donderdag 19 september 2013

Vallei van de Pas - Comillas

Het ontbijt verloopt weer even chaotisch als gisteren. Blijkbaar hebben ze hier in het hotel slechts 78 tassen maar er zijn twee groepen van 43 personen ... Tja snel zijn is de boodschap :-) Ons dagelijkse dilemma is, wat trekken we aan vandaag? Buiten is het weer donker en grijs. Vannacht heeft het ook verschrikkelijk hard geregend. Ik volhard in de boosheid en ga voor een rokje, T-shirt en sandalen. We maken na het ontbijt een excursie naar de vallei van de Pas, een bijzonder hoekje van de Cordillera Cantábrica. Zo vlak en kaal het landschap in Midden-Spanje is, zo bergachtig en groen is het hier. Rondtrekkende melkveehouders hebben de hellingen met mensenhanden geschikt gemaakt om ervan te kunnen leven. Typisch zijn de hutjes met daken van platte stenen, die overal verspreid staan in de weiden waar ze hun vee laten grazen. De melk uit deze streek wordt beschouwd als de beste van Spanje. In de dorpen worden 'quesadas' (gebakjes van melk, boter en eieren) en 'sobaos' (zachte cakes) verkocht, de specialiteiten van de streek. We kunnen deze uiteraard ook uitgebreid proeven en beide zijn best lekker. Langs een schilderachtige route - jammer genoeg met een beperkt uitzicht vanwege de laaghangende bewolking en mist - bereiken we Vega de Pas, een van de drie belangrijkste plaatsjes in het gebied. Het is een pittoresk dorpje met typische huisjes en veel bloemen. Het zonnetje komt ook af en toe door het wolkendek ... gelukkig!
Onze lunch bestaat uit een flinke maaltijdsoep met bonen, chorizo en een soort soepvlees. Dat laatste krijgen we ook als hoofdgerecht met aardappeltjes, wortelen en champignons. Het dessert, hoe kan het ook anders, de overheerlijke quesadas. Na het middagmaal rijden we langs de oevers van het stuwmeer van de Ebro die hier in de buurt ontspringt en we maken een kleine wandeling rond het meer. Er is verschrikkelijk veel wind maar de temeratuur is goed (althans voor stiphout senior en stiphout junior - want alle andere zijn gekleed alsof ze naar de noordpool gaan). Via Torrelavega bereiken we Santillana del Mar, één van de mooiste stadjes van Noord-Spanje. In de loop der tijden lieten adellijke bewoners er herenhuizen bouwen, voorzien van hun wapenschild op de voorgevel. De houten of ijzeren balkons zijn het hele jaar versierd met bloemen. Het dorpje zelf doet me een beetje denken aan het Toscaanse Sienna. Ook al is het hier mega toeristisch en zijn alle winkeltjes hierop afgestemd, het is best mooi. Hier bezoeken we een klein klooster met een prachtige binnentuin. Het licht en schaduw spel in de zuilengalerij is erg mooi - hier zou ik uren kunnen vertoeven om te kunnen genieten van de rust maar dat gaat jammer genoeg niet.
We hebben nog een klein halfuurtje om langs de talrijke kleine winkeltjes te kuieren. Ze verkopen echter allemaal hetzelfde en we zijn snel uitgekeken. We volgen nu een klein stukje van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Na het verhaal van Claire, bekijk ik die route helemaal anders. In Comillas bezoeken we een kerkhof met zicht op zee, heel bijzonder. Dit kleine stadje dankt zijn welvaart aan de eerste markies, die einde 19e eeuw een van de rijkste inwoners van Spanje was en bij wie de koning zijn zomervakantie kwam doorbrengen. Hij liet enkele opmerkelijke constructies bouwen, waaronder een neogotisch paleis en een villa in modernistische stijl van de hand van de beroemde Catalaanse architect Gaudí. De vele terrasjes in het gezellige dorpje zien er uitnodigend uit maar Gaudí kan ik niet weerstaan - dat moet ik gezien hebben. Het gebouw, dat door zijn originele uiterlijk El Capricho werd genoemd, staat in een kastanje bos op de helling van een heuvel. Bij de bouw moest de architect rekening houden met het verval van het naar het noorden gekeerde terrein, dat uitloopt op een dichtbegroeid dal en naar de zee toe vlakker wordt. Gaudí maakte er een overwegend horizontaal geheel van, gaf het woongedeelte uitzicht op het dal en voorzag de ramen van dubbel glas. Het exterieur van het compacte gebouw is rondom opgetrokken met banden van tegels. De hoofdgevel laat vanaf de grond okergele tot grijze rustica met een sterk reliëf zien, en de etage daarboven is afwisselend met brede banden van verschillend gekleurde bakstenen en met smalle banden van majolicategels bekleed, die grotendeels met een zonnebloem- of zonnebloembladmotief in reliëf zijn versierd. Het is bijna acht uur wanneer we ons hotel terug bereiken, net op tijd voor het avondeten dus.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten