woensdag 2 december 2015

Negombo - Dambulla

Ondertussen ben ik bijna door de vermoeidheid heen, geacclimatiseerd zeg maar. Gelukkig maar want de wekker gaat om 6u. Ria heeft heel de nacht niet geslapen maar ik heb geslapen als een roosje. Nou ja, Ria zou waarschijnlijk zeggen 'roosje mon oeuil', een heel bos heb ik doorgezaagd volgens haar! We hebben een lange reisdag vandaag maar met een goed ontbijtje komt dat helemaal goed. Pannenkoekjes met honing en banaan ... mijn favoriet om de dag goed te beginnen! De koffers worden achteraan in de bus gezet en we rijden naar Pasyala voor een wandeling in de natuur. Ik heb jullie nog niet verteld over onze gids Azar, een jonge gast met een zekere flair die zo goed als geen Engels spreekt. Frans daarentegen gaat vlotjes. Tegen het eind van de reis zal mijn Frans dus weer helemaal opgekrikt zijn. Onderweg voorziet hij ons van heel wat achtergrond informatie over de rijke geschiedenis van het land en hij weet ook veel over de plaatselijke fauna en flora. We passeren ananasplantages, prachtige bloemen en reusachtige durian en Jack fruit bomen. Voor velen een eerste kennismaking met deze indrukwekkende vruchten. Het is ook de streek van de cashewnoten en laat dat nu net mijn favoriete noot zijn. Jammer genoeg is dit niet het seizoen. Hier en daar zitten er hagedissen te genieten van het zonnetje.

Rubber is ook een typisch product van een ontwikkelingsland. Onze plaatselijke gids demonstreert even hoe het werkt. Uitgerust met een V-vormig tapmesje, snijdt hij behendig langst vaste lijnen de bast weg. De latex, het melkachtige sap waaruit rubber wordt gewonnen, sijpelt hierna uit de boom en wordt in speciale kokosnootbakjes opgevangen. Enkele van ons moeten dringend naar het toilet dus besluit de vriendelijke mijnheer ons mee te nemen naar zijn huis. We worden hartelijk ontvangen door de vrouw des huizes met een kopje thee. De latexboer toont ons ondertussen foto's van zijn ouders en van zijn oudste dochter die pronkt met haar universiteitsdiploma rechten. We vragen ons af of hij het opschrift kan lezen. Zijn vrouw lijkt diegene van wie de dochter de genen heeft doorgekregen.

Na de wandeling gaan we opnieuw de bus in en rijden naar een plaatselijk restaurant waar we alweer verwend worden met heerlijke curries. Normaal eten de inwoners van Sri Lanka redelijk pikant maar voor ons wordt het allemaal wat zachter gehouden. ‘Meer afkruiden’ zoals Sergio Herman in menig kookprogramma vertelt, is hier bij één gerechtje niet van toepassing. Het is voor sommige best pittig maar ik vind het heerlijk! Sowieso komen er hier een hele resem bekende en onbekende specerijen 'willens nillens' in ons bord terecht, de ene al lekkerder dan de andere. Na de middag rijden we naar Dambula. Aan de kwaliteit van de weg en de huizen in de omgeving zien we dat Sri Lanka toch echt wel een arm land is. De dorpjes zijn meestal niet meer dan een paar houten hutjes of vervallen huisjes aan de rand van de weg, de kinderen spelen in de berm en op de weg (wat wel eens tot een noodstop kan leiden), mooie auto’s zie je hier bijna niet, wel gammele vrachtwagentjes en tuk tuk’s. De school is net uit dus lopen er massa's schoolkinderen langs de weg. Ze dragen hier allemaal een schooluniform, overhemd met stropdas (ook de meisjes) en een lange broek of rok met sokken en schoenen. Allemaal in het wit! Ze lachen ons vriendelijk toe. Ze hebben stuk voor stuk lieve gezichtjes, prachtige donkere haren en blinkende oogjes. Wanneer we in Dambula aankomen, bezoeken we de rotstempel uit de 1e eeuw v.C. , waar in 5 grotten de wanden versierd zijn met boeddhistische muurschilderingen. Voordat we bij de eigenlijke grotten arriveren, zien we een enorme vergulde en verwaand kijkende Boeddha van 30m hoog. Deze tempel staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Om er te komen moeten we wel 364 treden omhoog want de grotten bevinden zich op de top van de heuvel. Eenmaal boven moeten de eventuele hoofddeksels af, schouders en knieën moeten bedekt worden en onze schoenen moeten uit. Het complex is enorm en het lijkt wel of de rots wordt gedragen door de witte gebouwen. We krijgen eerst weer een lange uitleg van Azar over het Hindoeïsme en Boeddha. We moeten letten op de voeten van de liggende Boeddhabeelden. Als ze precies evenwijdig zijn, betekent dat dat hij van een gelukzalige slaap geniet. Als ze een beetje uit elkaar staan, betekent dat dat hij dood is. Dan heeft hij eindelijk het nirwana bereikt, de laatste etappe van de reïncarnatiecyclus. Bij het binnengaan van de eerste grot lijkt het wel of je een fel gekleurde ruimte binnenstapt maar het zijn allemaal muurschilderingen van geblokte patronen. Hier deed Escher waarschijnlijk zijn inspiratie op. De fresco's kunnen me niet zo bekoren want vele zijn helaas behoorlijk beschadigd. Hier zien we een granieten Boeddha die uit de rots zelf is gehouwen. Zijn voeten zijn niet evenwijdig dus is hij dood. Grot twee, ook wel de gouden grot genoemd vanwege de met goud bedekte muren, is de grootste en ze is van een verbluffende schoonheid.

Buiten is er ondertussen een flink onweer losgebarsten en de regen guts naar beneden. We blijven dus nog even lekker binnen ook al is het hier pokke heet. Ik had halvelings verwacht dat het koel zou zijn in de grot maar niets is minder waar. Het zweet loopt over mijn rug. In het midden van de grot staat een kruik die het water opvangt dat onafgebroken, zomer en winter, naar beneden druppelt. Volgelingen zien dit als een bevestiging dat er bovennatuurlijke krachten zijn. De meeste fresco's dateren uit de 18de eeuw maar er werden er wel enkele vernieuwd. Het plafond is hier wel indrukwekkend beschilderd met honderden kleine Boeddha's en religieuze taferelen. Voor mij is dit de mooiste van allemaal. In de andere kleinere rotsen zien we opnieuw liggende Boeddha's maar ook nog veel kleinere Boeddhabeelden. Dit religieuze grottencomplex is indrukwekkend maar het is vooral de ligging ervan waar ik intens van geniet. Vanaf het terras hebben we een heel mooi uitzicht en in de verte zien we zelfs de rots van Sigiriya. Rond 5u rijden we verder naar het Rangini Dambulla Resort. De ingang is alvast veelbelovend. We worden alweer ontvangen met een welkomstdrankje en daarna worden we naar de tenten gebracht. Ja jullie lezen het goed, tenten maar dan wel van een ongelofelijke luxe voorzien. Het lijkt wel een bruidssuite. Onze tent heeft een harde vloer en de mooi uitgekozen meubeltjes passen perfect in het interieur. De stof van de tent is wit met allerlei sterretjes en in het midden van elke ster een spiegeltje, dat het licht weerkaatst.

Er staan twee ruime bedden en onze tentbungalow heeft zelfs een veranda met uitzicht op een prachtige tuin. We dineren in openlucht (gelukkig wel onder een afdakje) tussen het groen en genieten van het geluid van de krekels en de regen op het dak. Tot op heden is dit het lekkerste buffet - lekker spicy curries en heerlijke vis uit het meer.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten