maandag 7 december 2015

Horton Plains - Ohiya - Haldumulla

Vandaag maken we een wandeling van ongeveer 3,5 uur in het Horton Plains nationaal park, een plateau met golvend reliëf. Omdat het hier 's middags vaak regent en mistig is, gaan we al heel vroeg op pad. Om half 6 wake up call en om 6 uur zitten we al in de bus. We hebben beide niet goed geslapen. Eerst te koud vanwege de vochtige lakens, dan te warm en ook nog eens veel lawaai volgens Ria maar daar heb ik met mijn stoppen gelukkig niets van gehoord. Het is een hele opgave om ons bed uit te komen. Ook de medereizigers zijn allemaal verre van uitgeslapen. Enkel Veerle had een goede nachtrust. Vanwege het tijdstip en de hoogte, zijn de eerste uren van de dag de koudste die we in Sri Lanka tot op heden hebben meegemaakt. Maar koud is relatief natuurlijk want wanneer we bij de ingang van het nationale park aankomen is het al wel een zalige 20 graden. We kregen van het hotel een ontbijt pakket mee dus zetten we ons in de openlucht kantine vlak bij de ingang. Deze bestaat uit een grote stronk hout en wat kleine stronkjes er rond.

Twee boterhammetjes, een eitje, twee worstjes, een banaan en een stukje cake komen er uit ons doosje tevoorschijn. We krijgen er ook een kopje thee bij en we horen de vogeltjes al fluiten. Het park waar we gaan wandelen is een prachtig natuurgebied en een waar paradijs voor wandelaars. Ze zijn wel heel streng bij de entree: we mogen geen enkele plastic verpakking of zakje meenemen, behalve een flesje water maar daar moet dan wel het etiket eerst afgehaald worden. Dankzij de geografische ligging valt hier regen van zowel de noordoost- als de zuidwest moesson. Gecombineerd met een gemiddelde hoogte van 2000 m boven zeeniveau zorgt dit voor een unieke biotoop die varieert tussen immense graslanden en nevelwoud. Prachtige boomvarens, maar ook rododendrons en allerlei orchidee soorten zijn hier aanwezig. De natuur is hier zo ongerept en mooi. En ook al ben ik niet echt een natuurmens het is echt geweldig om er door te lopen. Een stukje Wuthering Heights in het land van de specerijen. De hemel is straal blauw gekleurd en de zon staat hoog aan de hemel. In een mum van tijd is het dan ook bloedheet. Iedereen doet de dikke truien en jassen uit en geniet van de wandeling. Deze begint redelijk plat maar dan komen er wat afdalingen die niet zo eenvoudig zijn want het pad is bezaaid met grote rotsformaties waartussen het rode kleiachtige zand best wat glad is.

Maar de meesten hebben hun wandelstokken bij want een dag als gisteren wil niemand meer meemaken. Nadien is het klimmen geblazen en Azar houdt er een stevige pas in want we moeten letterlijk en figuurlijk straks de trein halen. Aan het uitzicht punt World’s End, dat trouwens zijn naam echt niet gestolen heeft, komen we bovenop een spectaculaire klif van 870 m hoog te staan, waar we getrakteerd worden op een indrukwekkend uitzicht. Er is een aangelegd plateau van beton, maar géén omheining. Boeddhisten geloven dat de mens in staat is te vliegen en hier zou je inderdaad dat gevoel kunnen krijgen. Het is een immens diep gevoel met de natuur en ik word er zowaar stil van. In dit ontzagwekkende landschap zien we in de verte de Indische oceaan als een zilveren schittering. Daarboven hangen de wolken in sluiers boven de immense bergen Kirigalpotta (2395 m) en Totapola (2359 m).

Hier wil iedereen wel wat langer vertoeven maar daar krijgen we de tijd niet voor. Even op adem komen en dan trekken we verder. Na een stevige klim horen we een waterval maar daarvoor moeten we eerst terug afdalen langst een stel trappen. Maria, omdat ze echt aan haar limiet zit en Marc, omdat zijn knie pijn doet door de val van gisteren, besluiten boven te blijven maar de rest daalt toch mee af. Het water van de Baker's Falls dondert met een immense kracht naar beneden op de rots. Indrukwekkend! De vochtigheid van deze waterval zorgt voor de overleving van mossen en algen op de lokale planten.

We moeten dus weer helemaal naar boven klimmen om onze wandeling verder te zetten. Heel vermoeiend, dat wel, maar ik wil nooit iets missen dus heb ik er dat extra zweet wel voor over. Gelukkig merken we op een vermoeiend moment een kameleon op die bijna onherkenbaar even uitblaast op een boomstronk. Iedereen blijft stil staan om het beestje te fotograferen dus kan ik even op adem komen. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Iedereen ploetert door de met modder bezaaide paden en af en toe volgt er nog een kleine uitschuiver. Gelukkig eindigt niemand op de grond maar onze broekspijpen, ja daar kan je soep van koken. Tot grote teleurstelling van de dierenliefhebbers hebben we tijdens deze tocht bijna geen vogels gezien (wel gehoord) en ook geen herten, everzwijnen of luipaarden alhoewel deze er wel nog zouden leven. De vergezichten tijdens deze tocht daarentegen waren indrukwekkend en deden me constant denken aan de filmscenes uit the lion king. Het was of Simba op elk moment ergens bovenop de bergtop zou verschijnen.

Ik ben best trots op mezelf dat ik het toch maar heb gedaan. Ok mijn conditie is niet geweldig maar het lukt me toch om iedereen bij te houden. Steendood kapot ben ik wel en dan is dit nog niet de zwaarste wandeling van de reis. Die moet morgen nog komen! Bij het verlaten van het park zien we twee Purple Leaf Eating Monkeys door de bomen springen. Jammer dat we dan al in de bus zitten om naar ons lunch adresje te rijden. We worden verwacht bij een plaatselijke familie in Ohiya waar de vrouw des huizes voor ons gekookt heeft. We betreden hun kleine huisje via een salon en nemen plaats aan een lange tafel. Deze staat al gedekt en er worden 5 stenen potten op tafel gezet met allerlei gerechtjes en centraal staat er ook één grote pot rijst. Iedereen kan zichzelf bedienen. Het huis van onze gastfamilie ligt net tegenover het treinstation. Hier wachten we op de trein die ons naar Haputale moet brengen. Bijna 5 min voor er een trein arriveert, worden de slagbomen manueel omlaag gedaan. Niet dat er rekening wordt gehouden met het STOP bord dat er hangt want af en toe gaat er wel iemand onder de slagbomen door naar de overkant. Ook Maria wordt het wachten beu en steekt de sporen over. Gelukkig raast de trein hier niet zo voorbij als bij ons.

Onze trein is te laat maar als Belgen zijn we dat gewend. We moeten dus wachten in 'la guerre'. Ja Azar zijn Frans is ook met serieus wat haar op. Ook al verbeteren we hem regelmatig vandaag, het station blijft la guerre voor hem. Het weer slaat stilaan om, de mist stijgt op en het zicht wordt minder maar gelukkig is er nog geen regen. Eindelijk komt de trein het kleine stationnetje binnen gereden. We stappen op en doorkruisen verschillende wagons op zoek naar een zitplaatsje maar dat is niet te vinden. De trein zit volgepakt met locals. We zoeken dan maar een staanplaatsje dicht bij het raam. Een in smetteloos wit gehulde stationschef blaast op zijn fluitje en de trein zet zich in beweging. Eens de trein op een kruissnelheid van 30 km per uur zit, tuffen we met de gammele, houten wagons langs bosjes kokospalmen, over viaducten die diepe kloven overspannen en die nog uit de koloniale tijd stammen en door donkere tunnels. Door de mist en door de wolken zien we initieel niet zo veel van het landschap maar af en toe ontvouwt zich een prachtig panorama van theeplantages waar Tamilpluksters druk in de weer zijn. De deuren blijven gewoon open staan tijdens de rit. Het gaat dus niet echt hard op het bochtige en hobbelige bergtraject. Hier leven vooral Tamils. Hun huidskleur is aanzienlijk donkerder dan de andere inwoners van Sri Lanka

Na twee stops arriveren we in Haputale waar de bus ons terug opwacht. We zitten net neer wanneer de hemelsluizen weer open gaan en het water met bakken uit de hemel valt. Kan het ironischer? We logeren vanavond in hotel Water Garden. Hotel is eigenlijk een groot woord, het is meer een charmant guesthouse en de perfecte uitvalsbasis voor een bezoek aan het platteland. Een beetje démodé maar de ontvangst maakt alles goed. Als enige gasten hier, worden we in de watten gelegd door de manager en zijn vrouw. We krijgen een heerlijk kopje thee en kunnen dan de kamers gaan ontdekken. Tot op heden één van de mindere maar er is warm water en het bed is zacht. Ik geniet meer en meer van dit fantastische land, zijn natuur en vooral lieve bevolking. Omdat het nog steeds regent, besluiten we gewoon wat te relaxen, te lezen en te bloggen. Na een heerlijke douche, gaan we naar de lobby, waar de anderen vragen waar we bleven. Ze hebben een mooie wandeling gemaakt naar het dorp. We bekijken elkaar even en denken beide hetzelfde 'gezellig zo in de gietende regen'. Wat blijkt nu? Wat wij voor regen hielden, is eigenlijk een kabbelend beekje met kleine waterval dat net achter onze kamer aan het raam voorbij stroomt. Hilariteit alom! Voor de verandering geen kip vanavond. Wel lekkere vis en allerlei groenten op een overheerlijke manier klaargemaakt. Het pikante eten compenseer ik met een heerlijk gember drankje. Azar, onze chauffeur en de man des huizes spelen met veel animo een soort Indische biljart, een bordspel waarbij hun vingers de keu voorstellen. We zijn de enige gasten in het guesthouse dus super rustig en dat is ook al eens aangenaam. Nu horen we ten minste de krekels en de waterval hier vlakbij. Hier leven vooral Tamils. Hun huidskleur is aanzienlijk donkerder dan de andere inwoners van Sri Lanka.

 

1 opmerking:

  1. Ik bewonder je meer en meer al die inspanningen dus je
    konditie is nog ok dat komt door de fitclass.
    Hopelijk een goed nachtrust zodanig dat je morgen fit bent
    voor de moeilijke wandeling.Groetjes voor allen.
    Knuffels en voor Maria donderdag een gelukkige verjaardag.

    BeantwoordenVerwijderen