoek wou komen maar dat ik niet thuis was …. Ik bekijk hem als een koe naar een sneltrein … kan niet volgen. Dan zegt hij: Ja ik kwam een toilet tegen en ben gaan zien of je er was maar je was niet thuis. Zijn droge humor is echt wel geweldig! Om 2 uur vertrekt de bus naar Xigaze. Omstreeks 4u30 komen we aan in Xigaze, de op één na grootste stad in Tibet en de zetel van een belangrijk militair garnizoen, en weerom is het een ander hotel dan datgene dat in ons programma staat vermeld. Maar we hebben geluk want het Yak hotel ligt pal in het centrum. Sinds de grote toestroom van Chinese migranten, is de stad enorm veranderd en uitgebreid. Ze openden heel wat restaurants en winkeltjes ten koste van de Tibetanen. De wegen zijn verbreed en betonnen woningen schieten uit de grond. We besluiten de plaatselijke markt eens van dichtbij te bezoeken want daar zouden de échte Tibetanen samen komen om hun waar aan de man te brengen. Het is een drukte van jewelste en iedereen roept ons toe 'cheapie, cheapie' - goedkoop is het hier zeker maar we kunnen niet blijven kopen ... ik reis tenslotte met de rugzak nu en daar is aanzienlijk minder plaats in .... Annelies ziet een beeldje gelijkaardig aan dat wat ik gisteren gekocht heb en besluit eens te informeren naar de prijs. Ze vragen 250 Yuan maar uiteindelijk koopt ze het voor 80 Yuan = 8 euro. Er was geen houden aan, het vrouwtje liet Annelies niet meer los. Eens je interesse toont .... lijken het wel pitbuls! We komen Marcel en Rina tegen op de markt en samen gaan we op zoek naar het klooster. Morgen gaan we dit klooster wel van naderbij bezoeken maar we gaan alvast de buitenkant bewonderen. Honderden gebedsmolens zien we aan de muur van het klooster want daar begint de Kora. Als de pelgrims die allemaal moeten draaien ... zijn ze lang bezig. Xigaxe ligt op een hoogte van 3900 m maar dat zijn we ondertussen gewoon. Alle ongemakken zijn verdwenen en we zijn al iets minder buiten adem. In de pittoreske straatjes zien we overal biljarttafels op de stoep. Moet leuk zijn voor de kindjes, een balletje slaan in de buitenlucht! We kuieren nog wat langs de vooral Chinese winkels die al hun waren gewoon op de stoep zetten. Van zodra het donker wordt, moet alles naar binnen - daar zijn ze volgens mij zeker 1 uur zoet mee. De meest bizarre dingen zien we in hun manden, maar vooral gedroogd yakvlees en gedroogde ingewanden.

Wanneer we vragen aan iemand of ze dat daadwerkelijk opeten, wordt er hevig geknikt. We eten gelukkig wat normaler voedsel op een dakterras met uitzicht over de stad - een lekkere maaltijdsoep voor slechts 10 yuan = 1 euro. Dat noem ik nu eens budgetvriendelijk dineren! We zijn wel blij dat we kunnen afrekenen want het begint toch wat koud te worden. In het hotel praten we nog even na en gaan vroeg slapen.

 

vrijdag 22 oktober 2010

Gyanze

Vandaag ontbijt om 7u30 - pancakes met appel - lekker! Daarna nemen we de bus tot aan de rivier waar we met de ferry opnieuw over moeten. De buschauffeur rijdt goed door en achteraan de bus horen we regelmatig een gil - hij rijdt dan ook in alle putten in plaats van ze te ontwijken. Op de ferry is het toch redelijk frisjes en iedereen duffelt zich goed in - handschoenen en mutsen worden bovengehaald. De rit duurt amper een half uurtje maar het is zo rustig op het water - iedereen geniet van de besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. Onze schipper heeft wel een heel kleurijke muts aan en moet er aan geloven ... iedereen wil hem natuurlijk op de foto! Aan de andere oever stappen we terug op onze vertrouwde bus en beginnen we aan de beklimming van onze eerste pas. De bus brengt ons steeds hoger en hoger en we genieten van de prachtige vergezichten.

Uiteindelijk arriveren we op de top van de Khamba-La (4794 m) Van hier hebben we een mooi uitzicht over Yamdroktso, een prachtig turkoois meer en één van de heilige meren in Tibet. De zon schijnt fel maar de koude wind doet je toch verlangen naar iets warmere kledij. We nemen een groepsfoto aan de hoogtesteen. Hier vraagt een mannetje 2 yuan om het toilet te gebruiken. De eerste keer betaal ik maar de tweede keer neem ik de yakstallen - de geur blijft hetzelfde en dat is gratis.

