vrijdag 11 december 2015

Hikkaduwa - Balapitiya - Habaraduwa

Vandaag heeft Paul via Visage een facultatieve uitstap geboekt en dus moeten we opnieuw vroeg uit de veren. Om half 7 loopt de wekker af en om 7 uur gaan we naar het restaurant. Daar krijgen we echter te horen dat we pas om half 8 kunnen ontbijten maar dat is ons uur van vertrek. In zeven haasten wordt alles voor ons klaargezet. Vandaag kies ik voor Franse toast en fruit. Om half 8 stipt staat onze gids in de lobby. Hij spreekt Engels op z'n Indisch m.a.w. het zijn Engelse klanken maar zeker geen bestaande woorden en je verstaat er geen lap van. Soit we zullen het er mee moeten doen. We stappen met z'n allen de bus op en wanen ons onmiddellijk bij ons moemoe in de living. Overal kanten lapjes op de stoelen en het ruikt een beetje naar mottenballen. Nostalgie ten top! Onze eerste stop is het tsunami museum waar we onvoorbereid binnenstappen. Het wordt een emotionele rollercoaster. Kamari, een mooie Sri Lankaanse doet ons haar persoonlijke verhaal over de tsunami die op 26 december 2004 aan land kwam. Asia's day of death ... Ze woonde met haar familie in een klein huisje aan het water, precies op de plek waar ze nu het tsunami museum uitbaat. Niemand hier had ooit van een tsunami gehoord en niemand wist wat hen te wachten stond.

Wanneer de eerste kleine golf aan land kwam, besefte ze echter meteen dat dit niet normaal was. Ze nam haar kinderen bij de hand en vluchtte het binnenland in. Vele van hun vrienden dachten dat het na de kleine golf voorbij was en kwamen terug. Ze dachten echter verkeerd en kwamen allemaal om. Na 20 min kwam namelijk de tweede échte vloedgolf die alle huizen over de volledige kustlijn verwoestte. Ook Kamari's huis werd met de grond gelijk gemaakt. Ze hadden niets meer behalve elkaar. Maanden woonden ze in een tentenkamp. Daarna werd op de plaats van hun huis een persoonlijke tent gezet die ze gedrapeerd heeft aan het plafond als stille getuige van een periode bestaande uit onzekerheid, angst en niet begrijpen. Tegelijk was het ook een periode van samenhorigheid, van wilskracht en vooral liefde voor elkaar om hier sterker uit te komen. Na 6 maanden werd er een houten huis gebouwd en twee jaar later hadden ze eindelijk opnieuw genoeg geld om een stenen huis te bouwen. Zij en haar familie heeft er voor gekozen om hier te blijven wonen maar de meerderheid is verhuisd naar het binnenland omdat ze niet herinnerd willen worden aan het verlies van hun dierbaren. Kamari vertelt haar verhaal heel stil en ingetogen met heel veel emotie maar toch blijft ze die mooie glimlach bewaren. Haar sereniteit confronteert ons met dat wat eerst de 'ver van ons bed show' was. We zagen wel de beelden op televisie, we vonden het erg, lieten een traan, stortten geld, volgden de wederopbouw maar gingen verder met ons leven. Wanneer de tsunami plots een gezicht krijgt, en iemand zijn persoonlijke verhaal doet, is dat toch geheel anders.

Het kruipt onder onze huid en iedereen krijgt een krop in de keel en tranen in de ogen. De burgeroorlog maakte het er bovendien ook niet gemakkelijker op. De Tamils hielden de bevoorrading tegen en bemoeilijkten zo de reddingswerken. We laten onze tranen de vrije loop wanneer Kamari vertelt dat haar broer zeven jaar later in de burgeroorlog sterft. Dan pas beseft ze echt wat het betekent om een dierbare te verliezen en wat haar buren en vrienden gevoeld moeten hebben na de tsunami. Ze gaat verder met de rondleiding en toont ons foto's van 9/11 parallel met die van de tsunami. Ze veroordeelt op haar eigen rustige manier de rampen die veroorzaakt worden door het onnadenkend toedoen van de mens, die wel het verschil kan maken tussen leven en dood. Ze maakt het vergelijk met de tsunami wat een natuurverschijnsel is en waartegen je niets kan beginnen. Het raakt, het doet pijn en het verlies is even erg maar er is geen moedwil. In het kleine museum zien we alle foto's die verzameld werden, teksten van mensen, tekeningen van kinderen. Het is zo aangrijpend dat iedereen zonder aarzelen een flinke donatie geeft aan haar. Het wordt ons stilaan duidelijk dat zelfs tot op vandaag de tsunami de levens van deze mensen nog steeds beheerst. Ze hebben ervan geleerd, ze hebben alles terug opgebouwd en er is ondertussen een tsunami alarm maar in de hoofden van de mensen die het meemaakten, is er geen rust want het kan altijd opnieuw gebeuren. In stilte nemen we afscheid van haar.

Enkele meters van haar huis werd een monument opgericht ter nagedachtenis van de vele overledenen van de tsunami op de plaatst waar de meeste slachtoffers vielen. Daar kwam namelijk net op het moment van de vloedgolf een trein voorbij. Een grote rechtopstaande Boeddha kijkt uit over een aangelegde vijver. Het mooie Sri Lanka heeft zijn wonden gelikt maar ging verder, misschien wel sterker dan ooit. We rijden verder en merken de verlaten huizen op die als stille getuigen nog steeds lijken te wachten op hun plotsklaps verdwenen bewoners of waarvan de bewoners de moed niet meer hadden hun bestaan aan de kust opnieuw op te nemen en hogerop in het bergland een nieuw leven begonnen. Het is lange tijd stil in de bus maar we moeten het van ons afzetten.

Tijd voor wat ontspanning! We rijden naar Balapitiya voor een boottocht op de Madu Ganga rivier. Dit gebied bestaat uit 28 verschillende eilandjes waarvan er slechts twee bewoond zijn. We varen via de mangroves naar het kaneel eiland. Hier staan verschillende kaneelbomen en zien we hoe de kaneelstokjes gemaakt worden. Het is handwerk dat vooral wordt gedaan door vrouwen. Wanneer de stokjes rond gaan om te ruiken, zet Eddy er zijn tanden in. Hij heeft het niet zo goed begrepen. Om de familie te steunen, kopen we wat van deze lekkere specerij voor thuis. We passeren vervolgens 5 cents island, een piepklein eilandje waarop een soort kapel staat. Op onze tocht zien we veel vogels waaronder opnieuw de prachtige ijsvogel. Ik heb deze reis al heel wat bijgeleerd over de verschillende vogels dankzij Paul en Veerle die er echt bijna alles over weten. Ook zien we leguanen die liggen te zonnen op de rotsen. Bij de Kothduwatemple gaan we aan land en komen oog in oog te staan met de reuzen eekhoorn. Ik ben op slag verliefd op dit schattige knaagdier met lange staart en rode neusje.

Ze zijn redelijk tam en storen zich niet aan de toeristen. Vermits dit een boeddhistisch heiligdom is, moeten de schoenen uit en de hoofddeksels af. Het is weer hilarisch hoe ze dat hier aankondigen in hun beste Engels: 'Please remove and come out slipers and helmet'. Overal staat er ook 'please be silance'. En net dat is heel erg moeilijk want daar zijn ze, de chinezen, Japannezen of Koreanen. Ja ik kan ze niet uit elkaar houden maar ze hebben spleetogen en ik hou mijn hart al vast. Wanneer ze massaal uit hun bootje stappen, hebben ze hun camera al in de aanslag. Een foto maken duurt bij hen een eeuwigheid. Er wordt niets aan het toeval overgelaten; de pose, de glimlach, het haar, de make-up, de kleding, de achtergrond, het licht, ja alles moet perfect zijn. Eens de foto dan eindelijk is gemaakt, wordt hij uitgebreid bestudeerd op het kleine schermpje van de digitale camera of smartphone. Zelden is het van de eerste keer goed, dus herbeginnen ze met nog meer enthousiasme dan voordien. En nog een keer, en nog een keer … Met andere mensen houden ze in dit hele proces geen rekening: ze staan schaamteloos in de weg of snijden je de pas af omdat ze net het allerbeste plekje voor een fotomoment hebben gespot. Ja, zoals steeds erger ik me dood aan hen. Hun aandacht gaat nu naar een jonge monnik die bij de tempel staat.

Onder een afdakje zit er een monnik met een offerblok naast zich. Voor enkele roepies kan je een wit lintje halen om rond je arm te binden, als bewijs voor je respect voor Boeddha. We schuiven één voor één aan maar Maria heeft enkel nog 20 roepies en de monnik is beledigd. Hij wil die 20 roepies niet. Wie het kleine niet eert is het grote ni weert dus krijgt hij niets. Trouwens staat het boeddhisme niet voor het verzaken aan elk materieel bezit? Het is duidelijk dat ook monniken de lokroep van het toerisme niet kunnen weerstaan. We varen verder opnieuw tussen de mangroven. Heel indrukwekkend hoe de wortels van de bomen boven het water een wirwar van takken vormen. Daartussen zwemmen kleine vissen, krabben en scampi's.