We lunchen in een klein dorpje - buffet maar het restaurant ziet er zo vies uit dat mijn honger me is vergaan - ik neem dus enkel witte rijst en wat pompoen - de rest ziet er niet echt appetijtelijk uit. Gelukkig heb ik nog wat lekkere koekjes van gisteren. Laat in de middag passeren we de Karo-La (5045 m) en even verder stoppen we om de gletsjers van Nojin Gangzang te bewonderen. De weg gaat verder langs een stuwmeer en vervolgens rijden we langs de Nyangchu rivier. De kleuren van het landschap zijn echt prachtig – geelbruin maar door zon en schaduw in veel schakeringen. De dorpjes die we passeren zien er soms goed verzorgd uit met mooie huizen maar soms ook erg armoedig. Het zijn vooral boerendorpjes en het is duidelijk ploegtijd. Overal zien we de inwoners op het veld werken – de mannen met hun yaks, de vrouwen met schop. We arriveren rond 5 u in Gyanze waar we de rest van de avond vrij hebben. We wandelen na een heerlijke warme douche wat rond in dit toch wel bijzondere dorp. Ondanks de vele nieuwe aanpassingen (voetpaden, straatlantaarns …) verloopt het dagelijkse leven hier nog vrij authentiek. We zien nog veel in traditionele stijl gebouwde huizen waardoor deze stad zijn oorspronkelijk Tibetaanse karakter heeft weten te behouden. De Gyanze Dzong (= kloosterburcht) ligt op een bergrug en biedt uitzicht over het klooster en de stad. We besluiten dat we de berg vandaag niet gaan beklimmen. Misschien morgen .... Na een tijdje krijgen we honger en eten we bij Zhuang Yuan. Boven de deur staat geschreven: 'Heel lekker'. We worden ontvangen door een grappig mannetje gekleed in een niet meer zo wit koksuniform. Er zitten al enkele Nederlanders die ons verzekeren dat het écht heel lekker is. Annelies en ik nemen beide frietjes want daar hebben we na al die rijst wel zin in gekregen. Wanneer hij aan onze kipgerechten begint, komt hij ons roepen en mogen we in de keuken een kijkje nemen hoe hij het bereidt. Hij is trots wanneer we een foto nemen van zijn werk. We besluiten morgen terug te gaan voor de lunch.

 

 

donderdag 21 oktober 2010

Samye - dag 2

Goed geslapen. Vandaag nemen we opnieuw die oude, gammele bus naar het vrouwenklooster. Na ongeveer 3 kwartier rijden en weer heel wat gelach achteraan bereiken we het begin van de Kora. We moeten nog een half uurtje klimmen ... Onderweg zien we weer de kleurrijke gebedsvlaggen wapperen in de wind. Af en toe toch buiten adem door de hoogte maar het loont wel de moeite. In het nonnenklooster is er net een dienst bezig die we mogen bijwonen. Nadien lopen we nog wat rond in het klooster en bij het naar beneden gaan, worden we binnengeroepen door een nonnetje om haar grotwoning te komen bewonderen. Het is er piepklein binnen en het hangt vol met foto's. Ze biedt ons yakboterthee aan .. ik had mezelf voorgenomen dat ik uit beleefdheid toch zou proberen om dit op te drinken – ik proef dus een beetje maar voor iemand die geen boter lust, is het echt niet te drinken – hoewel Miranda daar anders over denkt. Ze ziet het aan mijn gezicht en geeft me dan maar een heet kopje jasmijn thee – gelukkig!

We dalen verder af en nemen dan terug de bus naar Samye. We lunchen in hetzelfde restaurantje van gisteren en gaan dan een kijkje nemen in het klooster van Samye. De plattegrond symboliseert een mandala. Binnen de cirkelvormige muren ligt de hoofdtempel. Vier tempels in de vier windrichtingen staan voor de vier continenten. De twee tegenovergestelde tempels staan voor zon en maan. De vier stoepa’s in verschillende kleuren op de hoeken van de hoofdtempel maken de hemelse geometrie van het geheel compleet. Annelies en ik lopen de Kora en deze keer is die plat want hij loopt aan de binnenzijde van het ommuurde klooster ... Deze duurt toch wel 2 uur maar we doen het op het gemakje, het zonnetje schijnt en we passeren heel wat pelgrims. De muren zijn bezaaid met 1028 kleine stoepa’s en we zien hoe enkele inwoners fijne rode streepjes aanbrengen op elke stoepa. Die gaan wel even bezig zijn! Voor een volledig zicht zouden we de Heporiheuvel, die boven het klooster uittorent, moeten beklimmen maar daar passen we toch voor.

Tijdens het wandelen, zien we een hele hoop mensen samen zitten in het zonnetje. We besluiten wat dichterbij te gaan kijken. Ze maken afbeeldigen uit klei. Het is echt teamwerk: de ene kneedt de klei (of beter klopt hem mals op de rotsen), de andere boetseert en nog een andere schildert. Een klein jongetje toont ons trots zijn kunstwerkje. Daarna gaan we op een terrasje iets fris drinken. De vrouw spreekt geen Engels maar we wijzen gewoon aan wat we willen drinken. Daar blijven we nog een uurtje zitten keuvelen en wat naar de mensen kijken .... de boeren komen terug van hun velden. Daarna gaan we wat rusten op onze kamer want vanaf nu begint het zware werk ... reizen op de grote hoogtes. De hoogte is echt niet te onderschatten - wanneer ik van mijn bed naar het wc ga ben ik al buiten adem. Dat had ik echt niet verwacht ... Wat gaat dat geven op Rongbuk? Wieland is de enige van de groep die rookt ... ben benieuwd of hij misschien zal stoppen eens Rongbuk bereikt... ' s Avonds eten we in hetzelfde restaurantje - ik neem de chicken sizzler maar ik denk dat ze het oudste, taaiste beest van de stad hebben gezocht en deze in stukken hebben gehakt. Ik krijg enkel been en pezen - voor de eerste keer deze reis laat ik mijn eten dan ook staan. Gelukkig is Annelies een kleine eter en ze heeft nog wat stoemp over ... niet echt iets wat ik normaal in Azië zou kiezen maar met look en fijne ui is het best lekker ....De kat van het huis is in ieder geval blij dat ik mijn kip niet lekker vond.