Na deze boottocht met op de achtergrond een indrukwekkend landschap van bergen, bossen, mangroven en wolken die weerspiegelen in het water, rijden we opnieuw naar een kruidentuin. In Sri Lanka kun je niet om de Ayurveda heen. Deze hindoeïstische levensopvatting is afkomstig uit India. Zij probeert de onevenwichtigheid van lichaam en geest te herstellen of te voorkómen dat lichaam en geest uit balans raken. Blijkbaar is deze tuin van dezelfde eigenaar als die van Kandy want we krijgen dezelfde uitleg als vorige keer en ze willen ons nadien ook kost wat kost een massage geven. Maria gaat door de knieën en krijgt een flinke rug massage van een knappe man die wel een beetje vrijpostig is. Hij sleurt haar T-shirt omhoog en trekt daarbij haar bh gewoon mee. De massage zelf is wel geweldig volgens haar. Gelukkig woont die knappe vent ver weg of ik was een klantje kwijt. Na een tijdje willen ze ook nog een slachtoffer voor een beenmassage tegen spataders. Vermits Maria de enige is met gesprongen aders staat ze weer model. Deze keer gebruikt de man zo veel olie dat haar broek bovenaan helemaal vol hangt. Plekken die er volgens mij nooit meer uit gaan. We letten niet echt op omdat we alles al een keertje hebben gehoord en dan wordt de man een beetje kwaad. Wanneer we dan ook nog eens niets kopen in zijn kleine winkeltje is hij helemaal niet meer te genieten.

We maken dat we wegkomen en rijden naar een turtle farm in Habaraduwa. Op het strand hier in de omgeving leggen vijf soorten schildpadden hun eieren op het strand. Om te voorkomen dat deze worden opgegeten door andere dieren of door de lokale bevolking, worden de eieren door vrijwilligers opgegraven en in de broederij begraven. Een paar dagen na het uitkomen worden de kleine schildpadjes naar zee gebracht. Gekwetste of verminkte schildpadden worden hier ook opgevangen. Ze zijn echt schattig en we mogen ze zelfs aaien, de vegetarische welteverstaan want de vleeseters draaien er hun poot niet voor om, om je vinger af te bijten. Ook hier geven we een donatie want de vrijwilligers doen echt schitterend werk!

Ondertussen is het al 2 uur voorbij en iedereen heeft honger. We zoeken en gezellig restaurantje bij het water. Het is hier echt paradijselijk met een prachtig wit zandstrand vol wuivende palmbomen. De plek om lekkere vis te eten. De restaurant uitbater komt ons een schaal tonen, gevuld met roodbaarsfilet, reuze garnalen, krab allemaal vers uit de zee. De anderen nemen toch maar iets van de standaard kaart maar ik kies toch de roodbaars. Het duurt bijna een uur alvorens iedereen aan het eten is. De vis ziet er geweldig uit maar de onderkant is toch nog een beetje rauw dus stuur ik hem terug. Om iets na 3 zijn alle buikjes gevuld en kunnen we weer verder.

We bezoeken opnieuw een edelsteenmijn waar we kunnen zien hoe edelstenen gedolven worden. Sri Lanka is de grootste leverancier van maansteen. Ze hebben er zowel de blauwe maanstenen als de witte. Het delven gebeurt vaak nog erg primitief. Men maakt een diepe put in de grond, stut de wanden met hout (dat hout dient dan ook als ladder voor het afdalen in de mijn). De put is ongeveer 2O meter diep. Vanuit die put gaat men dan tunnels graven en daar gaat men emmers vullen met de aarde en stenen. Die brij wordt naar boven gebracht via het systeem van een waterput en wordt boven grondig gespoeld en gezeefd. Nadien wordt tussen de stenen naar de waardevolle exemplaren gezocht. Op zo'n 12 meter diepte vindt men ook soms robijn en blauwe saffier als het geluk mee zit. De stenen worden dan geslepen om nadien ingewerkt te worden in juwelen. Hard labeur voor de mensen die in deze sector werken. Aan de vismarkt stopt de gids nog even om over het strand te wandelen waar de vissersboten op dit uur uitvaren om aan hun nachtelijke werk te beginnen. Het heeft wel iets ruigs en het dwingt respect af voor de manier waarop het visje van vanmiddag op mijn bord belandde.

Een armtierig ventje loopt ons achterna met een reusachtige vis in zijn handen. Hij wil zo graag dat iemand hem fotografeert maar niemand heeft zin om opnieuw de portemonnee boven te halen. Stiekem leg ik de vis op foto vast. Iedereen maakt zich de bedenking dat we toch niet graag zouden hebben dat deze vis op ons bord belandt. Onze laatste stop voor vandaag is het huis van onze gids, waar we verwelkomd worden door zijn moeder en jongere broer. We krijgen papayasap en thee vergezeld van gemberkoekjes en banaantjes recht uit de tuin. Om half 7 worden we terug in het hotel afgezet. Daar dineren we rond half 8 en drinken nog een cocktail op het strand alvorens ons bedje op te zoeken. Tot na 11 u horen we tot in onze kamer de karaoke met slecht zingende Aziaten.

 

1 opmerking:

  1. Dat wordt afkicken als je thuis bent. Geen beestjes meer.
    Het was weer een geweldig verslag. Geniet van je laatste
    dagen in het mooie sri lanka.
    Groetjes aan maria en voor jou een dikke knuffel.

    BeantwoordenVerwijderen