 

 

woensdag 20 oktober 2010

Samye

Vandaag begint het mooiste gedeelte van de reis: de tocht over land via de Friendship Highway naar Kathmandu. Voor ik deze reis geboekt had, dacht ik echt dat de wegen in Tibet verschrikkelijk zouden zijn maar wat blijkt .... de wegen zijn toch redelijk goed. Af en toe moeten we de aangelegde weg even verlaten omdat deze vol putten zit – ze leggen er dan een stuk plastiek over en vóór de putten liggen dan gekleurde stenen om de automobilisten er attent op te maken. We genieten van prachtige, weidse landschappen en af en toe wordt er gestopt om een foto te nemen en uiteraard een plasstop.

Iets na de middag eten we naast de weg onze lunchbox op terwijl onze Tibetaanse gids, Kalsan de permits regelt om Lhasa te mogen verlaten - ja hier kom je niet zomaar vrij in of uit! Paula heeft ons gisterenavond weer verkeerd gebrieft ... zo veel mogelijk laagjes kledij over elkaar want het wordt koud ... gelukkig zegt Marcel me aan het ontbijt dat dat voor vandaag niet echt nodig is zodat ik nog snel dat thermisch ondergoed weer in de koffer kan steken. De ergernissen rond onze reisleidster nemen beetje bij beetje toe ... ze is hier volgens sommigen duidelijk voor een gratis vakantie en niet om te gidsen! De zon staat weer hoog aan de hemel en het is dan ook aangenaam warm - na het nuttigen van de lunch moet ik hoe kan het ook anders weer plassen. Niets in de buurt dus wanhopig loop ik een restaurant binnen en probeer het uit te leggen. Daar er hier weer niemand Engels praat - niet zo makkelijk .... Met handen en voeten leg ik het uit en uiteindelijk begrijpt hij me. Hij wijst naar een donker kot ... ik open de deur en de geur van frietvet komt me tegemoet ... eens wat anders ... het toilet ligt dan ook achter de keuken. De muren druipen van het vet maar ook al spant dit toilet op deze reis de kroon ... ik ben zo intens blij ... ja kleine dingen kunnen een mens gelukkig maken. We stappen opnieuw in de bus en rijden verder naar het Yumbulakang klooster. Van ver zien we het boven op de heuvel liggen ... de moed zakt me in de schoenen ... weer klimmen! Gelukkig staan er ezeltjes ... dus ik twijfel geen moment - voor 20 yuan brengen ze ons in no time naar boven.... laat die anderen maar ploeteren denk ik - maar ik zie dat er toch nog enkele zijn die kiezen voor het alternatieve vervoersmiddel. De ezeltjes zijn trouwens heel mooi versierd met belletjes en pompons. Yumbulakang betekent ‘paleis van moeder en zoon’ en zou het oudste fort van Tibet zijn. Hier wonen vandaag nog slechts 6 monniken. Boven is het zicht heel erg mooi en van daar kunnen we nog hoger klimmen tot op de top van de berg. Ik besluit dan toch maar enige actie te ondernemen vandaag en volg Patrick naar boven waar er een kleine photoshoot plaatsvindt tussen de wapperende vlaggen! Prachtig gewoon ....

Guy probeert het ook maar wanneer hij terug naar beneden moet, panikeert hij een beetje ... zo hoog! Dan maar op z’n gat naar beneden ..... We dalen terug af en rijden dan naar de rivier om de ferry te nemen naar Samye. De grote bagage blijft in de bus en we nemen enkel een kleine rugzak mee voor twee dagen. Bij de aanlegplaats liggen twee boten – de ene ziet er niet echt veelbelovend uit maar de andere – die van ons blijkbaar – valt best mee. T’is een soort platbodem met een motor. Er worden reddingsvesten uitgedeeld. Tijdens de tocht tegen stroom in en tussen de vele zandbanken genieten we van de warmte die de zon ons brengt ... mocht die er niet zijn, zou het echt koud zijn. We hebben jammer genoeg geen Tibetaanse medepassagiers. Na een uurtje bereiken we de overkant waar een gammel busje ons opwacht. Van buiten ziet het er prima uit maar vanbinnen is het stoffig, versleten en tja het ruikt ook niet erg fris. Maar daar moeten we het de komende twee dagen dus mee doen. Alles is echter beter dan de open laadbak van een truck, zoals vermeld in het programma - dus we klagen niet. Het lijkt wel een Clint Eastwood film ... al hobbelend en onder luid gelach van diegenen die achteraan zitten en letterlijk door elkaar geschut worden, rijdt de bus door het woeste landschap. In de verte zien we al de Heporiheuvel die kleurrijk afsteekt tegen de blauwe lucht. Er zijn namelijk honderden gebedsvlaggen aangebracht op de heuvel ter herdenking van de slachtoffers van de aardbeving die hier in april plaatsvond.

Wanneer we in Samye arriveren is het er zeer rustig. De varkens en koeien lopen hier los op straat en doen zich te goed aan de achtergelaten etensresten. We zouden primitief overnachten met vier op een kamer maar het valt nog mee. We krijgen in het Samye Monastery Guesthouse toch een tweepersoonskamer toegewezen maar de komende twee nachten slaap ik alleen. De kamer oogt mooi maar ruikt redelijk muf - de badkamer tja ... amper water komt er uit de kraan, de vloer is kletsnat want het toilet lekt , doortrekken gaat niet, wc bril is stuk enfin .... mijn klein paradijsje stelt dus niet veel voor! Dan maar hangen over de pot - tja altijd beter dan een gat in de grond. We eten in het enige restaurant van de stad waar ze een Engelse menukaart hebben. Sweet en sour chicken met witte rijst ... lekker maar ik probeer niet te veel in de keuken te kijken want de chinezen staan niet echt gekend om hun netheid ... Om 9u ga ik naar bed - doodmoe door al die prachtige indrukken die we vandaag hebben opgedaan. Ons ontbijtje voor morgen is al besteld.

 

 

dinsdag 19 oktober 2010

Lhasa - dag 4

Vandaag is het een facultatieve uitstap maar volgens de trotter mag je dit niet missen dus schrijf ik me in - een beproeving wordt het sowieso want het klooster ligt 1000 m hoger dan Lhasa stad op 4500 m. Iedereen besluit mee te gaan. We vertrekken om 9u met een eigen bus en dat op zich is al indrukwekkend. De ene haarspeldbocht volgt de andere op in een verschrikkelijk snel tempo. Heb al spijt dat ik naast de Diamox, geen toeristilleke heb genomen! Enfin na een uurtje komt het klooster in zicht tussen de witte bergtoppen van de Himalaya - in 1 woord ... adembenemend! We stoppen even om foto's te nemen van op een afstandje en rijden dan verder de berg op.

Het Ganden Klooster is de bakermat van de Gelugpa sekte en is bij het begin van de culturele revolutie bijna geheel verwoest. Er zijn nog wat ruïnes maar de heropbouw is toch bijna af. In tegenstelling tot de manier van werken in andere kloosters, wordt hier in Ganden de titel van abt niet door incarnatie doorgegeven. Er wordt een keuze gemaakt uit de meest verlichte monniken zonder onderscheid van klasse. De verkozene draagt de titel Tri Rinpoche of Tripa en blijft minstens 7 jaar aan. Bij aankomst voel ik niets van de hoogte tot we beginnen te wandelen ...elke stap is vermoeiend maar beetje bij beetje ontdekken we het klooster. Zo bezoeken we o.a. de drukkerij waar Tibetaanse gebedsboeken met de hand gedrukt en verzameld worden. Tibet is toch wat duurder dan Nepal vind ik want je betaalt niet alleen voor de bezienswaardigheid maar ook voor elke kamer waarin je foto's wil nemen, moet je nog eens 20 Yuan extra betalen = 2 Euro. Enkel in de drukkerij neem ik dus foto's omdat ik die wel indrukwekkend vind. Ik laat me uiteraard helemaal gaan – als ik dan toch moet betalen .... Tussen de vele houten drukblokken zie je geld steken. Ook hier wordt er geofferd. We lunchen hier, maar 4 moedigen van de groep - Miranda, Patrick, Yves en Marcel - besluiten de lunch over te slaan en de grote Kora te lopen rond de berg - een steile wandeling van zo'n 1,5 uur. Met 7 besluiten we om de kleine Kora te lopen die zo'n uurtje in beslag zal nemen. Volgens de gids slechts één steil stukje en dan plat ...ja dat heb ik meer gehoord dus ik twijfel maar wil het toch niet missen. Na de korte klim bereiken we een punt waar vele gebedsvlaggetjes hangen - heel kleurrijk! Deze worden opgehangen om de gebeden die er op staan door de wind te laten verspreiden. Elke kleur heeft een betekenis: blauw is het water, groen is metaal, rood is vuur, geel is aarde.

De Kora gaat via een smal bergpad en we hebben een prachtig uitzicht over de Kyichu vallei en de besneeuwde bergtoppen. Van hieruit zien we ook de ongelofelijke kronkelweg die we met de bus afgelegd hebben om tot hier te komen. Elke inspanning is op deze hoogte vermoeiend maar ik hoor niemand klagen ook al moeten we regelmatig stoppen om even op adem te komen. Gelukkig heb ik zoals sommigen geen hoofdpijn! Voor ons huppelen er enkele pelgrims en monniken hetzelfde pad als geiten de berg op. We mogen met hen op de foto. Op het einde van de wandeling komen we voorbij een klein huisje en in de tuin staat een vreemd uitziend opject. Het lijken wel twee metalen vleugels waarin de zon weerspiegeld ... het is de Tibetaanse waterkoker. Heel grappig maar Kalsan zegt ons dat er al menig huis in brand gevlogen is door dit kleinood omdat het metaal vaak zo heet wordt en alles wat dichtbij en brandbaar is, mee in brand vliegt. Wanneer we terug aankomen bij ons beginpunt ben ik echt fier op mezelf en blij dat ik toch niet achter ben gebleven zoals Annelies, Agnes, Nadine en Johan. We vertrekken terug naar beneden en wanneer we halfweg zijn moet ik weer naar het toilet - begrijp er echt niks van - ben het laatste half uur al 4x geweest ....dus plasstop voor mij .... drinken die anderen, ondanks de waarschuwingen voor uitdroging op deze grote hoogte, nu veel minder dan mij of heb ik echt zo'n klein blaasje? Er wordt weerom gelachen natuurlijk - moet mij een goede loodgieter zoeken! Op de terugweg naar het hotel, stoppen we nog even bij een pittoresk dorpje met prachtige huisjes. Vooral de voordeuren zijn heel mooi uitgewerkt en zeer kleurrijk. Omdat ik opnieuw naar het toilet moet en niet op straat wil gaan, snuffel ik wat rond achter 1 van de deurtjes ... daar vind ik een geschikt plaatsje. Agnes volgt me en gaat een beetje verder om de eventuele mensen die er wonen wat af te leiden. Ik hoor ze een praatje slaan met iemand dus besluit ik ook even te gaan kijken. We worden verwelkomd door een oud vrouwtje die ons laat zien hoe ze de yakboter maakt in een lange houten koker. Haar man kijkt ons gefascineerd aan maar we denken dat hij niet erg veel meer ziet .... z’n ogen zijn in ieder geval redelijk wazig.

 

 

maandag 18 oktober 2010

Lhasa - dag 3

De wekker loopt af om 7u en het wordt een zware dag! Na het ontbijt - overheerlijke pannenkoekjes met honing, wandelen we naar het Barkhorplein waar de indrukwekkende Jokhang tempel het meest in het oog springt. Dit is niet alleen de oudste tempel van Tibet maar ook het heiligste bouwwerk van het land. Het dateert van 650. Uiteraard gaan we deze bezoeken dus onze gids Kalsan zorgt voor tickets. Terwijl we staan te wachten, zien we devote pelgrims de kora (= pelgrimsronde) lopen rond de tempel - sommigen doen dit de hele dag lang! De meesten blijven op hun twee voeten maar er zijn er die prosterneren = Rechtop staan, handen tegen elkaar boven het hoofd, handen laten zakken tot het voorhoofd, de keel, de borst, op de knieen, en geheel languit gaan liggen terwijl de handen op een stuk karton over de grond tot ver voor het hoofd worden gestrekt. Weer op gaan staan en opnieuw beginnen. En eindeloos zo door. Indrukwekkend! Het is echt schitterend om te zien hoe de oude vrouwtjes met verweerde gezichten in traditionele kledij hun kleine gebedsmolentjes voortdurend in beweging houden.
Vaak hebben ze ook een kralenketting in hun handen. Voor de Jokhang branden offergaven in grote rookovens en de rookontwikkeling is enorm. Bij het binnengaan zijn er twee rijen – eentje voor de pelgrims en eentje voor de toeristen. Alhoewel de Tibetanen zich hier niet echt aan houden – wanneer het te druk is in hun rij, gaan ze gewoon langst de andere rij ... Vele hebben een thermoskan met een yakvloeistof bij zich of een zakje yakboter. De hele tempel is dan ook met yakboter besmeurd en je moet opletten dat je niet uitglijdt. Binnen in de tempel hou ik het niet meer uit - ik zoek weerom het toilet op. Een monnik verwijst me naar de bovenverdieping dus ik dwaal door gangen en steegjes en ga uiteindelijk op de geur af.... Nadien vervoeg ik me weer bij de groep. We zien reciterende monniken, honderden gebedsmolens, enorme Boeddhabeelden, zoals het beeld van Sakyamuni dat verlicht wordt door kaarsjes van yakboter, waarvan de ranzige lucht in onze neusgaten dringt. Wanneer we de binnenkant grondig bezocht hebben, gaan we het dak op. Van daaruit hebben we een prachtig zicht op de stad en de pelgrims die voor de ingang van de tempel allemaal hun matje hebben gelegd om hun gebeden te doen. Heel kleurrijk! Waar ook in Lhasa je staat, van verre rijst de Potala aan de horizon op dus ook van op deze hoogte. Dit gigantische gebouw bepaalt echt het stadsbeeld en het is net of het onderdeel uitmaakt van de berg. Hij symboliseert de macht van het volk in de 17de eeuw en staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Een bezoekje staat dan ook op het programma. We kregen vanmorgen strenge richtlijnen: geen vloeistoffen, geen scherpe voorwerpen, geen shorts of sandalen en lange mouwen dragen. Dat laatste is niet zo erg want het is lichtbewolkt maar de trappen beklimmen zonder water pfffff!

Het kost heel wat zweetdruppels voor we alle trappen beklommen hebben maar het is meer dan de moeite waard. Slechts een klein gedeelte van de Potala is voor het publiek toegankelijk want het paleis heeft wel duizend kamers. Hoewel de Potala zijn aanzien heeft weten te bewaren, heeft hij sinds het vertrek van zijn illustere bewoner toch wat van zijn heilige en mythische karakter en levendigheid verloren. De enkele monniken die overblijven zijn de bewaarders van een gigantisch museum. Enkel de bedevaarders die voor het grootste gedeelte uit de hoogvlaktes komen, verlenen deze plek een sfeer van gebed. Je hebt het rode paleis, het religieuze gedeelte van het gebouw, de tempels, vele kapellen en de mausolea van de 7 Dalai Lama’s. Het witte paleis was de opslagplaats, het wapenhuis en het woonvertrek van het personeel. Van de verblijven van de Dalai Lama’s die nog steeds in de oude staat verkeren, kom je in een labyrint van galerijen, gangen, trappen en tempels waar meesterwerken van de Tibetaanse boeddhistische kunst zijn ondergebracht. Deze overdaad aan beelden, thangka’s, mandala’s, schilderijen, verbluffende graftombes en stoepa’s van de Dalai Lama’s geven je een goed idee van de vroegere artistieke rijkdom van Tibet. We zien ook de vertrekken waar de huidige 14de Dalai Lama tot 1959 gewoond, gewerkt en gemediteerd heeft. Gelukkig gaat Kalsan mee want ik zou hier nooit de weg vinden. In één van de vertrekken zien we een afbeelding van Mr Bean ...sommige monniken hebben dan toch gevoel voor humor. Of zou een toerist deze beeltenis hebben opgehangen? We verlaten de Potala aan de achterkant en van daaruit hebben we een prachtig zicht op de stad. Hier zien we ook voor het eerst de bizarre schilderkunsten van de Tibetanen. Ze doppen hun kwast in de verfpot en gooien die verf dan tegen de gevels .... met het gevolg dat alles, maar dan ook alles volhangt met verf ... zelfs de planten die zich tegen de muur bevinden krijgen wat spetters mee. Ondertussen is de hemel helemaal opengetrokken dus wandelen we nog maar wat verder naar het ultieme plekje voor de fotografen onder ons. Aan de overzijde van de straat staat er een kleine stoepa die je kan beklimmen voor 10 yuan = 1 euro. Van daaruit hebben we een prachtig zicht op de Potala en kunnen we dus de ultieme foto nemen zoals die ook in alle boekjes over Lhasa verschijnt.

Voor onze lunch zakken we af naar een Chinees restaurantje. Daar ontstaat er wat commotie want Paula heeft beslist dat zij voor ons allerlei kleine gerechtjes zal bestellen. Wanneer het op tafel komt, geloven we onze ogen niet .... het eten blijft komen. Blijkbaar was er een misverstand wat de grootte van de porties betreft ...niemand spreekt hier dan ook Engels in Tibet ....enkele kleine kindjes die het leren op school maar daar blijft het bij. Het is - met uitzondering van de kaas momo's wel heel erg lekker. Die geven we dan maar integraal aan een Chinese familie die uitgehongerd naar ons eten zit te staren - ze zijn overgelukkig! Na de lunch nemen we enkele taxi's en rijden we naar het Sera Kloosterdorp aan de voet van de berg Phurpa Chok Ri. Vroeger woonden hier meer dan 5000 monniken – vandaag zijn dat er nog slechts 500. Hier kunnen we in de prachtige kloostertuin de debatterende monniken gaan bekijken. Redelijk spectaculair hoe ze discussiëren over het Boeddhisme en het geloof in het algemeen en hoe ze luid roepend en met grote bewegingen hun woorden kracht bijzetten. Ze klappen in hun handen en stampen met de voeten hard op de grond. Ik stel me echter wel de vraag of deze opvoering niet enkel voor de toeristen is maar onze gids zegt van niet ... ik versta geen Tibetaans dus zal het nooit weten natuurlijk.

Met de lokale bus rijden we terug naar het centrum waar we met sommige afspreken om in restaurant Dunya, uitgebaat door Nederlanders en gelegen aan het hotel, enkel een noedel soepje te gaan eten na die uitgebreide maaltijd van vanmiddag. Nadien hebben we nog wat vrije tijd om Lhasa te verkennen. Ik ga eerst naar een leuk koffiehuisje waar ik kan internetten. Daarna loop ik nog wat rond op het Barkhorplein en besluit de winkeltjes rond de Jokhang eens van naderbij te bekijken. Zonder het goed te beseffen, loop ik tussen de vele pelgrims met hun gebedsmolentjes toch wel enkele kms. Ik ben niet zo dol op de Chinese toeristen die ongegeneerd met hun digitale camera's tussen de prostenerende Tibetanen staan te springen. Er komen hier massa's Chinese toeristen, ongeveer tien keer zoveel als Westerse toeristen, zeker nu de treinlijn van Beijing naar Lhasa geopend is. Chinese toeristen verplaatsen zich doorgaans in grote toergroepen, voorzien van identieke petjes of T-shirts, onder de leiding van een reisleider met paraplu of vlag. Verder vallen ze vaak op door een volledig gebrek aan respect voor de Tibetanen.

 

zondag 17 oktober 2010

Lhasa - dag 2

Een zalige nacht ... en we mochten uitslapen! Het Tibetaanse ontbijt ziet er lekker uit. Iedereen is present behalve Annelies en Philip, die een redelijk slechte nacht hebben gehad door de hoogte. Sommigen hebben wat last van hoofdpijn maar buiten een snotvalling voel ik me prima. We zijn in Lhasa en ik kan het nog steeds niet geloven. Annelies heeft me gevraagd af en toe eens in haar arm te knijpen zodat ze weet dat het geen droom is . Eeuwenlang was Lhasa binnenkomen nagenoeg onmogelijk en voor buitenlanders vaak verboden. Vandaag is het nog niet zo evident om alleen te reizen – zonder gids en geldige papieren kom je er niet in. Volgens Paula is de stad op enkele jaren tijd enorm veranderd. In het straatbeeld zien we veel militairen en de stad is echt verdeeld in een Chinees en een Tibetaans gedeelte. We nemen een taxi naar Drepung om het grootste kloostercomplex van Tibet te bezoeken. Dit ligt op 8 km ten westen van Lhasa. Het bestaat uit een reeks witte gebouwen die opgestapeld zijn tegen de Gyengbuwudze berg. Het werd gesticht in 1416 en was ooit het rijkste klooster ter wereld.

De Tsomchen of ‘grote tempel van de vergadering’ ligt midden in het complex. Deze immense tempel van 2000 m2 is versierd met standbeelden en we hebben geluk … we kunnen een dienst bijwonen met reciterende monniken. We horen rinkelende bellen, monotone trommelslagen en prevelende gebeden. Rondom de verschillende tempels lopen de Tibetanen in hun oorspronkelijke klederdracht en dat is prachtig om zien. Ik maak verschillende keren gebruik van de plaatselijk toiletten - en geloof me, ook al wen je aan alles - ik was op die momenten zelfs blij met mijn snotvalling! Het zijn dus gaten in de grond met tussenschotjes maar de voorkant is gewoon open! Beneden op de parking worden we al snel omringd door Tibetaanse vrouwtjes die hun koopwaar aan ons kwijt willen ... Ik hou de boot nog even af maar bezwijk dan voor een prachtig Tibetaans gebedsmolentje ... waarschijnlijk heb ik met mijn 50 Yuan = 5 euro te veel betaald maar ik vind het prachtig en daar draait het toch om. Na Drepung wandelen we naar het Nechung klooster. Hier huisde eeuwenlang het staatsorakel van Tibet. Boven op het dak heb je een prachtig uitzicht over de omgeving met de besneeuwde bergtoppen en de vele gebedsvlaggetjes. Ik word aangesproken door een klein meisje dat graag haar Engels wil oefenen maar veel verder dan ‘What is your name’ en ‘Where are you from’ komt ze niet. Haar ouders spreken iets beter Engels en zijn duidelijk heel trots op hun dochtertje. Over het algemeen zijn de Tibetanen redelijk schuchter en ze op de foto krijgen is niet evident. Eerst het vertrouwen winnen van de kindjes en dan lukt het meestal wel.

We zien hier voor de eerste keer dat de kleine kindjes rondlopen met broekjes waarvan de achternaad volledig open is ... makkelijk om naar het toilet te gaan maar ons inziens toch wel redelijk koud met die bibs bloot. Rond 3 u krijg ik toch wel wat honger en we besluiten terug naar het hotel te gaan om een late lunch te nemen. Daarna terug platte rust want morgen bezoeken we de Potala en moet ik dus al die trappen op!

 

 

zaterdag 16 oktober 2010

Lhasa

Vandaag dus ons laatste ontbijt in Nepal en ik hou het gewoon bij toast. De souvenirtassen worden afgegeven en staan hopelijk op ons te wachten bij terugkeer. Wanneer we het hotel verlaten, regent het dus de koffers gaan achteraan in de bus in plaats van op het dak. Na een klein half uurtje arriveren we op de luchthaven. Bij het ontbijt heb ik diamox ingenomen en ik voel reeds de bijwerkingen, duizeligheid, tintelende vingers en tenen. Ik voel me ook helemaal warm worden - zou het zo aanvoelen die menopauze? Opnieuw dienen er allerlei papiertjes ingevuld te worden en het is verschrikkelijk warm in de vertrekhal. Wanneer we op het vliegtuig zitten, krijgen we een soort van Mc Donald broodje met ham, chocolade en nootjes. Best lekker. Na een uurtje vliegen, arriveren we in Lhasa.

Ondertussen ben ik al 5x naar het toilet geweest - ook 1 van de bijwerkingen van Diamox. Na wat douaneformaliteiten staan we buiten en zijn we écht in Lhasa! Het zonnetje schijnt dus wat wil je nog meer... Welkom ‘Tashi Delek’ - iedereen krijgt een witte sjaal, een Tibetaans symbool ter verwelkoming en voor een goede reis, maar die zal snel in de vuilbak belanden ... (ja voor iemand met een sjaal fetisj zoals mij een wonder!) Ons busje is netjes en we rijden richting hotel - opnieuw aan de rechterkant van de weg - de rit duurt ongeveer 1,5 uur en de omgeving is adembenemend. Het landschap is helemaal anders dan in Nepal – weg al het groen en in de plaats daarvan weidse, rotsachtige landschappen. Op het eerste gezicht is er hier weinig armoede – de lanen zijn mooi breed en er rijden heel wat mooie auto’s – maar schijn bedriegt ... We zitten op 3650 m en de ingeademde lucht bevat aanzienlijk minder zuurstof dan op zeeniveau. Ik veronderstelde dat we onmiddellijk last zouden hebben van die ijle lucht maar ik voel nog niets, behalve dan de kleine ongemakken van de Diamox. Onze gids Kalsan zegt me dat het lichaam nog niet weet dat het zuurstof te kort heeft en dat ik het na een uur of 2 wel zal voelen. Het hotel ligt in het Tibetaanse gedeelte van Lhasa - op slechts enkele min wandelen van de Potala. We slapen 4 nachten in het Yak Hotel. Ons kamertje is fraai gedecoreerd in Tibetaanse stijl – klein maar gezellig. Wanneer de zon weg is, wordt het redelijk fris en ook in de kamer is het koud. Omdat het lichaam zich langzaam moet aanpassen aan de hoogte, besluit ik niet mee te gaan eten en blijf in de kamer, luister wat naar muziek, lees wat en doe het kalm aan. Wanneer Annelies terug komt - mijn roommate voor de komende 4 nachten - gaan we onmiddellijk slapen.

 

 

vrijdag 15 oktober 2010

Kathmandu

Heel goed geslapen maar nog steeds ziek - gelukkig geen koorts meer maar de buikloop is verschrikkelijk - nog nooit heb ik daar last van gehad - meestal het tegenovergestelde. Maar het moet eerst de eerste keer zijn zeker. Hopelijk is het morgen over want dan vliegen we naar Lhasa. We rijden vandaag naar Patan, ook wel de stad van de schoonheid genoemd en dat klopt want er gaat toch een betoverende charme uit van deze stad. Ze ligt op 6 km van Kathmandu en hier is het ook al veel drukker geworden dan 2 jaar geleden. Gelukkig is Durban Square nog steeds autovrij. Op dit levendige plein staat het Koninklijk Paleis en een tiental tempels gewijd aan verschillende goden. De ene tempel is al mooier dan de andere maar de helft van de groep is ziek dus veel fut hebben we niet om er rond te lopen. De Gouden tempel die ik iedereen aanraad, staat in de steigers en wordt momenteel gerestaureerd. Toch besluiten we naar binnen te gaan en daar ben ik blij om want het is nog steeds prachtig en toch wel de mooiste tempel van Patan.

We aanschouwen de prachtige zilversmeedkunst die teruggaat tot de 12de eeuw. Er hangt een aangrijpende, religieuze sfeer. Daarna lopen we nog wat door de smalle straatjes op zoek naar de Maha Bouddha of tempel met de 9000 boeddha’s. Jammer genoeg kunnen we deze niet terugvinden en de weg vragen hier is hopeloos. Bijna niemand spreekt Engels. Ik koop een mooie Shiva van het bot van een yak voor slechts 6,5 Euro!

Na Patan rijden we naar het hotel om ons wat op te frissen en dan trekken Annelies en ik terug de stad in - we nemen een riksja naar Thamel - het toeristische centrum van Kathmandu. Wanneer je door de straten loopt, word je elke 5 sec aangesproken: Hello where are you from? Look - buy ... , Hasiesss? In de vele souvenirwinkels vind je alles. Na al dat shoppen hebben we dorst gekregen en dan komen we voorbij de Pumpernikel - een cafeetje waar ik 2 jaar geleden wel wat tijd heb doorgebracht ... Het is onherkenbaar geworden! Het kleine bungalowachtige huisje is een prachtig etablissement geworden en het is er nog steeds even lekker. We zoeken nadien de groep op om samen te gaan eten. Het wordt Thai vanavond en het is heel lekker zoals steeds ... ik ga maar weer voor veilig en neem droge witte rijst met gebakken kip ook al staat er zo veel lekkers op het menu! Paula houdt nog een kleine speech voor Anil want na vandaag zien we hem niet meer terug. Hij krijgt 6000 Rp = 60 Euro - blijkbaar het gangbare maar wat een verschil met Ashok die toen heel wat meer kreeg. Hij was dan ook een veel betere gids! Mijn roommate voor vannacht Agnes was niet mee gaan eten en ligt nog steeds ziek in bed als ik in het hotel toekom.

 

 

donderdag 14 oktober 2010

Bakhtapur

Het wakker worden is prachtig - we openen onze gordijnen en genieten in ons bed van het prachtige uitzicht - de zonsopgang over de vallei Op het terras nemen we ons ontbijt - mijn buik rommelt serieus dus ik besluit het maar bij toast te houden. Jammer want het buffet ziet er heel lekker uit. Vandaag staat er weer een hele stevige wandeling te wachten. Marcel taped mijn knie helemaal in zodat ik deze keer toch opnieuw een poging kan wagen om mee te gaan. Het is af en toe berg op maar meestal berg af ... mijn knie doet het goed maar toch voel ik wel dat er iets mis is. In het dorpje zien we hoe een yak wordt geslacht en het vlees netjes wordt verdeeld tussen al de dorpsleden. Iedereen krijgt een afzonderlijk hoopje – vlees, vel en zelfs ingewanden.

Overal zien we kindjes spelen op de zelfgemaakte schommels uit bamboe. Deze staan er enkel tijdens het dashain festival dus ze genieten er volop van. We hebben een tussenstop in een prachtig oud klooster. De weg er naartoe is bezaaid met souvenirwinkeltjes. Ik zie sjaals hangen van 100% Yakwol en als ik daar aan voel is dat net dezelfde kwaliteit als het dekentje van mijn zusje .... Ik besluit er maar alvast 2 van mee te nemen - ik begin dus druk te onderhandelen - hij begint bij 1000 Rp per stuk en uiteindelijk betaal ik 550 Rp voor 2. Waarschijnlijk nog te veel maar ik ben best tevreden. Wanneer we uit het klooster komen, staat de plaatselijke bus ons op te wachten. Ik en Annelies hebben nog een zitplaats achteraan in de bus - dat beklaag ik me later! Wel 50 mensen springen op de bus - de meeste van onze mannen gaan op het dak zitten- zij hebben ten minste frisse lucht. Bij elke stop worden er zo'n 6 mensen meer in de bus gepropt. Ongeveer 45 min later arriveren we in Bhaktapur. Hier heb ik lang naar uitgekeken want dit vond ik toch wel de mooiste stad van de vallei, maar wat een teleurstelling - 2 jaar geleden was het hier rustig - kon je genietend door de smalle straatjes slenteren maar dat is nu helemaal anders – verkeersvrije stad – yeah right …. Claxonnerende brommertjes rijden je rakelings voorbij en het is net of heel Nepal hier is toegestroomd.

Toch is Bhaktapur wel bijzonder – het heeft nog steeds de sfeer van een fantastische soek weten te bewaren, de meeste straatjes zijn nog steeds geplaveid zoals vroeger. Het is de stad van landbouwers en ambachtslieden welke bezaaid is met tempels en oude pittoreske huisjes. We besluiten te gaan shoppen want heb nog wel wat geschenkjes te kopen - en beloofd is beloofd. Tegen 5 uur ben ik stikkapot - koorts, buikkrampen en hoofdpijn - Paula's bacterie heeft mij ook aangestoken. Ik besluit dus naar de kamer te gaan - gelukkig slaap ik vandaag alleen. Ik neem een koude douche en leg me op het bed onder het warme yak dekentje en val onmiddellijk in slaap. Na een uurtje kleed ik me opnieuw aan en ga ik mee naar het restaurant. Dat had ik beter niet gedaan want het gaat van kwaad naar erger en bovendien zijn de voorbereidingen van het Dashein festival in volle gang waardoor de restaurants onderbemand zijn - het duurt dus uren .... Yves is zo slim om 2 hoofdgerechten te bestellen - hij dacht dat de loempia net zoals bij ons een voorgerecht is .... Hij krijgt 2 reuze exemplaren en nadien nog een soort beignet van kip .... hij krijgt dit natuurlijk niet op. Ik neem soep en chowmein en die is gelukkig wel lekker - ik krijg het echter niet op want voel me steeds zieker worden. Ik kruip dus rond 10 u onder de wol met 2 aspirines en een immodium. Gelukkig val ik vlug in slaap.